Ik voel me dezer dagen bijna verplicht om regelmatig de
eigen polder te checken. Met zoveel leuke nieuwe en oude plasdrasjes in de
Bethunepolder en achter Tienhoven, kan er elke dag wel iets anders moois zitten.
Anderhalve week terug hadden we er nog een poelruiter en al jaren droom ik er
stiekem van om er zelf bijvoorbeeld een steltstrandloper te ontdekken. Is afgelopen
vrijdag opnieuw niet gelukt. Sowieso leverde mijn inspectie weinig nieuwe
gezichtspunten op. Wat je verwachtte dat er zitten zou, zat er, en anders niet.
De kleine plevieren waren er nog, de aantallen bosruiters waren enigszins
genormaliseerd (vorige week zaten er langs de Veenkade nog een stuk of 20,
vrijdag telde ik er vijf) en ook verder alleen typjes die er vorige week ook te
zien waren. Purperreiger, boomvalk, bruine kiekendief, zwarte stern,
zomertaling, dat soort dingen: aangenaam, maar de nieuwsrubrieken zal het niet
halen. IJsvogeltje in de Bethunepolder en kemphaan in de plasjes achter
Tienhoven, dat waren de enigen die je met een beetje goede wil wel min of meer als
afwijking van het gangbare kunt bestempelen. Maar intussen was er het bijna
voltallige koor aan lentezangers: zwartkop, tuinfluiter, rietzanger, karekiet,
grasmus, fitis, tjiftjaf, koekoek enzovoorts. Alleen bosrietzanger en
spotvogel ontbreken nog maar ook die zullen wel niet heel lang meer op zich
laten wachten. En nogmaals intussen leuke zichtwaarneming van tuinfluiter,
zwartkop en rietzanger, de laatste op amper twee meter zingend op een hekpaal
langs het fietspad. Zoals ik al zei: aangenaam was het zeker.
Dat het heus wel ergens goed voor is om regelmatig al die
natte veldjes te checken, bleek wel weer dit weekend. Terwijl ik te Waverhoek
stond te genieten van twee prachtige steltkluten die juist die dag hier waren
neergestreken (wat een beesten toch! Als je in een stripverhaal een karikatuur
van een steltkluut wilt tekenen, kun je ze nauwelijks gekker maken dan ze al
zijn), kwam het bericht door van een blonde ruiter bij Waddinxveen. Waddinxveen
nota bene! Als het daar kan, kan het bij ons ook.
Omdat mijn laatste blonde ruiter alweer van acht jaar
geleden was en deze wel heel gemakkelijk te bereiken (ongeveer vijf minuten
fietsen van station Waddinxveen Noord, een kleine drie kwartier met de trein),
kon ik ‘m niet laten schieten. Dus effe snel tussendoor want eigenlijk had ik
mijn dagje uit gisteren al gehad en het wordt op prijs gesteld als ik in het
weekend ook af en toe thuis ben, effe tussendoor dus en voor de regen uit met
trein en vouwfiets naar de plaats delict, een nat, half ondergelopen stuk
weiland aan de rand van het dorp, en daar genoten van een fraaie blonde ruiter
die soms half verscholen maar soms ook ineens helemaal vrij zichtbaar door de
vegetatie struinde. Weliswaar niet zo fantastisch dichtbij als mijn beide
vorige waarnemingen van deze soort maar dichtbij genoeg om de bijzondere
karakteristieken die de soort kenmerken, waar te kunnen nemen. Bovendien waren
die beide vorige waarnemingen dus alweer acht en negen jaar oud dus dit was hoe
dan ook een hele welkome herhalingsoefening. Er liepen ook nog twee
kemphaantjes in de buurt. Eén daarvan was bijna een kopie van de ruiter: bijna
net zo blond, bijna net zo markant getekend op de bovenzijde. Maar toch zo
anders. Leerzaam.
Als bonus waren er nog een achter me in het bos zingende
nachtegaal en een, hoewel vrij verre, noordse kwikstaart. Dat alles op een
zondag effe tussendoor.
3 mei 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten