Bij menig vogelaar sloeg-ie in als een fragmentatiebom: de melding op vrijdag van een roodkeelnachtegaal! Nota bene roodkeelnachtegaal: lang verwachte en door velen vurig gewenste nieuwe soort voor Nederland. Klein smetje: niet in oktober in een ongerept duinpannetje op Texel of op Vlieland of zo, maar in januari in een tuintje in een voortreffelijk wijkje in Hoogwoud, Noord-Holland. Ik zal het niet ontkennen: ook ik had mijn bedenkingen. Ook ik had me de eerste roodkeelnachtegaal van Nederland anders voorgesteld. Twijfels dus. Roodkeelnachtegaal, waarvoor we iedere herfst het knoestig kreupelhout in de luwte van de zeereep binnenstebuiten keren, in een ordentelijk achtertuintje in Hoogwoud, Noord-Holland? Het moest niet gekker worden. Geruchten over een mogelijk ringetje op de wat vage eerste foto’s van de vogel, deden het vertrouwen in dit geval ook geen goed. En de geruchten over een tweede vogel, iets met blauw, waarmee de nachtegaal samen zou optrekken, al helemaal niet. Voeg daarbij het gegeven dat de vogel zich vooral zou begeven in tuintjes achter hoge schuttingen en vrijwel alleen te zien zou zijn vanuit de huiskamer van de bewoners, en de twijfels dreigden om te slaan in weerzin. Weliswaar had de DBA een voortreffelijke bezoekersregeling georganiseerd (tegen betaling van vijf euro mochten we omstebeurt naar binnen), maar ik zag ons al de halve dag in de rij staan, in een op gewone dagen waarschijnlijk doodstille buitenwijk van Hoogwoud, wachtend op onze beurt om een korte blik te mogen werpen op een roodkeelnachtegaal die waarschijnlijk toch uit een kooitje komt.
Maar ja, roodkeelnachtegaal: heilige graal voor vogelminnend Nederland. Mocht-ie toch echt zijn, en kun je dat uitsluiten? dan wil je hem natuurlijk niet gemist hebben. Dus toch de gok maar gewaagd: de volgende ochtend storten Hans en ik ons in de hectiek van alweer een memorabele twitch. Rijen wachtenden voor de deur, dichte drommen vogelaars die zich opstellen rond groenvoorzieningen en achter elk gerucht aanhollen, we hebben het vaker gezien en natuurlijk vormen ze aanleiding tot zure commentaren op diverse internetfora. Ook dat hebben we vaker gezien. Maar uiteindelijk valt het allemaal reuze mee. Natuurlijk: een fraai stukje straattheater. Met honderden vogelaars op jacht naar de roodkeelnachtegaal. We lijken (lijken?) wel gek! Tv-ploegen storten zich erop als vliegen op de stroop en buurtkinderen pikken een centje mee door ons voor een euro koffie met koek te verkopen. Maar inmiddels is vastgesteld dat de vogel met zekerheid ongeringd is, waarmee een belangrijke horde is genomen op weg naar aanvaarding. (Meer dan dat wordt het niet: de veronderstelling dat de vogel wild zou kunnen zijn. Zeker zullen we het wel nooit weten.) En wanneer we ons om half tien aansluiten bij de rij wachtenden, mogen we zo doorlopen. Want verreweg de meeste wachtenden hebben de vogel al gezien en staan voor de tweede keer in de rij, en als nieuwkomers krijgen we voorrang. Dit gaat bijna te goed, na al onze twijfels en bedenkingen onderweg. Zo gemakkelijk zal het niet zijn, toch?
En inderdaad, zo gemakkelijk wordt het niet: als we in de keuken staan en op de ruggen kijken van de mensen die voor het raam naar de eerste roodkeelnachtegaal voor Nederland staan te kijken, ontstaat er een lichte paniek. Een kat heeft de vogel de tuin uitgejaagd, zodat er toch weer een beproeving volgt, een klassieke oefening in geduld.
Tijdje gewacht en toen, op basis van geruchten, toch maar weer naar buiten, achter de meute aan, het is even niet anders, worstelend om een beetje zicht op een stukje van een tuintje waar de vogel zich mogelijk zou bevinden. Aanvankelijk leverde dat niet meer op dan een wegvliegende flits van wat de vogel geweest zou zijn. Nee, heb je niks aan. Naar een ander tuintje, waar de groep intensief door verrekijkers staat te loeren, en terug naar het eerste tuintje, waar hij nu weer heen gevlogen zou zijn, het zijn licht frustrerende minuten en ik kan iedereen die zegt zich verre van dit soort taferelen te willen houden, prima begrijpen. Maar dan ineens: een vogel op de schutting. Oei! Het rode keeltje, geflankeerd door die strakke tekening van wenkbrauw- en mondstreep: alle scepsis, alle bedenkingen zijn weg want het is ‘m! Weliswaar heel even maar het was ‘m: roodkeelnachtegaal! Na twee tellen was-ie alweer weg en liet ons in extase achter. Roodkeelnachtegaal in Nederland: het ondenkbare toch denkbaar.
Korte tijd later dook-ie weer op in ‘het’ tuintje en genoot ik in de huiskamer nog eens de toegestane 10, 15 tellen van de vogel. Die liet niets te wensen over. Dat rood, die tekening op de kop, wat een fantastisch beest en wat een historische twitch weer.
16 januari 2016
Meer: Amerikaanse tafeleend
Geen opmerkingen:
Een reactie posten