Effe een paar ouwe koeien. We hadden dus een weekje Ameland en wat was me opgevallen? Niet één zwartkop daar, terwijl ik die in Utrecht toch echt al had voor we naar Ameland gingen. En nog niet één fitis, soort die tijdens mijn verblijf op Ameland al geregeld gemeld werd uit het Utrechtse. In Ameland loopt de lente blijkbaar een weekje achter op de rest van het land. Niet zo vreemd, daar zit immers een Waddenzee tussen. Dus toen ik terug was in Utrecht meende ik wel eventjes fitis te kunnen gaan opstrijken. Nou, dat viel nog niet mee. Rond Maarsseveen geen fitis. In de Molenpolder niet, in de Veenderij en in het bosje van Robertson niet, in de Tienhovense plassen niet en in de Taartpunt niet. Het had blijkbaar niet alleen aan Ameland gelegen dat ik fitis niet had kunnen vinden. Ze zijn gewoon laat. Zoals ook heel wat andere voorjaarssoorten momenteel erg laat zijn. Pas vandaag bijvoorbeeld had ik mijn eerste gierzwaluw, nog net voor koningsdag. Kleine karekiet nog steeds niet. Koekoek: één keertje horen roepen.
Terug door de Tienhovense plassen overigens toch nog een paar keer het riedeltje van fitis. Hoera!
Het zijn meest prachtige lentedagen sinds we terug zijn van ons stormachtige weekje Ameland. Heldere luchten, volop zon, oostenwind. Dus, je kunt er de klok op gelijk zetten, dus vliegen overal de wouwen en de visarenden en soms nog wat mooiers. Alleen: nooit waar ik ben, in elk geval niet als ik er ben. Iedereen ziet ze, keer op keer worden ze gemeld op de diverse vogel-appgroepen, maar ik sta nog altijd droog. Ik weet het, er is meer aan de hand in de wereld, zaken van groter gewicht, Oekraïne, klimaat, dus waar hebben we het over? Tel uw zegeningen: mooi groepje regenwulpen hier, fraaie steenuil in avondschemer daar, maar toch, één keer een wouw, dat zou best leuk zijn. Of een visarend, ook goed.
Op een eenzame grijze dag tussendoor was ik in de Westbroekse Zodden. Er waren drie beflijsters gemeld, en elk jaar wil je toch minstens één keer beflijsters zien. Was me dit jaar tot dan toe nog niet gelukt en ook toen leken ze me niet gegund. Nergens te bekennen. Maar toen ineens zaten ze daar, met zijn drieën bij elkaar foeragerend op een legakkertje. Waarna ik verderop in een verre boom een zeearend ontdekte. Geen wouw, maar toch bijna net zo leuk. (Nog niet zo heel lang geleden zouden ze je na zo’n uitspraak met open mond staan aangapen maar tegenwoordig lijkt zeearend wel gewoner dan rode wouw.) Hij zat nogal ver weg maar was toch indrukwekkend. Zeker toen hij begon te vliegen. Geruime tijd cirkelde hij rond, hoog boven de panikerende ganzen.
Ik moest me de komende tijd dus maar niet meer teveel beklagen. Het helpt toch niet.
Als de leuke soorten niet naar mij toe komen, moet ik maar naar de leuke soorten toe. Het is een beproefd concept. Daarom maar eens richting Biesbosch getogen. Het was me om amerikaanse wintertaling te doen, in de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Meestal geen soort waar ik meteen voor in de trein stap maar toen ik het eens nakeek, bleek dat mijn laatste uit 2015 stamde, zeven jaar geleden. Dus eigenlijk werd het wel weer eens tijd. Bovendien: ’s-ochtends nog gemeld! Daar hoop je op bij elke twitch, dus moest ik nu maar gaan ook.
Hij was gauw gevonden, maar veel was er aanvankelijk niet aan hem te zien. Hij zat ineengedoken te slapen en je zag nog net een stukje van de verticale witte streep langs de borst die hem onderscheidt van onze wintertalingen. Wat eigenlijk veel opvallender was, was wat je niet zag: de horizontale witte streep over de vleugel, het andere onderscheid tussen de beide broedersoorten (de onze heeft die wel, de amerikaanse niet). Voldoende bewijs dus, maar je wilt toch wat meer. Uiteindelijk werd geduld beloond: hij begon te bewegen, werd actief en liet zich zo mooi zien als we maar wensen konden, poetsend en slobberend, zodat ook de subtielere kenmerken te zien waren. Met ook nog twee prachtige steltkluten ter plaatse werd het al met al een succesvolle twitch.
De verdere dag besteed aan de Brabantse Biesbosch, met zwartkopmeeuwtjes, een mooie cetti’s zanger en verre visarenden op het nest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten