Purperkoet lijkt een nieuw verschijnsel in Noordwest Europa. Lijkt, ik houd nog even een slag om de arm want de optie ontsnapte kooivogel is nog niet voor iedereen helemaal van de baan, de CDNA moet ze ook nog erkennen, maar feit is dat de soort vanuit Zuid Europa met een opmars naar het noorden bezig is, dat zijn broedarealen minder ver weg liggen dan vroeger en dat de eerste purperkoeten voor Noordwest Europa al een tijdje werden voorspeld. Met ook recente gevallen in België en Duitsland lijkt het er dus op dat het zover is. Als er tenminste geen invasie van ontsnapte kooivogels plaatsvindt. De bijbehorende kooien zijn tot nu toe nog niet gevonden.
Na de purperkoet was het tijd voor de bruine boszanger anderhalve kilometer verderop, ook zeldzaam, zij het afkomstig uit heel andere windstreken, en typisch zo’n gevalletje van een zeldzaamheid die gevonden wordt op een plek waar iedereen naar een zeldzaamheid gaat kijken. Deze riep veel, een kort ‘tsjak’ of zoiets dat toch weer heel anders klinkt dan al die andere korte tsjakroepjes van andere kleine bruine vogeltjes, het is ongelooflijk hoeveel verschillende en allemaal herkenbare roepjes je kunt maken in een tiende van een seconde, en daardoor wist je steeds waar je zoeken moest. Af en toe liet hij zich kort mooi zien. Terug bij de purperkoet was ook die af en toe mooi in beeld, dichtbij, weliswaar diep in het riet maar af en toe bijna helemaal vrij. Waarna het tijd was om een uurtje te gaan fietsen.
Even buiten Dordrecht in de Louisapolder, nieuwe natuur van bosjes en struwelen in een bedding van oude, verruigde weilandpercelen, verblijft sinds enkele dagen een pestvogel. Pestvogels zijn populair en ook deze kreeg buitensporig veel aandacht. De rij auto’s geparkeerd langs het weggetje deed een spectaculaire zeldzaamheid vermoeden, op zijn minst een renvogel of vale spotvogel, maar de dicht opeengepakte menigte richtte de lenzen op ‘slechts’ een pestvogel. Een fotograaf naast me: ‘gisteren had ik er 70’. Wat-ie daar vandaag dan nog deed, dat wist hij zelf ook niet. Nou ja, ik was er zelf ook dus ik kan er niets van zeggen. De pestvogel was mooi, dat spreekt vanzelf, maar ik ben er gauw weer vertrokken.
Op weg naar de Kop van ’t Land tenslotte twee koereigers, mooi dichtbij op de akker en in het veld, allebei aan een andere kant van het weggetje. Daarmee was het weer volbracht. Missie geslaagd. Op weg naar Dordrecht alleen nog even een ommetje door de Sliedrechtse Biesbosch en daarna naar huis. Ik kom daar niet vaak, in de Sliedrechtse Biesbosch, heb daar meestal na mijn tochten door de Brabantse Biesbosch geen tijd voor en eigenlijk is dat jammer. Het is er mooi, vind ik, met die griendbossen langs overschaduwde slenken, de besloten weilanden, rietwildernissen en half afgestorven bosruïnes met tot ver weg een mêlee van dode bomen. Geen vogels van betekenis, zelf vind ik immers nooit iets, maar wel de Bui van de Dag die leidde tot een monumentale (dubbele) regenboog die zich fonkelend losmaakte uit een asgrauwe lucht. Die was een nat pak wel waard.
Van daar toch maar teruggefietst naar Sliedrecht Baanhoek, nauwelijks verder dan Stadspolders. Het werd dus geen ommetje door de Sliedrechtse Biesbosch maar het rondje Baanhoek was daarmee voltooid.
9 januari 2022
Zie ook: Koet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten