zondag 9 december 2012

Düsseldorf

Zaterdag 1 december
Het is nog even wennen, maar het is dus Düsseldorf geworden. Midden in het Ruhrgebied, zoals Harriët me jaren geleden al eens beloofde: ooit gaan we op vakantie naar het Ruhrgebied. Waar geen vogels zijn.
Twee dagen lang doen we alsof we tot de gegoede burgerij behoren, tot de welgestelden: twee dagen verblijven we in een sjiek viersterrenhotel. Met ligbad op de kamer, luxueus ontbijtbuffet en een zwembad op de bovenste etage met uitzicht op de stad. Bij dat laatste stelden we ons heel wat voor, vooral toen we gisteravond onderweg in het donker langs de Münsterstrasse die torenflat zagen opdoemen, met glanzend glas bekleed en een stuk of 32 verdiepingen hoog, met de letters ARAG bovenop. Dat was niet ons hotel, weten we inmiddels. Ons hotel was een paar blokken verderop en het zwembad ligt op de zevende verdieping. Uitzicht inderdaad, onder andere op de torenflat met de letters ARAG bovenop, die hoog boven ons uitsteekt. En vanuit onze kamers op een stukje hedendaagse stadsrandzonde, met beneden ons een snelweg en daarachter een rommeltje van parkeerterreinen, volkstuintjes, een McDonalds en in de verte een fabriekscomplex. Alles vooralsnog onder een grauwe en druilerige wolkenlucht.
Onze eerste verkenningen, gisteravond, hadden nog uitsluitend het hotel zelf ten doel. Stille gangen, rustieke zitjes met plant en schemerlamp, glanzende spiegels en uitzichten in de nacht. En beneden sjieke zalen en eet- en drinkgelegenheden.

Vandaag aan de Rijn gestaan. En bovenop de ‘Rheintur’, waar we vanaf 170 meter hoogte neerkeken op de stad. Op de ‘Altstad’ met zijn wirwar van straatjes en steegjes en pleintjes en dicht opeen gebouwde huizen waartussen enkele monumentale gebouwen hun gerechtigde plek opeisen. Op de ‘Neustad’ met zijn intrigerende architectuur vol vorm en kleur waar plaatselijk de klimmannetjes over de muren kropen en recht onder ons de gebouwen van het deelstaatparlement onze aandacht trokken, die ons beneden niet bijzonder waren opgevallen maar die van boven ineens hun markante ronde en halfronde vormen toonden. En op de Rijn die zich als een sjaal om beide heen wikkelt. Hoogteverschillen daar beneden werden teniet gedaan door de hoogte hierboven. Wat zojuist nog oogde als imposante hoogbouw, is van bovenaf nietig en onbeduidend. Je kijkt erop neer als op Madurodam, met speelgoedmensjes, speelgoedautootjes, speelgoedboompjes, speelgoedhuisjes en speelgoedbootjes op de Rijn. Alles nog steeds onder een grauwsluier en in de verte snel vervagend, behalve een enkele verre plek die oplichtte in een zeldzame zonnestraal die door de wolken sijpelde.
Beneden rijzen de architectonische wonderen weer hoog boven je uit. Het is een wonderlijk schouwspel. Gebouwen lijken wel te bewegen, te dansen. Ronde vormen en onregelmatige contouren wisselen af met rechtlijnige hoekigheid, maar zelden zijn die hoeken recht. Overhellende wanden, scherpe dakconstructies, alles is speels, fantasievol, vormenrijk.
Het gebouw van de ‘Kunstverzameling van Nordrhein-Westfalen’, even verderop, is oud en klassiek maar evengoed fraai en indrukwekkend, en van binnen ineens weer hypermodern en een kunstwerk op zich. De kunstverzameling is erg modern en riep telkens weer vragen op naar het waarom. Natuurlijk is dat waar kunst voor bedoeld is, maar vermoeiend was het wel. Sommige dingen vond ik gewoon mooi, zoals een beeldengroep van een stuk of vijftig bijna identieke oude Chineesachtige mannetjes in een veelheid van houdingen bijeen in een stille zaal. Of een rijtje draaiende speelgoedstellages die belicht door ieder hun eigen schijnwerpertje grillig door elkaar heen bewegende schaduwen wierpen op de muur erachter. En de verwrongen wenteltrap natuurlijk, die in de reusachtige centrale zaal van tientallen meters hoog omlaag hing.
Aan het eind van de middag raakten we verzeild in de oude stad. In late schemer dwaalden we door overvolle straten en pleinen en schuifelden voort in de menigte die zich bewoog over kerstmarkten en langs verlichte winkeletalages. Terwijl we thuis nog druk zijn met sinterklaas, is Düsseldorf al volledig in de ban van kerst. Met kerstkraampjes, kerstversieringen, kerststellages en kerstmannen. Overvolle warenhuizen, lange rijen, massa’s mensen op jacht naar kerstaankopen. Altijd voel ik me op zulke momenten wat vervreemd van mijn medemensen, als ik zie waar die zo massaal warm voor lopen, door welke luxe en weelde ze zich laten verleiden die mij volkomen koud laten. Maar meestal blijken, als het zo uitkomt, al die mensen toch gewoon heel aardig. Prettige kerstgedachte.

Zondag 2 december
Vanochtend eerst een uurtje in mijn eentje naar buiten geweest. Beide uitzichten vanuit het hotel bewandeld. Gewone woonstraten, gewone woonhuizen, tuintjes, garages. Het is niet dat het nou zo bijzonder is hier rond ons hotel. Maar ooit een keer zal ik me ze weer herinneren, station Düsseldorf Berendorf, het uitgestrekte spoorwegemplacement, het verlaten parkeerterrein, de McDonalds die pronkt in het uitzicht vanuit onze kamers, de oase van het volkstuintjescomplex. Ooit zal ik me ze weer herinneren, en me afvragen waar en wanneer dat toch ook alweer was. Je bent hier, hoe dan ook, in een ander land en dat merk je, al weet je niet altijd waaraan.
Memorabeler is natuurlijk de oude stad waar we vanmiddag waren. Meteen al liepen we tegen een kolossaal, een monumentaal complex aan van de plaatselijke kunstacademie: zo groot, zo overweldigend, daar zou je woorden voor willen gebruiken die net zo groot zijn. Verder een mooie oude kerk hier, een mooie oude kerk daar, een paar mooie hoekjes, en de loop van de Düssel, het smalle riviertje dat in Düsseldorf in de Rijn uitmondt. De Rijnkade met het zicht op het stadsdeel aan de overkant met markante geveltjes langs de kade, en op de nieuwe stad achter de Rheintur die als altijd hoog overal bovenuit steekt. Maar al gauw waren er ook weer de drukke winkelstraten, de overvolle warenhuizen, de kerstmarkten. De mensenmassa’s. Aan het eind van de middag onttrokken we ons nog even aan de drukte in het keramiekmuseum, waar de zalen stil zijn en af en toe vol van een schoonheid die net zo goed product is van mensenhanden als de edelkitsch buiten op de kerstmarkten. Het verschil is niet eens altijd zo duidelijk. Daarna de reis naar huis aangevangen.

2 december 2012


Meer buitenlandse zaken: Bretagne



Geen opmerkingen:

Een reactie posten