vrijdag 16 juni 2023

Egmond

Oude natuur. De duinen die, zandrug na zandrug, duinvallei na duinvallei al vele eeuwen ons land beschermen tegen de zee. Een deining, een woelen, turbulenties als een soort zee stilgezet in de tijd, tegenover die levende zee aan de andere kant van de zeereep. Bedekt met doornige struwelen en stugge grasmatten van helm en duinriet, versierd met velden vol orchideeën en ratelaars, duinviooltjes en rolklaver en meer, en toegezongen door nachtegalen en boomleeuweriken, grasmussen en fitissen, al eeuwen lang. Het is een oeroud gegeven, jaar in jaar uit liggen ze daar achter de zeereep te bakken onder de zon (of eventueel te druilen in de regen maar daarvan is al enkele weken geen sprake en zal voorlopig ook geen sprake zijn).
Iets heel anders was de struikrietzanger die aanwezig zou zijn in wat men het Vijgendal heeft genoemd. Struikrietzangers, en dan met name zingende mannetjes in het voorjaar, zijn een relatief nieuw verschijnsel in Nederland. Als zeer zeldzame herfstgast zijn ze er altijd wel geweest, tot maximaal een paar per jaar en de meeste gevangen in de netten van de vogelringers. Er moeten er dus veel meer geweest zijn maar zwijgzame skulkers als ze buiten de broedtijd zijn, zijn de meeste aan de aandacht van de vogelaars ontsnap. Maar sinds een paar jaar hebben we ze vooral in het voorjaar, wanneer ze luid zingen vanuit ondoorzichtige rietvelden of ondoordringbaar struikgewas, en die zang is behalve fraai ook luid en opvallend, zodat we er nu veel minder missen. Toch was het op deze bloedhete zomerdag nog hard zoeken om die ene terug te vinden die hier gisteren ontdekt is. Ik was er natuurlijk ook te laat in de ochtend. Meestal hoorde ik slechts grasmus en nachtegaal, zwartkop en kleine karekiet, en fitis natuurlijk. Maar af en toe was toch ook even de tamelijk onmiskenbare zang van struikrietzanger te horen. Missie volbracht dus, al bleef-ie hardnekkig onzichtbaar.
Wat je ook hebt op een zomerse dag in de duinen, zijn vlinders. Van de beruchte junidip was hier weinig te merken. Leuk waren bijvoorbeeld de diverse kleine parelmoervlinders die ik verschillende keren zag. Nog leuker waren de zeldzame duinparelmoervlinders die ik twee keer langs zag vliegen. Maar het allerleukst waren toch weer vogels: verderop in het open duinland hielden zich twee bijeneters op. Wat een heerlijke Soort van de Dag! Toen ik, gealarmeerd door de bekende rollende roepjes, de omringende duincontouren afspeurde, kon ik aanvankelijk niets vinden. Maar ineens had ik ze te pakken: twee van deze spectaculaire kleurenbommen vlogen rond boven het duinland. Geweldig natuurlijk, maar nog veel geweldiger werd het toen ik ze even later terugvond in een boompje aan de overkant van de duinpoel waar ik een soort van lunch zat te genieten. Twee bijeneters bijna op grijpafstand in een boompje: nou ja, ik overdrijf natuurlijk maar het was wel degelijk fantastisch. Misschien nog wel mooier werd het toen een van beide vlak om me heen rondjes ging vliegen. Toen even later ook de andere de vleugels nam, waren ze gauw verdwenen.

11 juni 2023









Geen opmerkingen:

Een reactie posten