woensdag 23 oktober 2019

Maasvlakte deel tig

Wie echte natuur wil, mooie wilde, van die natuur die je aangrijpt, of die je tot rust brengt, of die je overweldigt, die moet niet naar de Maasvlakte. Van die natuur waarin je jezelf kunt verliezen en waarin je jezelf weer kunt terugvinden, de natuur van de natuurfilms, de natuur waar mensen aan denken als ze aan natuur denken, waar mensen heen willen om eens echt helemaal weg te zijn, op de Maasvlakte moet je daarvoor niet zijn. Op de Maasvlakte is slechts een troosteloze afspiegeling van natuur je deel. Je kunt het nauwelijks natuur noemen. Stoffige steppes afgewisseld met kale kades en uitgestrekte havens en doorsneden door smetteloze en meest verlaten stroken asfalt, in de verte hijskranen en olieraffinaderijen, altijd in de verte hijskranen en olieraffinaderijen. Een stekelig struikje hier, een scharminkelig bosje daar, en achter je een passerende goederentrein die het je minutenlang onmogelijk maakt om te horen of er misschien een ijsgors of een grote pieper overvliegt. Hoeveel dat er geweest zijn tijdens het passeren van zo’n trein, we zullen het nooit weten. Al geeft het gegeven dat we er niet een hoorden in de periodes dat er geen goederentrein passeerde, wel een hint.
Waarom dan toch naar de Maasvlakte? vraag je je natuurlijk af. Tsja, heel af en toe is daar een reden voor. Een reden genaamd provençaalse grasmus, in dit geval. Want zelf vind ik weliswaar nooit wat op de Maasvlakte, als ik er spontaan heen ga is het er altijd dodelijk saai, maar anderen vinden er wel af en toe iets. Zoals deze provençaalse grasmus: zeldzaam, en als je hem een beetje fatsoenlijk in beeld krijgt een mooi beestje. Maar zelf had ik hem al zo’n beetje afgeserveerd: te ver weg, totaal onbereikbaar met OV en fiets, en geen lifer. In zuid Europa zelfs al meermaals gezien dus waarom zou ik er moeite voor doen? Maar als er een auto rijdt en ik mee kan rijden, ja, dan is het toch wel weer een mooi beestje, en zeldzaam bovendien. Mijn tweede pas in Nederland.
Het zou niet makkelijk worden, meende ik uit diverse commentaren te kunnen afleiden. Uren zoeken, als het tegenzat, en daarna hooguit een korte flits. Maar het werd veel gemakkelijker, veel sneller en ook veel beter dan ik had durven hopen: bij aankomst stond er al een groepje vogelaars die hem blijkbaar al in beeld hadden, en al gauw zagen wij hem ook. De vogel vloog af en toe een stukje, was af en toe (soms half) verscholen in het dichte kreupelhout maar was soms ook even prachtig vrij zichtbaar. Mooi gezien door de telescoop ook: een mooie, karakteristieke vogel met bruinrode onderzijde en markante, lange staart.
Het prettige van dergelijk snel succes is ook altijd dat je daarna nog ruim de gelegenheid hebt om te genieten van de fraaie natuur die, in dit geval, de Maasvlakte in de aanbieding heeft. Half kale steppes, kale kades en uitgestrekte havens en in de verte hijskranen en olieraffinaderijen. Een licht absurdistische wereld waarin we nog fijn op zoek konden naar andere rariteiten. Vruchteloos, dat spreekt vanzelf, want ik vind nooit wat op de Maasvlakte.

20 oktober 2019


Meer urban birding: Sneek

2 opmerkingen:

  1. Haha en ik maar denken dat het daar mooi is ( nooit geweest) ben nu toch wel benieuwd en moet het toch maar eens ondervinden maar eerst het weekend even naar.......Texel😀

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haha en ik maar denken dat het daar mooi is ( nooit geweest) ben nu toch wel benieuwd en moet het toch maar eens ondervinden maar eerst het weekend even naar.......Texel😀

    BeantwoordenVerwijderen