woensdag 2 januari 2013

Slotoffensief


Het was een geweldig jaar, wat vogels betreft, maar de laatste anderhalve week leek het een beetje als een nachtkaars uit te gaan. En dat verdient dit jaar niet. Ik heb vooral wat in de eigen omgeving geprobeerd, meer lieten de familieverplichtingen tijdens de kerstdagen niet toe. Op zich doe ik dat graag, maar met het grijze, miezerige weer van de afgelopen tijd was het niet altijd een feest en daarbij: erg veel had de omgeving van Utrecht niet te bieden. Veel grote zilverreigers, die wel, na de kortstondige kou vorige maand weer helemaal terug, maar weinig zon. Nou zal dat laatste elders in het land wel niet anders geweest zijn, maar al met al is het hier wat saai momenteel. En hoewel het een prima familie is die me dezer dagen aan huis gekluisterd houdt, het is immers best mogelijk dat sommigen meelezen en ik wil geen heibel in de tent, had ik dus tussen alle gezelligheid door wel behoefte aan een slotoffensiefje, om het jaar nog even glorieus uit te luiden.
Daartoe om te beginnen even naar Katwijk. Daar immers vertoeft alweer enige tijd een humes bladkoning. Op vrijwel dezelfde plek als vorig jaar om deze tijd: teruggekeerd? We zullen het wel nooit zeker weten, maar een boeiende gedachte is het wel. Een makkelijk vogeltje echter is het niet. Met enig geduld laat-ie zich wel horen en op zich is dat al interessant genoeg. Want niet alleen de bekende tweetonige roep klonk geregeld, af en toe ook een wat slepend en ijl eentonig roepje. Maar het was zoals anderen voor mij ook al ervaren hebben: het beestje is rusteloos en razendsnel, blijft meest verscholen in de paar nog groene struikjes en boompjes achter het parkeerplaatsje aan de Nachtegaallaan en is vrijwel telkens als je hem toch even in beeld hebt, alweer verdwenen voor je zelfs maar de tijd hebt gehad je verrekijker naar je ogen te brengen. Eén keer had ik ‘m ongeveer één tel herkenbaar in de kijker. Daar moest ik het dan maar mee doen.
Een cadeautje was nog de pestvogel die zich enige tijd mooi liet zien in de bosjes tussen de parkeerplaats en de straat. En hoewel het inmiddels ook voor mij niet meer de eerste is deze winter, blijft het een zeer bezienswaardige vogel. Een vogel waar je altijd blij van wordt. Voeg daaraan nog de zon toe die zomaar ineens was gaan schijnen, en het uurtje aan zee met onder andere tientallen roodkeelduikers op en vooral over zee, en je kunt zeggen dat de eerste dag van mijn slotoffensief geslaagd was.

Een dag later stond een stukje van Limburgs heuvelland op het programma. Met zon en grauwe gorzen, beide inderdaad in ruime mate voorradig, en ik durf zo even niet te zeggen welke van beide me het aangenaamst waren. De grauwe gorzen waren natuurlijk geweldig. Het was alweer drie jaar geleden dat ik die zag dus het was wel weer tijd, en ze waren niet bepaald zuinig. Diverse keren zag ik een groepje van een stuk of tien tot vijftien stuks langs vliegen of invallen in de verwilderde akker, en hoewel ik geen idee had hoeveel daarvan ik er eerder ook al had gezien, leken er voor Nederland tegenwoordig ongekende aantallen aanwezig te zijn. Af en toe ook mooi zichtbaar in de telescoop, rommelend tussen de plantenresten of rustend in een boompje in het veld. En dat samen met vinken, tientallen kepen, tientallen geelgorzen, mooi dus.
Maar die zon, die is de laatste weken zeldzamer dan grauwe gorzen dus die was ook niet mis. Na een wat regenachtig begin nam hij het heft volledig in handen, al kon-ie helaas de koude winterwind niet tot bedaren brengen. Maar dat lage winterzonnetje dat zo zachtjes het glooiende heuvelland betast, dat maakt een mens minstens zo blij als een pestvogel in een struikje in Katwijk (of waar dan ook). Sommige mensen hebben weinig méér nodig om gelukkig te zijn. Tijdens mijn ommetje van station Geleen oost naar station Spaubeek dus volop genoten. Ommetje overigens in ruime zin want ik scheerde langs Sittard, raakt verzeild in Duitsland, keek vanaf het hooggelegen kerkhofje van Hillensberg diep het land van onze oosterburen in en betrad via Doenrade weer het vaderland. En al die tijd lag daar het heuvelland, roerloos en stil zoals dat hoort onder dat lage winterzonnetje. Bosgordels langs de heuvelranden kaal behalve de klimop die woekert langs de stammen. Bij Puth een mooie jagende vrouw blauwe kiekendief. Bij kasteel Terborch raakte ik verstrikt in het stroomgebied van de Geleenbeek, waar we enkele jaren geleden nog een mooie zomerdag doorbrachten. Feestjes van herkenning, bomen met maretakken die in de kale winter altijd zo veel meer tot hun recht komen, en in Spaubeek de trein terug. Ja, ik ben klaar voor het nieuwe jaar.

30 december 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten