Ik ben ervoor naar de Tichelgaten van Windesheim geweest, stille wateren met eenden en meerkoeten omgeven door wat karige bossigheid, in een context van herfst en motregen en af en toe zelfs echte regen. (Woorden zijn zo ontoereikend, in elk geval de mijne, maar ik kan u verzekeren, het was er mooi. En wat meer is: het heeft een herinnering nagelaten.) Maar geen witoogeend. Dus een week later stond ik tussen de pakhuizen en kantoorgebouwen in Schiedam aan een oude kade met zicht op nog meer oude kades en pakhuizen, en kraaninstallaties en schepen tot in de verte en na enig zoeken op een mooie witoogeend tussen de tafeleenden. Op een mistige middag ben ik ervoor naar Zutphen geweest, heb daar rondgefietst door ternauwernood zichtbare bossen en velden van de Achterhoek tussen Warnsveld en Vorden en heb een uur doorgebracht bij een waterspreeuw bij een stuw in de Berkel. Op een zonovergoten ochtend ben ik naar het Limburgse heuvelland rond Sittard geweest waar de laatste restjes herfst prachtig kleurden in de glooiingen terwijl ik stond te kijken naar een stuk of tien grauwe gorzen. En aan een oud grachtje omgeven door grootstedelijke nieuwbouw in Amsterdam stond ik te zoeken naar een kleine burgemeester. Alles voor de 300!
Allemaal geen straf natuurlijk.
En tenslotte vandaag naar een winters, verlaten vakantieparkje in de buurt van Rosmalen geweest. Een mooie, heldere late herfst- of vroege winterdag. Wat laatste, verdorde restjes kleur aan de bosranden maakten het nog een beetje herfst, de meest al kale bomen en het helderkoude weer juist meer winter. Hoofddoel was vandaag de humes bladkoning die al enkele dagen verblijft in vakantiepark Vinkeloord bij Vinkel, waar nog een enkele bladblazer blies maar de meeste vakantiehuisjes donker en gesloten achter hun coniferenhagen lagen. Dit moest mijn 300e soort van dit jaar worden, maar aanvankelijk zag het daar nog niet naar uit. Zoekende mensen maar geen spoor van de vogel en niemand die hem al gezien had en wist waar te zoeken. Zag er vrij kansloos uit maar soms vallen die dingen bij nader inzien wel mee: na een half uurtje zoeken was ikzelf de gelukkige die hem terugvond, roepend vanuit een hoge, zeer dichte conifeer. Hij liet zich niet zien en tegen de tijd dat andere vogelaars waren gearriveerd, deed-ie er weer het zwijgen toe. Maar na een tijdje begon-ie weer te roepen en nu kregen we hem wel te zien, hoog boven ons, af en toe vrij tussen wat kale takken en op zeker moment nog net herkenbaar.
Later en wat verderop kregen we hem veel beter te zien. Geruime tijd foerageerde hij aan beide zeiden langs de centrale hoofdweg door het park, af en toe fanatiek roepend, geregeld goed zichtbaar en even zelfs op slechts enkele meters afstand in het lage, kale kreupelhout langs het weggetje. 300 dus. Ik beloof het er verder niet meer over te zullen hebben, daarvoor is het natuurlijk veel te onbelangrijk.
Hier ook nog onder andere een mooie boomklever op een metalen hekwerk, niet zeldzaam natuurlijk maar wel het aanzien en dus het noemen waard. Waarna, om het af te maken, nog een fijn stukje gefietst door het Brabantse land. Langs velden en halfkale akkers, boomlanen, bosranden, ach, het idee dat je die woorden al zo vaak gebezigd hebt maar mooi was het (idem), en lekker bijtijds terug in Rosmalen. Een zeer geslaagde twitch, zo heb ik ze graag.
3 december 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten