Het is een beetje een traditie deze tijd van het jaar: deskundigen, al dan niet zelfbenoemd, die vaststellen dat vakantie helemaal niet goed voor ons is. Dat we er alleen maar moe van worden, overspannen van raken, dat we beter thuis kunnen blijven. ‘Toeristisch musturberen’: toe maar. Want voor de vakantie moet er nog zoveel worden gedaan. En tijdens de vakantie stapelt het nieuwe werk zich alweer op. Wie denkt dat tijdens de vakantie de batterij weer wordt opgeladen, komt bedrogen uit. Aldus bijvoorbeeld Peter de Waard in de Volkskrant. De enige oplossing is het afschaffen van vakantie.
Geloof ze maar niet. Vakantie is heerlijk! Ons is het in elk geval weer aan het lukken: we hebben hier in de Ardennen een geweldige, lekker ontspannen vakantie.
Naast de heuvels en de dalen, de steile rotswanden af en toe en de kloven, de hooglanden, de bloemenweiden en de soms weelderige bossen die de hellingen overspoelen, de rode wouwen en de zwarte ooievaars en temidden van dat alles natuurlijk de Ourthe die kronkelt door het Waalse land, naast dat alles kennen de Ardennen ook hun megalieten. Dolmens en menhirs, reusachtige stenen uit onheuglijke tijden, als tastbare legendes, materialisaties van oude sprookjes. En bovendien zijn die al te vinden op zo’n vijf kilometer lopen vanaf onze camping aan de Ourthe bij Barvaux. En lopen, dat is wat we hier doen. We onderwerpen ons gedwee aan de beperkingen, zowel in snelheid als in actieradius, die verplaatsing te voet aan ons oplegt, en het is heerlijk. Dus op een dag moest ik naar Wéris, centrum van de oudheidkundige monumenten in de omgeving, en die dag was vandaag.
Het is al met al een succesvolle dolmen-twitch geworden. Het fijne van dolmens is natuurlijk dat die dingen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld waterrietzangers, al duizenden jaren staan of liggen waar ze al duizenden jaren staan of liggen en dat de kans dus vrij groot was dat ze er ook vandaag nog wel zouden zijn. En dat was ook zo.
Dus bij soms zon en meest wolkenvelden een mooie wandeling gemaakt over hoge en verre velden en langs hoge en verre bossen naar het pastorale Wéris. En langs liefst vijf megalithische monumenten van duizenden jaren oud, van een grillig gevormde rechtop staande witte reuzensteen hoog op een heuveltop tot een bijna complete hunebed langs de weg even buiten Wéris. Ze riepen weer die onvermijdelijke vragen op naar het hoe en het waarom, vragen waarop voorlopig nog geen antwoorden bestaan. Geen vogels van betekenis, maar dat was in deze prehistorische context een futiliteit. Wel boswitjes trouwens, kleine witte vlindertjes als elfjes, op een zonnig moment op een open plek in het bos, en op een of andere manier vond ik die wel passend. Al lagen de bijbehorende sprookjes toen alweer ver achter me.
9 augustus 2017
Meer buitenlandse zaken: Roodborsttapuit
Geen opmerkingen:
Een reactie posten