Surrealistisch was de ambiance. Het asfalt, het beton, het glas en het metaal. Vliegtuigen, verkeerstorens, hangars, start- en landingsbanen, snelwegen, bruggen en tunnels, en overal hekken, kilometers en kilometers hekken: het aangezicht van de 21e eeuw. Wie gaat daar nou naar vogels kijken? Meer iets voor vliegtuigspotters.
Maar aangenaam was de griel die zich ophield op een verruigd terreintje aan de rand van de luchthaven. Open zand, stugge vegetatie, wat flarden riet en de stenige resten van oude betonstort tegen een achtergrond van luchtreuzen, rustend aan de horizon, achter honderden meters hekken, terwijl op gezette tijden een van die luchtreuzen wakker schrok en het luchtruim zocht. Maar in dat verruigde terrein, ongetwijfeld ooit iets anders geweest maar intussen vergeten door de beschaving en daar maar blijven liggen, daar dus griel. Vanmorgen ontdekt en meteen de trein naar Schiphol genomen (ik, niet die griel, die was er al).
Ingeklemd tussen snelwegen en hekken volg ik Google maps dat me op miraculeuze wijze over, langs en/of tussen Schiphol door vanaf het NS-station manoeuvreert naar een uithoek van het vliegveld. Of net daarbuiten, neem ik aan. (Je kunt je afvragen: zou dat kunnen daar, met de fiets? Het kan, maar dat wist ik al want ik heb het al eens eerder gedaan.) Een lange tunnel, een bocht naar links, nog een tunnel, nog wat rechts en links en daar staan ze, de vogelaars, geconcentreerd achter hun telescopen of telelenzen, loerend naar het verruigde terreintje zoals hierboven omschreven.
Het kostte natuurlijk meer tijd en moeite dan ik me had voorgesteld. Aanvankelijk moest ik me tevreden stellen met gele kwikstaarten en zingende veldleeuweriken en vroeg ik me af of ik vanmorgen niet de verkeerde beslissing had genomen. Wonderlijk trouwens hoe die veldleeuweriken, zelfs uit de meest idyllische polderlandschappen verdwenen, zich zo goed weten te handhaven op zulke geïndustrialiseerde locaties als Schiphol.
Uiteindelijk werd griel teruggevonden. Eerst alleen een kopje, daarna een vage gestalte, roerloos en trillend in de warme lucht. Ternauwernood als griel herkenbaar. Maar telkens leek-ie een beetje beter mee te werken. Richtte zich op, begon wat te bewegen, stapte op een zandrichel, even, waarna hij natuurlijk weer achter diezelfde richel verdween, elk voordeel heb zijn nadeel immers, maar was langzamerhand toch steeds beter als griel te herkennen. Een paar honderd meter verderop langs de weg was het zicht ietsje beter, was de afstand iets kleiner en stond de zon iets minder tegen. Het beste zicht was overigens als de zon verduisterd werd door schaarse overdrijvende wolkenvelden. En zo kregen we uiteindelijk toch een mooie en onmiskenbare griel te zien. Een griel zoals-ie er hoort uit te zien, met grote kop, grote ogen, opvallende tekening rond de ogen, deels gele snavel en opvallende witte baan over de vleugel. En je kunt dan wel die kenmerken noemen, maar het gaat er natuurlijk om, hoe die kenmerken samen die aparte en onmiskenbare gestalte aannemen die we griel noemen. Heerlijke twitch dus weer.
Als bonus trouwens terug in Utrecht tijdens rondje Gagelpolder eindelijk mijn eerste (rode) wouw van dit jaar over me heen. Het was een topdag.
7 mei 2022
En dan
nog deze: Ralreiger
Meer: Stukjes griel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten