maandag 7 november 2016

IJmuiden, 6 november 2016

Het was een geweldige herfstdag vandaag. Zo’n heerlijke combinatie van op het ene moment felle zon en even later al even felle buien, die vooral de herfst af en toe in petto heeft. En hoewel die felle buien af en toe wel tot enig ongemak leidden, had ik ze niet willen missen. Want die luchten! Blauwe luchten die botsten op aardedonkere wolkenpartijen, het zonlicht dat door gaten en kieren sijpelde, majestueuze regenbogen: dan maar een nat pak af en toe.
Elk weer is mooi weer. Sommig weer is alleen wat minder praktisch.
Doelsoort vandaag was de kleine alk die sinds een paar dagen gezien wordt aan de IJmuider zuidpier. Het was alweer vijf jaar geleden dat ik die voor het laatst zag, ja, af en toe kan zo’n soort er bijna ongemerkt jarenlang tussendoor glippen dus het was wel weer eens tijd. Maar ik begon met de pestvogels die zich dezer dagen ophouden langs de Heerenduinweg in IJmuiden zelf: veel minder lang geleden maar altijd een geweldige soort, altijd een soort om naar uit te kijken in periodes dat ze weer eens wat talrijker zijn. Het ziet ernaar uit dat we weer zo’n periode hebben: op vele plaatsen in het land duiken deze juweeltjes weer met tientallen op. Ook in IJmuiden, waar hen weer de gebruikelijke, massale adoratie ten deel viel. Vooral van fotografen. Ik was zo ongeveer de enige zonder fototoestel, afgezien van mijn eenvoudige mobieltje, ik wordt nog een zeldzame minderheid. Of dat ben ik eigenlijk al. Ook zonder fototoestel was het heerlijk om de dag te beginnen met hun hoge gerinkel en hun acrobatische capriolen aan rijk beladen bessenstruiken. Eigenlijk kan je dag niet meer stuk als je een half uur of langer in het herfstzonnetje hebt staan genieten van hun meestal onbekommerde gedoe dat ze in hun argeloosheid af en toe op nauwelijks twee meter afstand van de toeschouwers bracht.
Toen ik later bij IJmuiden aan Zee afdaalde naar de oeverlanden van het Kennemermeer, viel intussen de eerste bui van mijn wandeling. Een lage zon die als het ware onder de bui doorscheen, een dubbele regenboog, pure magie! Later, op de pier, scheen de zon alweer. Tientallen drieteenstrandlopers op het strand, op de pier de gebruikelijke steenlopers, paarse strandlopers en een paar oeverpiepers en toen ik een groep vogelaars intensief op het water zag neerkijken vond ik ook de kleine alk, als een badeendje, ik ben lang niet de eerste die die vergelijking maakt maar hij is dan ook zeer treffend, als een badeendje dobberde hij op de golven. Niet naast de pier, maar door de telescoop toch erg fijn in beeld. Met een vrouw zwarte zee-eend en een vrouw eider.
Een stevige bui maakte een einde aan het feest. We lieten de vogel los, ik haastte me naar het vuurtorentje op de punt van de pier waar ik me voorlopig in de luwte begroef, en zelf heb ik de vogel daarna niet meer teruggezien. Een tijdje was het intussen behoorlijk heftig, met golven die hoog opspatten en zeewater dat tot een halve decimeter hoog over de pier stroomde. Je kon je afvragen of dit nog wel verantwoord was, vooral toen een golf hoog over het gebouwtje heen spatte, maar opvallend genoeg vond ik het eigenlijk helemaal zo hard niet waaien. De bui leek intussen eindeloos en het zwart aan de hemel reikte tot aan de horizon, maar uiteindelijk naderden toch opklaringen en volgde een uurtje met zon en hingen de meest duistere wolkenvelden windafwaarts. Tijd om weer even te vogelen. Tijdje over zee staan kijken maar veel vloog er niet, ondanks de noordwestenwind. Een paar roodkeelduikers, één zeekoet, wat zwarte zee-eenden. Terug over de pier vond ik nog ijseend en kuifaalscholver. Nieuwe buien, nieuwe zonneschijn, en op het Kennemermeer weer een ijseend. Dezelfde of een tweede? Nog meer prachtige luchten, nog even van de pestvogels genoten en daarna de bus terug naar Amsterdam.

6 november 2016









Geen opmerkingen:

Een reactie posten