maandag 25 maart 2024

Arkemheen

De weersomstandigheden waren spectaculair vandaag, groots en meeslepend. Bui na bui, soms fel en soms met hagel, en tussendoor al even felle opklaringen. Een helderblauwe hemel en tegelijk zonbeschenen loodgrijze buienluchten: een rijke inspiratiebron voor romantische landschapschilders. Voeg daarbij de harde en koude noordwestenwind en het moge duidelijk zijn dat het met het voorjaar nog niet zo wil vlotten. Toch is dat ook maar ten dele waar. Want dat het voorjaar toch echt onomkeerbaar begonnen is, bleek me vandaag evengoed.
Ik wilde al een tijdje weer eens naar Arkemheen. Het was me om de grutto’s te doen, krachtige voorjaarsbodes die weer massaal in ons land zijn teruggekeerd. En grutto’s kreeg ik, honderden luidruchtige grutto’s pleisterend in de plasdras langs het Nekkeveld. Hollands polderland zoals honderd jaar geleden: het bestaat dus nog. Ertussen ook tientallen ijslandse grutto's, migranten die nog een aardig stukje te gaan hebben op hun reis naar hun veel noordelijkere broedgebieden. Ze zijn wat compacter dan onze grutto’s en heel wat kleurrijker. Sommige zagen er prachtig en karakteristiek uit en toonden alle kenmerken die in de boekjes zijn terug te vinden.
Verder duizenden smienten, tientallen wintertalingen, groepje kemphanen, tureluurs en wat pijlstaarten, slobeenden, kleine plevieren en bonte strandlopers. En op een paal in het land een prachtige slechtvalk. Alles bestrooid door de welluidende klanken van zingende veldleeuweriken, hier nog algemeen. Ook heel wat baltsende grutto's, buiten de pleisterende groepen, dus lokale vogels neem ik aan, die hun broedarealen al hebben ingenomen. Veldleeuweriken en grutto's: ze staan symbool voor de achteruitgang van het platteland maar hier heb je ze dus nog volop. Het kan dus wel, mooie en vogelrijke polders, al zullen we het daarbij waarschijnlijk meer van lokale samenwerking moeten hebben dan van de landelijke politiek.

23 maart 2024





Geen opmerkingen:

Een reactie posten