donderdag 6 mei 2021

Van Nijmegen naar Arnhem

Wat een dag! Ik zeg dat niet vaak (hoewel ik het de afgelopen weken best wat vaker had kunnen zeggen), maar dit was echt een perfect day. De inzet was hoog: drie topsoorten stonden op het programma. Je moet je niet al te veel laten leiden door al die zeldzaamheden, neem ik me altijd voor als zich weer eens een overstelpend en niet bij te benen aanbod aandient. Voor je het weet ben je alleen nog maar bezig met het najagen van soorten. Pik er af en toe iets uit dat haalbaar en de moeite waard is en negeer de rest. Wat dat betreft was vandaag de ideale twitch. Nadeel is natuurlijk wel dat je dan ook veel te verliezen hebt, maar dit keer liep alles op rolletjes.
Hoewel nog tamelijk koud maar met een prettig lentezonnetje in de rug fietste ik naar Weurt waar op een strandje langs het Grote Grindgat kortteenleeuwerik als het ware voor me klaar zat. Nee, zo maak ik het niet al te vaak mee. Prachtig was-ie door de telescoop: een compact, wat vaal getekend leeuwerikje, heel anders dan we hier gewend zijn, nou ja, typisch kortteenleeuwerik dus. Mijn derde pas ooit en mijn tweede in Nederland. Na een tijdje genieten vloog-ie op. We vonden hem nog een keer terug, hij vloog opnieuw op en was toen uren zoek. Tijd om aandacht te besteden aan die andere zeldzaamheid die hier moest rondhangen: roodkeelpieper. Minder zeldzaam dan de leeuwerik, maar ik was wel toe aan weer eens een mooie zomerkleedvogel want dat was alweer een paar jaar geleden. Alleen: die was alweer een flink tijdje uit beeld. Dus de oevers van het grindgat afgespeurd. Gele kwikstaarten. Veel gele kwikstaarten. Tientallen gele kwikstaarten met ertussen diverse prachtige engelse en noordse kwikstaarten, de wat schaarsere varianten van gele kwik die vooral in de trektijd Nederland aandoen. Ze zijn nog mooier dan onze gele kwikken vind ik, al zal dat ook te maken hebben met hun relatieve schaarste. De meeste jaren heb ik best enige moeite ze te vinden maar hier dus op een presenteerblaadje.
Ik liep alweer een tijdje te zoeken toen ineens onrust pakweg honderd meter verderop, waar een vogel over de vogelaars heen vloog en onder hen enige opwinding teweeg bracht. Leeuwerik teruggevonden? Nee, nog leuker: roodkeelpieper. Hij verdween in de ruigte aan de andere kant van het dijkje: kans gemist. Het was daarna even wachten maar toen vlogen twee piepers uit het terrein op en over ons heen. EĆ©ntje riep als roodkeelpieper, de ander ging in een kaal takje verderop zitten. Net de verkeerde helaas maar al gauw werd ook roodkeelpieper teruggevonden. Scharrelend door de ruige vegetatie liet die zich af en toe mooi zien. Later zagen we hem geheel open en bloot langs de waterkant. Zelden zo mooi roodkeelpieper gezien. Nooit, denk ik. En toen, terwijl we nog met zijn allen naar roodkeelpieper stonden te kijken: roepje van roodkeelpieper over. Tegelijkertijd een getwitchte en een zelf ontdekte overvlieger. Met ook nog op de terugweg naar de fiets eindelijk mijn eerste zingende tuinfluiter kon dit deel van het programma succesvol worden afgesloten.

Voor mijn derde topsoort van de dag moest ik naar Elst, naar park Lingezegen, eigenlijk al bijna Arnhem. Ik kon de trein nemen maar had meer zin om te gaan fietsen. Het was fris maar niet al te koud en de wind was zwakjes. In Lent zong mijn eerste braamsluiper van het jaar. Een zoektocht over landweggetjes en langs snelwegen bracht me uiteindelijk bij Lingezegen waar ik al meteen iemand aandachtig door de scoop een brede vaart aan de rand van het gebied zag in staan turen. ‘Ja, daar staat-ie te slapen’, antwoordde hij op mijn voor de hand liggende vraag. Ik zag een rank steltje foeragerend langs de oever rechts. Lange poten, fijne snavel, stippenpatroon op de bovendelen: onmiskenbaar poelruiter. Blijkbaar wakker geworden.
Later bleek dat mijn metgezel naar de verkeerde had staan kijken: in een hoek stond een groenpootruiter te slapen. Had ik dus toch zelf de vogel teruggevonden, realiseerde ik me met bescheiden trots. Met verder nog krombek-, kleine en temmincks strandloper stroomden de nieuwe jaarsoorten onverminderd binnen. Negen vandaag.
Van hier naar station Arnhem gefietst. Van Nijmegen naar Arnhem dus vandaag, met omwegen: geen wereldprestatie maar het staat toch leuk op je CV. In Arnhem kwam ik nog langs Meinerswijk en dat dwong me tot nog een laatste omweg want Meinerswijk kun je natuurlijk niet links laten liggen. Tot nu toe kende ik het slechts van het uitzicht vanuit de trein van Arnhem naar Nijmegen en nu bevond ik me dan middenin dat uitzicht. Plassen, bosschages, natte graslanden, ik had ze vanuit de trein natuurlijk al weleens gezien en veel nieuwe soorten leverde het ook niet op, maar het was fijn om ook eens in Meinerswijk te zijn.

1 mei 2021






Geen opmerkingen:

Een reactie posten