Om vijf voor zes vanmorgen stapte ik in Utrecht op de trein en om half 12 ging ik aan wal in Oost Vlieland. Vijfeneenhalf uur was ik onderweg geweest, en dan had ik nog de snelboot, die spuit echt als een speedboot over het wad. Daarna vijfeneenhalf uur op Vlieland doorgebracht, waarvan de laatste drie kwartier in de wachtkamer van Doeksen. Om vijf uur vertrok de boot weer van Vlieland en om kwart voor 10 was ik terug in Utrecht: nog eens zowat vijf uur onderweg. Ja, men gaat niet zomaar eventjes met de trein heen en weer naar Vlieland. Maar ik klaag niet hoor: al weken kijk ik op de NS-reisplanner en al weken is de conclusie dat de vroegste trein je net een paar minuten na vertrek van de ochtendboot in Harlingen haven brengt. En de middagboot is natuurlijk geen optie, dan kun je op Vlieland net zo goed op de boot blijven zitten tot die een uur later weer terug vaart, want dat is de laatste. Of je kunt een uurtje op een terrasje aan de wal gaan zitten. Als een recreant.
Maar toen ineens, voor zondag 2 maart, gaf de NS nog een andere optie: als je om vijf voor zes de trein neemt naar Duivendrecht, vandaar de trein naar Zwolle, dan die naar Leeuwarden en in Leeuwarden het boemeltje naar Harlingen, dan ben je om kwart voor tien in Harlingen haven, waar een krap uur later de snelboot naar Vlieland vertrekt. Ik weet niet waarom de reisplanner die mogelijkheid twee weken geleden niet gaf, maar het kon dus, in elk geval vandaag: met openbaar vervoer op één dag heen en weer naar Vlieland.
Voor elke minuut op het eiland was ik er pakweg twee onderweg. Het is een mooi moyenne. Maar dan heb je ook wat: zomaar effe tussendoor een middagje fietsen op Vlieland. Zelfs zonder sneeuwuil is dat een feest, bedacht ik onderweg op de fiets. De dorpsstraat, het Vuurboetsduin, de veldjes langs het wad met een stuk of 200 rotganzen, daarachter het wad bij hoog water en de duinweiden aan de andere kant, omgeven door krioelend kreupelhout. Stuk voor stuk zaken waar ik nog dagenlang van kan nagenieten. Maar ik was natuurlijk wel blij dat het uiteindelijk mét sneeuwuil werd: daar kan ik nog wekenlang van nagenieten. De vogel was vlot gevonden. Hij zat hoog op een duintopje om zich heen te kijken en werd van meerdere kanten bespied door telescopen en telelenzen die zich in het duinland hadden gewaagd. Ach, de meeste op beschaafde afstand, meende ik, en ik moet bekennen dat ik zelf ook even ietsje dichterbij geslopen ben. Tot waar wat mij betreft het zicht volmaakt en de afstand nog ruim voldoende was. En oh wat was-ie mooi. Hij was zonder meer alle uren onderweg waard. Heerlijke twitch, heerlijke vogel, mooier dan die op Texel enkele jaren terug. Vol in beeld, vrij zichtbaar, en zo keek ik ‘m af en toe recht in de gele ogen (vijftig keer vergroot door de telescoop, moet ik daar veiligheidshalve aan toevoegen), alweer die gele ogen, het is wat met al die uilen in Nederland. Na een tijdje vloog de vogel op en zoiets kan gemakkelijk aanleiding geven tot nieuwe discussies over verstoring maar vogels vliegen nou eenmaal af en toe op en ik zag zelf zo gauw niets dat aanleiding gaf tot nieuwe discussies over verstoring. Kan best wat gemist hebben natuurlijk. Hoe dan ook, het beeld van die vliegende sneeuwuil, zo majestueus, zo machtig, het zal me in elk geval nog lang heugen. Al was het maar vanwege het brakke hoofd en de slaperige ogen de komende dagen vanwege een ernstig slaaptekort de afgelopen 24 uur.
* Anders effe googelen …
2 maart 2014
Meer: Plannen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten