Een mens moet zich af en toe een doel stellen in het leven, nou ja, dat vindt men toch? Of niet? En zo had ik bedacht dat ik dit jaar maar eens de 300 soorten moest gaan halen. Kort geleden nog maar, overigens, pas toen het er opeens op ging lijken dat die mijlpaal haalbaar was. Een paar pijnlijke missers de afgelopen tijd, de een (bruine lijster in Groningen) wat pijnlijker dan de ander (witoogeend afgelopen weekend op een regenachtige middag te Windesheim bij Zwolle), bracht mijn doel enigszins aan het wankelen dus ik dacht: vandaag maar eens naar Schiedam want die witoogeend daar, dat is toch een niet te missen inkoppertje, of niet?
Maar aangekomen bij de Wilhelminahaven geen witoogeend. Meerkoeten, tafeleenden, een mengseltje van wilde en soepeenden, grote gele kwikstaart over, maar van witoogeend geen spoor. Heb ik weer! Kan ik dat wel weer gaan relativeren, zoals ik meestal en wellicht tot vervelens toe doe, maar voor mijn streven naar 300 soorten dit jaar dreigde opnieuw een knauw. En daarvan kan ik me er ook weer niet al te veel veroorloven.
Omgereden en het haventje van de andere kant geprobeerd, wat slechts zeer beperkt zicht gaf op een deel van dezelfde tafeleenden en meerkoeten. Weer terug en nog even een ander zijhaventje geprobeerd maar dat bleek toch echt de verkeerde plek. Nog even aan de Maas gestaan en terug op wat toch echt de goede plek moest zijn. En daar: witoogeend! Nu wel. Heerlijk, dat gevoel van opluchting en voldoening, ook al betreft het slechts een witoogeend. Wel een mooie witoogeend, een adulte vogel, mooi op kleur en met witte kont tussen de tafeleenden waar-ie zojuist niet tussen had gezeten. Hoera! Toch weer een stapje op weg naar de 300. Nog vier te gaan.
Dit alles in een context van oude havenwerken, grauwe kades, hijskranen, gesloten pakhuizen en een roodbuikige sleepboot. Waarna Schiedam nog een verrassend mooie oude binnenstad bleek te bevatten.
18 november 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten