zaterdag 1 september 2012

Bairds en zwarte mezen


Het zijn bijna twee aparte werelden.
De ene dag spoed je je in alle vroegte naar het strand van Meijendel, met alle spanning, alle opwinding van dien want wat waren de foto’s gruwelijk mooi! Die wilde ik niet missen. Dus op de fiets door de duinen op zoek naar de juiste strandovergang, en het strand op: leeg! Nee toch niet: twee fotografen een paar honderd meter verderop, telelenzen gericht op iets dat van hier met het blote oog niet zichtbaar is. Telescoop brengt uitkomst: vlak voor hun lenzen een vogeltje dat ook van deze afstand te determineren is als bairds strandloper. Ja, omdat je het weet natuurlijk, maar toch. Vanaf dat moment een gevoel van euforie, en voorpret die geleidelijk overgaat in echte pret. Nu al is de vogel veel beter te zien dan een jaar eerder bij Zevenhuizen.
Eenmaal ter plaatse bairds strandloper op nauwelijks tien meter! Telescoop erop is de vogel levensgroot in beeld. Gruwelijk mooi!
Wij vogelaars houden van lijstjes. Hou je een lijstje bij met hoe dicht je ooit bij een zeldzaamheid bent geweest, dan zou deze weleens op één kunnen komen. De vogel scharrelde onbekommerd over het strand alsof wij er niet stonden. Of lagen, in geval van de fotografen. Af en toe zag je een van hen achteruit kruipen omdat hij de vogel anders niet goed in beeld kreeg. Te dichtbij, dat blijkt dus ook mogelijk. De beelden die dat opleverde, van een bairds strandloper foeragerend op het strand, hollend achter een in paniek rondspringende strandvlo die telkens uiteindelijk in bairds’ snavel belandde, zullen voor eeuwig in veler geheugen gegrift staan. Alle kenmerken waren tot op het kleinste detail zichtbaar: het langgerekte lijf, de ruim voorbij de staart stekende vleugelpunten, de fraai getekende bovendelen, de geelbruine met donkere streepjes doortekende borst, de vage wenkbrauwstreep. Ten overvloede strekte hij af en toe de vleugels en dan waren ook de donkere bovenstaartdekveren te zien, wat bonapartes uitsluit (al is er in de hele wereld niemand die die heeft overwogen). Onmiskenbaar bairds strandloper dus. Een vogel om nooit te vergeten: een volgende keer pik ik ‘m er zelf ook uit.

Twee dagen later fiets ik door mijn ‘eigen’ Bethunepolder. Zomaar, gewoon om te zien hoe het er daar voorstaat. Zonder doelsoort, zonder hoge verwachtingen. Bij jachthaven Manten, tegen de Loosdrechtse plassen aan, hoor ik bekende geluidjes. Heel even graven want het is zo’n geluidje dat je hier niet verwacht maar dan weet ik het weer: zwarte mezen. Ik zie ze in een conifeertje aan de overkant van het Tienhovens kanaal. Ik tel er vijf, nee, zes, misschien nog wel meer. Dan vliegen ze weg en zijn het er twaalf.
Het is een ongebruikelijke plek voor zwarte mees. Zo’n plek waar je ze alleen tijdens een invasie zou verwachten. Is er weer iets op komst? Zijn de zwarte mezen weer op reis? We zullen het zien, de komende weken.

Het zijn twee geheel verschillende vormen van vogelen. Bijna twee verschillende hobby’s. Welke het leukste is? Ik weet het niet. De een kan niet zonder de ander, wat mij betreft.

1 september 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten