zondag 6 juni 2021

Thyencamp

Op de camping in misschien wel de natste week in misschien wel het natste voorjaar sinds mensenheugenis. Goed, we zitten in een trekkershut, dat scheelt natuurlijk, en bovendien op Thyencamp, de paradijselijke camping van Loes en Ronald midden in de Drentse binnenlanden, maar ook hier is regen nat, ook hier zijn de grasvelden plaatselijk verzopen en getransformeerd tot moddervlaktes en ook hier haasten we ons van tijd tot tijd door de regen naar het WC-gebouw. Ja, we hadden het beter kunnen treffen. Maar ach, het is wat het is, zoals een bekende Amerikaanse ex-president zou zeggen. Regen, een bui, een beetje zon, af en toe droog, soms zelfs langdurig, dan weer regen. Het was al aangekondigd en zo is het al zowat de hele lente, en zo is het nu dus ook. Gemiddeld veel wind maar niet altijd. Gemiddeld behoorlijk fris maar niet altijd. Er valt mee te leven en het heeft niet kunnen verhinderen dat het iedere dag gelukt is om iets moois mee te maken.
Zo was er die ene in weerwil van alle sombere prognoses stralende ochtend: helder en vrijwel windstil. Ik dacht, pakken wat je pakken kan dus rond 5 uur opgestaan en om 6 uur vertrokken richting Fochteloƫrveen. Om 8 uur stond ik aan het Kolonieveld te luisteren naar twee fanatiek baltsroepende draaihalzen, met backing vocals van wielewaal en in de verte kraanvogels, terwijl over de bosrand een zeearend vloog! Zeearend en kraanvogels: het leek Estland wel. En het werd nog mooier: enige tijd later vond ik na lang zoeken draaihals luid roepend boven in een eik langs het pad. Ik pak de telescoop met het idee: die is vast gevlogen wanneer die klaarstaat, maar nee: beeldvullend in de scoop! En ik had nog zowat een hele dag te gaan! Een hele dag met kraanvogels (vooral gehoord, meest van ver maar het blijft een zinnenprikkelend geluid), met paapjes (ook heel mooi zingend, zo anders, zo veel klankrijker en melancholischer dan neef roodborsttapuit), met Fluiter, lavendelhei, geelgorzen, alles onder een komen en gaan van buienluchten die aanvankelijk niets aan nattigheid nalieten. Later wel maar ach ...
Als dit het enige hoogtepunt van onze Drentse vijfdaagse was geweest, was ik daar volmaakt tevreden mee. Maar dat was het niet. Zo fietsten we al op onze eerste middag tussen de buien door het Hijkerveld op. De licht glooiende heidevelden en de ondiepe plasjes ingeklemd tussen meest verre en soms ineens nabije bosranden, ze lagen er nog precies zo als we ze vijf jaar geleden hadden achtergelaten, leek het. Boompiepers, graspiepers, veldleeuweriken, een raaf. Daarna Diependal: toen we na de lange tunnel uit de grond in de hut midden tussen de plassen opdoken, vonden we bijna meteen roodhalsfuut, doelsoort van deze locatie. Twee zelfs, twee fraaie adult zomer roodhalsfuten in een nabije plas, die zijn samen genoeg om een week lang gelukkig te zijn. Ook wilde zwaan was aanwezig: al jaren lang een bekend geval maar het blijft eind mei een spectaculaire soort.

Ja, ondanks alle meteorologisch onheil lukte het ons elke dag om iets mee te maken dat we ons zullen herinneren. Maandag: prachtige luchten, felle buien, vage miezer en in de ochtend naar Westerbork waar ook af en toe de zon scheen. Mooie, indrukwekkende plek vol van tragische verhalen, nou ja, is bekend natuurlijk maar toch. Op de achtergrond de radiotelescopen van de radiosterrenwacht. Het merkwaardige contrast daar is al eerder opgemerkt. Er riep ook nog een draaihals.
Aan het eind van de middag maakten we nog een korte maar erg mooie eind-van-de-middagwandeling. Vlak achter de camping het land in langs zware eikenlanen, langs een mooi ondergelopen stuk land waarboven volop zwaluwen foerageerden, en langs prachtige, golvende hooilanden omzoomd door frisgroene struwelen. Zware luchten als de toorn gods, geregeld regen maar af en toe ineens effe zon, en zingende wielewaal om het helemaal af te maken. Op zo'n volmaakt zonovergoten lenteweekend zoals we ons dat vooraf hadden voorgesteld, maak je zoiets niet mee.
En in de avond in de schemer met Ronald onder toeziend oog van de bui die de thuisblijvers getroffen had, op het Groote Zand gestaan. Ver weg nachtzwaluwen plus een overvliegend, en boven ons baltsende houtsnip.

Ook al toonde buienradar ons soms urenlang vervaarlijke berglandschappen, telkens werd het toch weer droog, of op zijn minst bijna droog en ach, dan ga je, ingepakt in regenkleding, gewoon naar buiten en dan gaat op een zeker moment toch weer de zon schijnen. Zo was het bijvoorbeeld toen we dwaalden over het militair oefenterrein De Haar. Prachtig is het daar, met hooilanden, bosschages, ruigtevelden en fraaie eikenlaantjes van voordat het hier militair oefenterrein was, wat kunnen militaire oefenterreinen toch mooi zijn, die militairen boffen maar. Waarna het natuurlijk ook gewoon weer ging regenen.
In de loop van de middag werd het droger en kregen we een mild weertype met wat lichte buitjes en tussendoor flink wat zon. Een traktatie! Besteed aan een tochtje over het Hijkerveld, langs de schaapskooi en tot aan de grafheuvels. Mooi, afwisselend landschapje van bos, halfopen landjes en af en toe een vennetje. Langs vliegende kleine bonte specht, dodaarzen en tenslotte Diependal met roodhalsfuut en wilde zwaan. Toen het weer verkilde en er nieuwe forse buien vielen, zaten we veilig binnen.

Op onze laatste ochtend kregen we zon. Ook een enkele bui maar daarna toch weer zon, het was tot besluit het beste weer van onze vijfdaagse, jammer dat we vanmiddag alweer zouden vertrekken. Vroeg op de fiets voor een tochtje langs dat andere militaire oefenterrein in de nabijheid: het Witterveld. Ook al zo fraai: heidevelden, hooilanden, boomlanen, bosranden, zingende boompiepers, geelgorzen enzovoort. En daarna, na ontbijt en regenpauze, naar de andere kant van Hooghalen: het Groote zand en omgeving. Daar ontdekte ik mijn ‘eigen’ draaihals: fanatiek roepend en ook af en toe aardig in beeld. Hij was natuurlijk al bekend maar daar wist ik niets van. Dat is typisch een dingetje van deze tijd: je kunt wel denken iets nieuws ontdekt te hebben, maar meestal was iemand je al voor. Dat was vroeger waarschijnlijk ook wel zo, maar toen werd dat niet voor eeuwig vastgelegd op het wereldwijde web. Ook nog een zwarte specht over en heel even weer die verzengende zang van wielewaal. Het was een waardige afsluiting.

26 mei 2021















Geen opmerkingen:

Een reactie posten