vrijdag 25 oktober 2024

Vlieland DT3

Vrijdag was er mist. Bij vertrek uit Harlingen zag je nog net daken van huizen, scheepsmasten en de kerktorenspits boven de mist uitsteken. Vanaf de boot hield soms vanaf een meter of 50 de wereld op te bestaan en op Vlieland dreven af en toe de flarden over een windloos eiland waar herfstkleuren flakkerden in het gedempte licht.
Zaterdagochtend was er regen en daarna was het droog en scheen zelfs geregeld de zon. Prima weer dus al met al maar mist, regen of zonneschijn, op het eiland was en bleef het stil. Er zat helemaal niks en er vloog niks. Nou ja, wel iets natuurlijk. Af en toe een zingende roodborst of een piepend goudhaantje, een enkel groepje vinken hier en een handvol lijsters daar, maar verder was het stil in de bossen, stil in de duinen en stil in de lucht boven ons. Behalve de graspiepers, die vlogen wel af en toe maar hoe ik ook mijn best deed, ik hoorde er niets spannends tussen. Soort van het weekend was dan ook een nachtvlinder. Wel een hele bijzondere: doodshoofdvlinder, gevonden in de noordoostelijke zeereep. Een zeldzaam ding, afkomstig uit veel warmere streken, dat opvalt door een afbeelding op zijn rug waar met enige fantasie wel een doodshoofd in te herkennen is.
Stil dus, en bijna saai. En toch weet ik nu al dat ik er straks met weemoed aan zal terugdenken. Aan de zandpaden die langs muren van zwijgzaam kreupelhout in het oneindig duinland verdwijnen. Aan het bos rond de Oude Eendenkooi of in Bomenland waar af en toe boven je het roepje van een koperwiek klinkt of wat roepjes van meesjes aan het gebladerte ontsnappen. Aan de wouden van struweel, tegen de zeereep aangeplakt, waar het zo fijn zoeken is naar schaarse trekkertjes, ook al vonden we er geen. Aan de fietspaden die dansen door de buitenste duinen, op en neer en heen en weer langs de zeereep, en die soms ineens over de zeereep heen uitzicht bieden op de zee daarachter. Aan de jan van genten boven zee. Aan de vogelaars die overal in groepjes door de duinen struinen, vergeefs op zoek, en hun fietsen die in bosjes bijeen geparkeerd staan langs het fietspad, vaak met de statieven in de fietstassen. Aan de vuurtorens die aan de horizon gekluisterd staan en in het donker verre lichtsignalen uitzenden vanaf andere eilanden, andere werelden. Ook aan de avonden alleen op mijn hotelkamer, lekker in mijn eentje mijn eigen gang gaan, met een filmpje of een boekje. En aan Kokar de zaagbek die ook dit weekend weer van de partij was op de ijsbaan. Maandagochtend, toen-ie weer druk aan het sjansen was met een vrouw wilde eend, hoorde ik hem zelfs herhaaldelijk zijn baltsroep knorren.
Ja, je kunt niet anders dan genieten van zo’n eiland, dat voelt bijna als een verplichting. Als je door het duinland loopt, ook of misschien wel juist bij mist en bij regen, en wat loopt te somberen over wat wij mensen de natuur allemaal aandoen, dan denk je toch: ondanks alles is ze nog steeds prachtig!

Het was het derde deel van wat ik mijn waddencarrousel noem: vier dagen Vlieland, drie dagen werken, vier dagen Texel, drie dagen werken en tenslotte vier dagen Vlieland. Een beetje gekkenwerk was het wel, af en toe voelde het bijna als een gevangenisregiem, met die drie weekenden op rij die volledig waren vastgelegd. Maar heerlijk was het ook. Als in een soort trance zijn ze voorbijgegaan.
Maar op Vlieland wilde het niet erg lukken, dit Deception tours-seizoen. Was DT 2 al rustig, tijdens DT 3 was er op het eiland helemaal niks te beleven. Zelfs geen bladkoning, al heb ik daar niet al teveel mijn best voor gedaan. Pas in de loop van zaterdagmiddag had ik iets aardigs te melden: een mooie man blauwe kiekendief trok over het Posthuiswad en enkele mooie baardmannen gaven zich in de Kroons polders bloot in het riet vlak onder de dijk. Gelukkig kwam toen die ene melding die het hele weekend toch een beetje de moeite waard maakte: ijsduiker op zee bij Dam 6. Ter plaatse was het even zoeken, de vogel zat vrij ver maar uiteindelijk lukte het ook mij hem in het telescoopbeeld te vangen en had ik toch nog een nieuwe jaarsoort te pakken.
En zondagmiddag, toen velen al de handdoek in de ring hadden gegooid, zag ik ineens die meeuw vliegen boven zee en boven het strand. Lichtgrijze vleugels met duidelijke witte achterrand die als het ware om de vleugelpunten heen liep. Geen spoor van zwart in de handpennen, al vroeg ik me een enkele keer af of ik niet toch wat hele fijne stipjes zag. Indachtig dat het gemakkelijker is iets niet te zien dat er wel is dan iets wel te zien dat er niet is, en dat ik te weinig weet van variatie daarin bij de diverse meeuwensoorten, toch reden tot lichte twijfel. Maar een zilvermeeuw kon ik er onmogelijk in zien. Postuur bijna stormmeeuwachtig, maar met opvallende roze poten en min of meer zilvermeeuwachtige snavel. Voor mij was het een adulte kleine burgemeester. Na enige tijd verdween hij in noordoostelijke richting. Na mijn melding in de appgroep helaas door niemand meer opgepikt. Misschien was er ook wel niemand meer op het eiland om hem op te pikken. Zelf ontdekt: was mijn soort van het weekend toch nog een vogel.

21 oktober 2024


Meer Deception tours: Deception tours

Mijn weblogkasteel










Geen opmerkingen:

Een reactie posten