Al enkele jaren verschijnt er iedere winter een roerdomp
in het plasje langs het fietspad om het centrale weiland in de Gagelpolder.
Soms kun je hem zien sluipen door het riet aan de overkant van het pad, soms
zie je hem roerloos langs de rietrand staan, maar meestal zie je hem niet. Of
dat is omdat-ie zich schuilhoudt in het riet, of omdat-ie elders verblijft, is meestal
onbekend. Ik heb ‘m wel eens kort gezien en daarna geheel zien verdwijnen in
het riet achter hem, volkomen opgaand in de geelbruine wereld om hem heen. En
ik heb wel eens meegemaakt dat-ie met heel veel moeite net zichtbaar was tussen
het riet. Dat je minuten lang naar de goede plek staat te kijken en niets ziet,
tot je ineens ontdekt dat een bepaalde onregelmatigheid in het riet toch
zijn kop is, of een stukje van zijn
borst. Dus dat je hem af en toe mist omdat-ie zich schuilhoudt, is wel zeker.
Maar als-ie zich soms enkele weken niet vertoont (ik kom er meestal meerdere
keren per week langs), vermoed ik dat-ie zich elders ophoudt. Net als de
plaatselijke zilverreigers, die ook weleens dagen achtereen in hetzelfde plasje
of in hetzelfde stukje weiland kunnen zitten en dan ineens weer ergens anders
opduiken. De roerdomp heb ik ook weleens vanaf een wandelpad verderop in het
gebied zien opvliegen.
Vanaf ergens in oktober begin ik op mijn ommetjes de
bewuste rietrand af te speuren. Dit jaar duurde het tot eind november voor ik
hem weer zag. Dat is elk jaar weer een beetje spannend want elk jaar is het de
vraag of-ie ook dit jaar weer opduikt. Soms heb ik het idee dat hij vooral op
mooie zonnige ochtenden tevoorschijn komt. Dat hij zich dan lekker koestert in
de lage zonnestralen die van achter de eventuele toeschouwer op de bewuste rietrand
schijnen. Het is een aardige gedachte maar of het echt zo is, weet ik niet. Ik
herinner me wel speciaal zulke zonnige ochtenden dat ik ‘m zag, maar ik zag ‘m ook
wel op grijze en miezerige dagen en ik heb geen idee hoe die zich tot elkaar
verhouden. Je zou er een statistische analyse op moeten loslaten maar daartoe
ontbreken me de gegevens. Hoe dan ook, vanmorgen was het buitengewoon grijs en
miezerig en juist vanmorgen zat-ie er weer. Niet bepaald een bevestiging van
mijn idee dus.
Het is opmerkelijk hoe de vogel ondanks zijn vermaarde
schutkleuren soms opvalt in die rietrand. Als je oog valt op een markante
geelbruine plek die enigszins afsteekt tussen het geelbruine riet, richt dan
even de verrekijker. Meestal is-ie het niet. Maar vanmorgen was-ie het wel. Een
erg prettige manier om de dag te beginnen.
18 december 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten