woensdag 12 april 2017

Ecolinde

Uiteindelijk komt het erop neer dat we van Vorden naar Ruurlo gelopen zijn. Amper tien kilometer. Dat we daar drie dagen, twee overnachtingen voor nodig hadden, is misschien wat overdreven. Al hebben we wel wat omwegen gemaakt, tussen Vorden en Ruurlo. Maar een omweg was het natuurlijk al van begin af aan. We waren in Vorden vertrokken bij weliswaar lenteachtig maar tamelijk fris en meest bewolkt weer. We wandelden rond kasteel Vorden, we wandelden langs veld en beemd, door bossen en over akkers en ruigtelanden en langs boomsingels en houtkades en oude lanen en kwamen aan in Ruurlo bij zonnig en warm zomerweer zodat de winterjas, bij vertrek nog onontbeerlijk, overbodige ballast was geworden. En namen in Ruurlo de trein terug naar Vorden. En verder, natuurlijk, want wat moet een mens in Vorden?
Afijn, het ging natuurlijk om Ecolinde, onvolprezen en gelauwerde B&B van René en Irene van der Veer. Hij een oud-NOSman met 25 dienstjaren en bekend met groten der aarde als Paul Witteman en Maartje van Weegen, zij een verre nicht van Harriët. Ecolinde, gelegen in het onbeduidende Linde, naast de molen / theater waar op onze eerste avond Joris Linsen optrad. We zijn niet geweest. Naast het Proathuus, buurtcafé maar sinds enkele maanden gesloten. Midden in de dorpskern, zou je kunnen zeggen, met misschien wel tien optrekjes om ons heen, als je ‘om ons heen’ ruim genoeg neemt. En als je ‘om ons heen’ nog wat ruimer neemt, om ons heen de binnenlanden van de Achterhoek, een romantische schildering van velden en akkers en bosranden en ‘beneden’ een fraai soort beekdal. Ach, qua hoogteverschil stelde het bar weinig voor, het zijn hier natuurlijk de Alpen niet, het is hier slechts Nederland, maar het was er laag en drassig met een paar plasjes met wat kieviten als bewijs en met zeeën van bloeiende pinksterbloemen waar het op zondagochtend, toen ineens de zon scheen en het warm was, ineens wemelde van de oranjetipjes, prachtige vlinders met, de naam zegt het al, oranje tipjes aan de vleugels. Twee keer keerden we na onze dwalingen terug naar Ecolinde, om ons te laten verwennen door het luxueuze bed met trilfunctie waardoor we ons heerlijk lieten masseren. En twee keer trokken we de volgende ochtend weer de Achterhoekse binnenlanden in, dat gematigde landschap waarover het zo lastig is iets lovends te zeggen dat je niet over half Nederland zou kunnen zeggen maar dat toch zulk aangenaam gezelschap is, onderweg.

Het was ook een kastelentocht. Een tocht langs vijf kastelen en ook wat dat betreft van Vorden naar Ruurlo.
We begonnen met Huize Vorden. Het meest kasteelachtige van allemaal: stoer, robuust en zonder al te veel franje en omgeven door een slotgracht, maar misschien net iets te veel opgeknapt, te mooi opgetut, wat wel enig afbreuk deed aan dat oorspronkelijke karakter van stoerheid en eenvoud. Mooi stukje omringend kasteelbos waar het jonge en veelkleurige lentegroen ontbolsterde en waar groene en grote bonte spechten en boomklevers en in de bijbehorende waterpartij drie mandarijneenden. Exoten, maar toch hele fraaie eendjes en leuk om die zo ‘als wild’ tegen te komen.
Tussen Vorden en Linde in lag Huize Kieftskamp, een fraai en statig landhuis omgeven door idyllische velden, fraaie lanen, oude bomen en weelderige landgoedbossen besprenkeld met bosanemonen en pollen dotterbloemen op de slootkanten en met boomklevers, appelvinken, grote lijsters en middelste bonte spechten. De laatste was natuurlijk een beetje de doelsoort van het weekend maar in het meest geschikte stukje bos, een stukje paradijs op aarde waar wolken van krentenbloesem tussen de bomen zweefden en waar er de voorbije dagen geregeld gemeld waren, daar kon ik die ternauwernood vinden. Lang gezocht en uiteindelijk één moment de baltsroep gehoord. Verder bleven ze hier zwijgzaam en verborgen. Amper een halve kilometer verderop echter, langs een oude laan met oude beuken, vond ik er twee die zich wel mooi lieten zien. Ik zag ze ’s ochtends vroeg toen ik er in mijn eentje was, en later die ochtend met Harriët nog mooier. Ze klauterden aan stammen, hingen onder takken en joegen elkaar af en toe achterna, allemaal soms dichtbij en geruime tijd mooi vrij zichtbaar. Zo zien we mibo graag.
Na een ruime omzwerving door de Achterhoekse binnenlanden bereikten we Huize Onstein, omgeven door veel minder luisterrijke zandgrondbossen zoals ze in Nederland heuvelrug na heuvelrug begroeien. Onstein is heel anders van karakter. Niet zozeer het huis zelf, dat was sierlijk en fraai als Kieftskamp. Maar het lag ver weg aan het eind van een oprijlaan die door goudgepunt smeedwerk hermetisch was afgesloten. Dat maakte het huis afstandelijk, teruggetrokken, weerbarstig. Een bordje ‘streng verboden toegang’ wekte ook al geen gastvrije indruk.
De volgende dag passeerden we op weg naar Ruurlo Huize Zelle, weer zo’n mooi en statig landhuis, dit keer vlak langs de weg gelegen en niet omgeven door bos maar door veld.
In Ruurlo tenslotte heerste Huize Ruurlo, dat het aristocratische van Kieftskamp paarde aan de stoere ridderlijkheid van Vorden. Een fraai kasteel.

Verder nog wat? Ja, vogels natuurlijk. Naast de mibo's zaterdag onderweg ineens een rode wouw in de lucht, toch een beetje de droomsoort van zo’n weekend in het oosten des lands, een elegante rover met rossige tinten en gevorkte staart. Trekt dezer dagen in redelijk aantal door maar het is toch altijd afwachten of en wanneer je er eentje zult treffen. Blijven zelden lang ter plaatse. Deze draaide fraai zijn rondjes en trok langzaam in noordelijke richting. Toen ik even niet oplette, zat er ineens een tweede bij. Ze werden lastig gevallen door twee plaatselijke buizerds en gingen uiteindelijk door naar noord. Verder geelgorzen hier, heerlijke geelgorzen en dat is altijd een feest. En fitissen natuurlijk, alom fitissen, vorige week nog zo schaars, en alom zwartkoppen ook. Mijn eerste bonte vliegenvangers van het jaar en mijn eerste gekraagde roodstaarten en zo zette het voorjaar stapje voor stapje en vierden we telkens een klein feestje. Boompiepers, jodelende wulpen, roepende steenuil, grote lijsters en fraaie goudvinken, ik zal u er verder niet mee vervelen maar ook wat vogels betreft was het een geslaagd weekend.

9 april 2017


En dan nog deze: Zwarte ooievaars











1 opmerking:

  1. Sfeervolle beschrijving en goede foto's, Guus. Ik krijg zin om er heen te gaan. Groet, Gerard

    BeantwoordenVerwijderen