We wachten al dagen op het voorjaar maar ook
vandaag bleef het de hele dag grijs en koud en was er dus van het al dagenlang
aangekondigde voorjaar nog altijd geen spoor. Desondanks een heerlijk dagje in
het oosten des lands. Het is een flinke treinreis naar Winterswijk maar stap je
daar met je vouwfietsje de trein uit, dan heb je ook wat. Dan stap je toch effe
een wereld in die wij in het drukke westen des lands nauwelijks kennen.
Om te beginnen was daar het paradijsje genaamd
Beekendelle: vooral in het kerngebied een prachtig stukje bos met veel dood
hout (ja, de dood, die vinden wij natuurliefhebbers prachtig, wat dat te
betekenen heeft laten we maar over aan Freud en zijn nazaten). Stukken half
verzopen bosbodem, elders weelderige onderbegroeiing en jonge en oude bomen,
veelal door klimop overwoekerd, in alle vormen en alle maten. Veelzijdig dus,
afwisselend en ja, heb je dat woord weer, ongerept.
Al gauw geluidjes van kortsnavelboomkruiper.
Eerst vooral roepjes en dat is altijd een beetje tricky, gezien de variatie bij
gewone boomkruiper, maar al gauw ook zang en dan is er natuurlijk geen twijfel
meer. Ook genoeg zang van gewone boomkruiper trouwens dus wat dat betreft
bleven die roepjes tricky maar af en toe klonken ze zo ijl, zo dun en hoog van
toon dat ik het wel aan durf. Hoe dan ook, ook een paar keer prachtig gezien, dichtbij
en op ooghoogte kruipend tegen de boomstam.
Doelsoort één was dus gemakkelijk binnen. En
doelsoort twee liet ook niet lang op zicht wachten: ook middelste bonte specht
liet zich diverse keren erg mooi zien. Eén keer zagen we er zelfs drie
tegelijk, elkaar achterna jagend en bij elkaar op de nog kale takken. Het is en
blijft een prachtig spechtje. Ook de baltsroep lieten ze enkele keren horen.
Met ook nog mooie zwarte specht roepend hoog in
een boomtop en verder onder andere glanskop, goudhaan en boomklever, was de
start vandaag succesvol. Tijd voor een plek aan de andere kant van Winterswijk.
Onderweg onder meer zingende geelgors, een keep en een paar roeken, van die
dingen die je er zo nodig meteen weer aan herinneren dat je je in het oosten
des lands bevindt.
Aan de andere kant van Winterswijk de oehoe, ja,
een verrassing was dat natuurlijk niet, mevrouw zat netjes op haar plaats op
het nest en dat bood ons de gelegenheid haar maar weer eens uitgebreid te
bespieden. Elke keer weer mooi.
Daarmee waren de hoofddoelstellingen van vandaag
volbracht. Voor ons geen verdere ondernemingen naar andere regionale
zeldzaamheden. Voor ons, met trein en vouwfiets, zijn zulke zaken meestal niet
weggelegd. Maar met gewoon nog wat omzwervingen door de kale, lege winterse
velden rond Winterswijk waren we volmaakt tevreden. Akkers, bosranden, besloten
veldjes, kale boomrijen, een uitgebloeide zonnebloemakker: het was een zeer
aangenaam allegaartje, voor elk wat wils. En rustig, af en toe doodstil: voor
ons westerling een verademing. En als bonus nog een fraaie overvliegende rode
wouw ook. Nee, van mij geen klachten over onze soms wat beperkte actieradius. Ook
dit is een manier van vogels kijken, van natuurbeleving, die me erg bevalt.
2 maart 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten