Wij, de loosers
Wij, de loosers, een basket of deplorables, zie ons daar staan, langs dat landweggetje tussen de verruigde velden, starend naar de einder, wachtend op een keizerarend die niet meer komt. Te laat, voor altijd te laat, je kunt er een Griekse tragedie aan wijden (ware het niet dat de Grieken keizerarend gewoon tot hun standaard-inventaris kunnen rekenen). Deze was niet weggelegd voor een stelletje slome sukkels als wij. Niet weggelegd voor de tragen van geest, niet voor hen die eerst zeker wilden weten dat de vogel toch een blijvertje was. Niet voor degenen die eerst hun lunch wilden nuttigen om er daarna middels een reeks alerts achter te komen dat de vogel al die tijd in de buurt was geweest. Niet voor degenen die eerst hun kinderen van school moesten halen of eerst ergens in Gelderland een slangenarend (een slangenarend!) moesten twitchen. Niet voor degenen die eerst met de trein moesten en halverwege de reis de laatste alerts ontvingen, de minder plezierige waarin werd medegedeeld dat de vogel zojuist / al tien minuten / al ruim een half uur uit beeld was en dat er in de omgeving gezocht werd. Deze was voor de snellen van geest, voor degenen die onmiddellijk in de auto waren gestapt, en voor degenen die in de buurt waren geweest natuurlijk. De anderen hadden het nakijken. Voor hen restte slechts het Brabantse land met zijn maïsvelden, verruigde akkers, karige houtkades en verre bosranden waarin al voorzichtig een schim van aankomend herfstlicht doorbrak. En zijn omvangrijke verre verten en hoge hemelen waarin je zo uitvoerig keizerarenden kon zoeken, urenlang, maar inmiddels vergeefs. Buizerden waren voor ons weggelegd, en torenvalken, aardig wat torenvalken. In de akker vond ik nog twee paapjes. Diverse veldleeuweriken ook in de buurt. Zelfs als troost was het ontoereikend. Ondertussen vermaakten we ons heus wel hoor. Toen de nederlaag eenmaal was verwerkt, was zelfspot in ruime mate voor handen en gingen oude verhalen rond als cakejes op een theekransje. En toen de middag ten einde was en zelfs de grootste optimisten niet meer geloofden dat keizerarend nog zou opduiken, gingen we welgemoed naar huis. Volgende keer beter. Volgende keer zouden wij de winnaars zijn, namen we ons voor. Tegen beter weten in, waarschijnlijk.
Om er thuis achter te komen dat het natuurlijk allemaal toch niets uitmaakt. Dat het leven doorgaat, met of zonder keizerarend. Dat de formatie voort ploetert, het Nederlandse voetbal nog altijd in deplorabele staat verkeerd en Trump en Kim doorgaan met als kleine kleuters elkaar voor van alles uit te maken. Morgen wéér een dag zonder keizerarend. What else is new?
Maar vandaag kwam het allemaal goed ;)
BeantwoordenVerwijderen