zondag 3 maart 2013

Winterswijk


We wachten al dagen op het voorjaar maar ook vandaag bleef het de hele dag grijs en koud en was er dus van het al dagenlang aangekondigde voorjaar nog altijd geen spoor. Desondanks een heerlijk dagje in het oosten des lands. Het is een flinke treinreis naar Winterswijk maar stap je daar met je vouwfietsje de trein uit, dan heb je ook wat. Dan stap je toch effe een wereld in die wij in het drukke westen des lands nauwelijks kennen.
Om te beginnen was daar het paradijsje genaamd Beekendelle: vooral in het kerngebied een prachtig stukje bos met veel dood hout (ja, de dood, die vinden wij natuurliefhebbers prachtig, wat dat te betekenen heeft laten we maar over aan Freud en zijn nazaten). Stukken half verzopen bosbodem, elders weelderige onderbegroeiing en jonge en oude bomen, veelal door klimop overwoekerd, in alle vormen en alle maten. Veelzijdig dus, afwisselend en ja, heb je dat woord weer, ongerept.
Al gauw geluidjes van kortsnavelboomkruiper. Eerst vooral roepjes en dat is altijd een beetje tricky, gezien de variatie bij gewone boomkruiper, maar al gauw ook zang en dan is er natuurlijk geen twijfel meer. Ook genoeg zang van gewone boomkruiper trouwens dus wat dat betreft bleven die roepjes tricky maar af en toe klonken ze zo ijl, zo dun en hoog van toon dat ik het wel aan durf. Hoe dan ook, ook een paar keer prachtig gezien, dichtbij en op ooghoogte kruipend tegen de boomstam.
Doelsoort één was dus gemakkelijk binnen. En doelsoort twee liet ook niet lang op zicht wachten: ook middelste bonte specht liet zich diverse keren erg mooi zien. Eén keer zagen we er zelfs drie tegelijk, elkaar achterna jagend en bij elkaar op de nog kale takken. Het is en blijft een prachtig spechtje. Ook de baltsroep lieten ze enkele keren horen.
Met ook nog mooie zwarte specht roepend hoog in een boomtop en verder onder andere glanskop, goudhaan en boomklever, was de start vandaag succesvol. Tijd voor een plek aan de andere kant van Winterswijk. Onderweg onder meer zingende geelgors, een keep en een paar roeken, van die dingen die je er zo nodig meteen weer aan herinneren dat je je in het oosten des lands bevindt.
Aan de andere kant van Winterswijk de oehoe, ja, een verrassing was dat natuurlijk niet, mevrouw zat netjes op haar plaats op het nest en dat bood ons de gelegenheid haar maar weer eens uitgebreid te bespieden. Elke keer weer mooi.
Daarmee waren de hoofddoelstellingen van vandaag volbracht. Voor ons geen verdere ondernemingen naar andere regionale zeldzaamheden. Voor ons, met trein en vouwfiets, zijn zulke zaken meestal niet weggelegd. Maar met gewoon nog wat omzwervingen door de kale, lege winterse velden rond Winterswijk waren we volmaakt tevreden. Akkers, bosranden, besloten veldjes, kale boomrijen, een uitgebloeide zonnebloemakker: het was een zeer aangenaam allegaartje, voor elk wat wils. En rustig, af en toe doodstil: voor ons westerling een verademing. En als bonus nog een fraaie overvliegende rode wouw ook. Nee, van mij geen klachten over onze soms wat beperkte actieradius. Ook dit is een manier van vogels kijken, van natuurbeleving, die me erg bevalt.

2 maart 2013.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten