Onderweg las ik over Johannes Rypma, ‘dark horse’ in de finale van ‘The Voice’. Ja, je moet wat als je zo’n twee en een half uur in de trein zit (en straks twee en een half uur weer terug) om een HEMA dagkaart te verzilveren. Dan lees je alles dat je voor ogen krijgt. Fietsend in de Friese polders nabij IJlst zie ik aan een boerderij een reusachtig spandoek: ‘Johannes Rypma, the voice of Fryslân’. En honderd meter verderop nog een. Toeval? Of is heel Friesland in de ban van die jongen?
(Wel grappig trouwens hoe de ene helft van Nederland in de ban is van een heel andere Johannes terwijl de andere helft vermoedelijk nog nooit van die andere Johannes heeft gehoord maar je precies zal weten te vertellen wie die ene is.)
Nou eens niet getwitcht vandaag. Alle her en der in den lande beschikbare zeldzaamheden links laten liggen (die zaten sowieso niet ver genoeg om mijn HEMA dagkaart aan te besteden), en gewoon een heerlijk dagje fietsen in Zuidwest Friesland. Al had ik natuurlijk wel een doelsoort. Want specialiteit van dit gebied is de kleine rietgans: elders in het land tamelijk schaars maar in deze regio met duizenden aanwezig. Het kostte dan ook niet veel tijd om deze voor mij nog nieuwe jaarsoort te vinden. Toen ik over een doodlopend weggetje een groepje brandganzen benaderde, bleken daar al gauw ook wat bruine ganzen tussen te zitten. Kolganzen, maar zoals bij nadere inspectie bleek, ook wat kleine rieten. Later zag ik er nog vele. Onder andere minimaal 150 verspreid in een groep van enkele duizenden brandganzen. En een mooie groep van een kleine honderd dicht langs de weg.
Wie niet goed kijkt kan denken: al die bruine ganzen zijn hetzelfde. Allemaal saaie bruine beesten met een witte kont. Maar dat zijn ze niet. Wie wel goed kijkt (of even in een vogelgids bladert) ziet subtiele (en soms minder subtiele) verschillen. Zelf vind ik de kleine rietgans een van de leukste van het stel. Een kort, donker nekje, een stomp kopje met kort, donker snaveltje en een grijzige waas over de rug die in een laag winterzonnetje af en toe bijna zilverachtig kan oplichten, ze geven de vogel een heel eigen karakter en met wat ervaring pik je ze er zo uit.
Missie volbracht dus, en tijd voor heerlijk doelloos dwalen door de Friese velden. Af en toe een zonnetje, af en toe een beetje regen, en een frisse tegenwind die aan kwam waaien over de Friese velden, af en toe gestuit door een beboste kade of een door hoge bomen omringde boerderij. Friese meren; ik kwam onder meer langs het Piekemeer, het Rietmeer en de Oudegaaster Brekken, omgeven door diep buigende rietwaaiers en kreunend onder de daar toch stevig aanwakkerende zuidenwind. Beloftevolle natte landjes met plasjes en modderige oevers waar in deze winterse tijden niets te beleven was. En nog meer velden vol ganzen. Na een tijdje waren tussen die ganzen ineens geen rietganzen meer te vinden. Zo snel kan het gaan: enkele kilometers slechts voorbij het gebied waar er in vrijwel elke groep wel minstens een paar zaten. Een nogal plaatselijk verschijnsel dus. Uiteindelijk kwam ik terecht in Workum. Fietste door de fraaie oude dorpsstraat en langs de monumentale oude kerk en fietste aan de andere kant het dorp weer uit. Naar het IJsselmeer, naar de Workumerwaard, naar de bekende uitzichtbult aldaar. Daar telde ik 22 kleine zwanen op het IJsselmeer. De pijlstaarten heb ik niet geteld. In de binnen gelegen graslanden onder meer vele goudplevieren. Hoeveel, dat merkte ik pas toen ik over een doodlopend weggetje door die graslanden fietste. Duizenden moeten het er geweest zijn. En honderden bonte strandlopers. Wulpen ook, een paar kemphanen, brandganzen, een grote zilverreiger. En boven de rietzoom langs het IJsselmeer een mooi vrouwtje blauwe kiekendief.
Geen zeldzaamheden dus vandaag, maar genoeg te beleven. Het was nog tamelijk vroeg maar ik was volmaakt tevreden. In Workum de trein genomen, om mijn HEMA dagkaart op te maken.
15 december 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten