zaterdag 14 september 2013

Definitie van niets

‘Er vliegt niet veel’, werd me te kennen gegeven toen ik bij hotel Savoy de telpost betrad. ‘Helemaal niets eigenlijk’. ‘Nou, dan gaat het vast nu beginnen’, antwoordde ik, terwijl ik de toch best stevige noordwester polste die inmiddels was opgestoken. Dat vond men rijkelijk optimistisch. Na een minuut of vijf wensten de drie heren me succes en vertrokken.
Een minuut of tien daar weer na passeerde een juveniele jan van gent. Vermoedelijk valt dat bij ervaren zeetrektellers nog wel binnen de definitie van niets, maar ik vind ze altijd weer mooi. Verder moest ik ze gelijk geven. Er vloog, als je het begrip maar ruim genoeg neemt, helemaal niets, na die gent.
Toen enige tijd later Rein Genuït arriveerde, herhaalde zich min of meer het gesprek van zojuist. Of er nog wat vloog. ‘Nee, niet veel. Vrijwel niets eigenlijk. Alleen één juveniele gent.’ ‘Nee, dat is niets’, beaamde Rein. Ja, gesprekken tussen vogelaars kunnen nogal voorspelbaar zijn. ‘Maar ach, je weet het niet hè, er kan zomaar een vaaltje langs komen’, zei Rein. ‘Of een kleine jager’, zei ik, ‘zou nog een nieuwe jaarsoort voor me zijn’. Want wij vogelaars tellen in jaren. ‘Nou’, zei Rein achteloos, ‘dan moet je nu kijken want daar gaat er een’. Het kostte me enige tijd voor ik ‘m te pakken had, maar toen had ik mijn nieuwe jaarsoort binnen.
Maar in ruime zin valt een eenzame, verre kleine jager boven zee in september nog wel binnen de definitie van niets. Ook vier rosse grutto’s, drie smienten, twee bontjes en drie dwergmeeuwen waren slechts rimpelingen in het ledige universum van het niets. Plus nog het een en ander dat Rein omriep maar dat ik niet vinden kon. Ik blijf een kluns, wat zeetrek kijken betreft. Maar ach, ik heb er lol in.
Toen kreeg Rein een berichtje: kleine jager ter plaatse in de monding van de buitenwatering.
Een kleine jager ter plaatse, dat is iets, vind ik. Na even zoeken hadden we de vogel gevonden, drijvend tussen de golven. Wel een nogal grijsbruin beestje, vonden we allebei, het zou toch geen … Toen vloog-ie op en was het onmiskenbaar een kleinste jager. Opvallende streping op witachtige ondergrond op boven- en onderstaart en slechts twee witte schachtstrepen langs de vleugelboeg: klopte helemaal. Ook was van hieraf vaag iets te zien van het patroon van witachtige veerranden op de bovendelen, wat trouwens later op foto’s die van het strand af gemaakt zijn, veel duidelijker te zien was. Nee, dit was verre van niets. Ook de bouw van de vogel en de kop- en snavelvorm wezen eenduidig op kleinste jager. Het scheelt maar twee letters maar veel schaarser en veel leuker dan kleine.
Geruime tijd bleef de vogel ter plaatse, vlak voor het strand afwisselend op het water en rondvliegend boven de branding. Even joeg hij achter een stel meeuwen aan. Zo maakte hij ook enkele toegestroomde lokale vogelaars gelukkig. En die zijn hier wel wat gewend, dus dat is niet niets.

14 september 2013


Meer aan zee: Pelagisch

Geen opmerkingen:

Een reactie posten