Als je op amper 6 kilometer van het museum en het kampterrein bivakkeert (Westerbork zelf was nog 8 kilometer verder, het herinneringscentrum ligt dichterbij Hooghalen dan bij Westerbork), dan is een bezoek haast wel verplicht. Een krachtiger herinnering aan de gruwelen waar de mensheid toe in staat is, is in Nederland vermoedelijk niet te vinden. Dus op een mooie, zonnige zaterdag gezellig die kant uit gefietst.
Het is lastig om iets fatsoenlijks te schrijven over Westerbork, iets dat beklijft, iets dat niet al duizend keer gezegd en geschreven is, iets dat echt is en verder gaat dan obligate clichés. Misschien moest ik dat ook maar niet proberen. Natuurlijk, indrukwekkend is het. De foto’s, de verhalen, en vooral de werkelijkheid van toen waar ze naar verwijzen, ze laten niemand onaangeroerd. Mij trof vooral de massaliteit, die aantallen: twee keer per week een trein vol met rond de duizend mensen, allemaal naar Auschwitz of een van de andere vernietigingskampen. Er loopt een weg van het museum naar het kampterrein waarlangs om de pakweg 100 meter een paal staat met datum en aantal van die dag. Enkele kilometers lang, pakweg 10.000 mensen per kilometer, allemaal afgevoerd, als afval. Schokkend: die structurele aanpak, de structurele onmenselijkheid. Dat men destijds een bepaalde groep mensen niet wilde zien als mensen: wat moet je daarvan denken, anders dan wat (vrijwel?) iedereen daar al van denkt? Toch goed dat het er is, dit museum, en dat we er waren.
Vooral het kampterrein was natuurlijk indrukwekkend. Omdat het, nou ja, wat ervan herbouwd is want het oorspronkelijke kamp is afgebroken en wat rest is een grotendeels lege vlakte waar van wat er ooit gestaan heeft meest slechts de contouren zijn aangebracht maar wat herbouwd is, is levensecht en met enig inlevingsvermogen kun je je voorstellen dat het daar allemaal echt gebeurd is, met echte mensen. Vervreemdend zijn de radiotelescopen die op de achtergrond prijken, midden op het oorspronkelijke kampterrein. Van veel later datum, uit een tijd dat men blijkbaar nog niet toe was aan herinneren.
Alles in een context van omringende natuur. Het is verleidelijk om te schrijven over de bomen die alles hebben gezien, die alles hebben meegemaakt, maar die natuur is ook al de natuur van toen niet meer. De bomen van nu hebben dit alles niet meegemaakt want die waren er toen niet. Toen waren er uitgestrekte heidevelden rond het kamp. Moet mooi geweest zijn.
23 juli 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten