woensdag 4 juni 2014

Antipiep

Je hebt de piep, de eerste, het begin van alles, de piep die alle twitchers wakker schudt en in beweging zet. Je hebt de zogenaamde ‘piep in de rug’, de bevestiging, zo heerlijk als je onderweg bent: ja hoor, hij zit er nog. En je hebt wat ik maar de antipiep noem: ‘vogel nu uit beeld’, ‘vogel hoog opgevlogen en ver naar oost noordoost’ of ‘zoekactie negatief’, met andere woorden: ‘vogel nog niet teruggevonden’. (‘Ik krijg net door dat de vogel vanochtend niet gevonden is. Helaas...’) Ook een leuke: ‘determinatie herzien’. Toch gewoon een mus. Overigens, als je niet kunt is de antipiep ook weleens een geruststelling.

De piep kwam vanmorgen net toen ik van plan was naar het verre Groningen af te reizen: steppevorkstaartplevier in de Groene Jonker. Een soort waar je wel een dagje voor wilt uittrekken: het zou een stukje minder ver worden vandaag. Op de fiets even voor Zegveld volgde de piep in de rug: 'vogel mooi zichtbaar vanaf de dijk'. Dat klonk goed. Maar amper twee minuten later volgde de gevreesde antipiep: ‘Opgevlogen richting noord. Even hoog foeragerend tussen de zwaluwen. Nu uit beeld.’ ‘Nu uit beeld’, dat is ongeveer de meest vervloekte mededeling die een twitcher krijgen kan. Maar al te vaak betekent dat zoiets als ‘met de noorderzon vertrokken’. Ik fietste natuurlijk door, wat moest ik anders, Zegveld, Woerdense Verlaat, midden in het Platte Land waar Jacques Brel zo mooi over zingen kon, maar ik voelde de dip al aankomen.
Het werd een gezellige dag. Samen met lotgenoten, bekenden uit het vogelaarswereldje en een toevallige vogelexcursie, stonden we in de Groene Jonker te wachten op een steppevorkstaartplevier die niet meer kwam. Nee, die kregen we niet te zien vandaag. We behoorden allemaal tot de te-laatkomers, een groep waar je natuurlijk liefst nooit bij wilt horen maar je bent allemaal een keer de klos. Dit keer was de groep trouwens tamelijk groot, want maar weinig mensen waren vanmorgen op tijd geweest. Ik ben er in elk geval niet een tegengekomen. Even flakkerde nog de hoop op, toen de melding kwam dat de vogel weer kort gezien was. Met zijn allen trokken we naar de dijk, enkele honderden meters verderop, om daar ons wachten voort te zetten, maar de vogel vertoonde zich niet meer. Ach, het weer was mooi en de Groene Jonker vol vogels. Dan wel geen steppevorkstaartplevier, maar wel een zwarte ibis. En een boel lepelaars, nog een paar smienten, een mooie geoorde fuut, diverse zingende blauwborsten en een hoempende roerdomp. Onder meer.
Tussendoor nog even naar Ruygeborg, nieuwe plasdras enkele kilometers verderop bij Nieuwkoop dat in korte tijd al een aardige reputatie heeft opgebouwd. Verschillende van de te-laatkomers van zojuist kwam ik er weer tegen en daar was reden voor: er joeg een fraaie witwangstern, er vertoonde zich af en toe kort maar mooi een porseleinhoen en er zat opnieuw een zwarte ibis. Al met al was de daglijst veel te lang en veel te mooi om ontevreden te mogen zijn. Eigenlijk was het wel een mooi vertoon van wat nieuwe natuur in Nederland vermag. En een steppevorkstaartplevier hoort daar natuurlijk helemaal niet bij.

1 juni 2014


Naschrift: Mijn gewaardeerde facebookvrienden wisten hier wel raad mee. Jaap Denee: 'En dan heb je nog o.a. de schemerpiep, de 'ik-ben-er-ook' piep en de 'ik-ben-onderweg-naar-huis-en-laat-weten-via-welke-route' piep...' Waarop Wietze Janse: 'En de beruchte zondagavond-piep, dat er het hele vrije weekend (met niets gemeld) iets gezeten heeft wat pas op zondagavond in de schemer doorkomt en je dus voor maandagochtend ...' En Dylan Verheul: 'Vergeet vooral de telescoop-gevonden-piep, telescoop-verloren-piep, en de het-is-mijn-telescoop-waar-ben-je-nu-piep niet.' Enzovoort. Ja, het was nog lang gezellig op Facebook.



Meer dips: https://guuspeterse.blogspot.com/2016/11/beijum.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten