maandag 2 december 2013

Onder elkaar

Het was natuurlijk al een gedenkwaardig najaar voor ons vogelkijkers en nu werd dat najaar deze week nog even afgesloten met twee mega’s om van te watertanden. Het houdt maar niet op daarmee. Het begon met die sperweruil in Zwolle waar inmiddels heel het land weet van heeft. Wat een waanzinnige vogel, wat een schoonheid, daarbij viel (bijna?) alles wat we afgelopen jaar hebben beleefd in het niet. Maar ineens gingen de media ermee aan de haal. Ineens kwam het in het nieuws, op De wereld draait door, in de kranten, in Pownews, noem maar op en zo werd het een landelijk evenement, een gebeurtenis van nationale allure. Ineens wist heel Nederland van die sperweruil, vroeg een vriendinnetje van mijn dochter of haar vader soms ook naar die gekke uil was geweest, en werd de vogel massaal bezocht. Niet alleen de fanatieke vogelaars, niet alleen diegenen die voor elke rariteit die zich binnen onze grenzen waagt in de auto stappen, ook dagjesmensen, mensen die feitelijk nergens van weten, wilden die gekke uil bezoeken. En dat is natuurlijk hun goed recht, maar op die manier wordt je die uil wel een beetje uit handen genomen. Hij is niet meer van ‘ons’, niet meer van de echte vogelaars, niet meer van de mensen die weten wat dat betekent, een sperweruil in Nederland. Dag in dag uit massale belangstelling was het gevolg. Opstoppingen op de weg naast ‘ons’. Auto’s die op elkaar botsten omdat automobilisten naar ons keken in plaats van op de weg. En nieuw voer voor nieuwe media-aandacht.

En toen was daar die swinhoes boszanger. Net zo zeldzaam, maar veel minder fotogeniek. En veel minder mediageniek. Kranten, radio en TV, allemaal laten ze deze links liggen en gelijk hebben ze natuurlijk want er zijn heus wel belangrijker dingen gaande in de wereld dan een swinhoes boszanger, of een sperweruil. Bovendien is-ie lastig: hij zit niet voor je klaar, nee je moet ‘m zoeken en dat kan uren duren, en de kans is aanzienlijk dat je na die uren zoeken genoegen moet nemen met niet meer dan enkele korte blikken op een vogeltje dat best een swinhoes boszanger geweest zou kunnen zijn. Of minder. Nee, dat is niks voor het grote publiek, en dat is ook niks voor journalisten en cameraploegen. En ik moet toegeven dat ik deze ook een stuk minder spectaculair, een stuk minder mooi vind dan die uil. Maar voor de ware liefhebber is hij evengoed de moeite waard.
De taferelen lijken veel op die bij de uil. Daar stonden we weer met z’n allen, ze moesten wel denken dat we gek zijn. Weer hollen we als gekken achter elkaar aan, weer haasten we ons naar elk gerucht. We staren het bos in waar ook anderen het bos in staren zonder te weten wat we daar nou eigenlijk zouden moeten zien en waar precies. Op die manier kreeg ik wel nog een mooie vuurgoudhaan in de kijker, veel mooier eigenlijk dan die boszanger. Dezelfde gekte dus, dezelfde opwinding als bij die uil, dezelfde drukte en dezelfde hectiek. Alleen niet midden in een wereldstad maar in een op andere dagen stil bos in het landelijke Flevoland. Hier worden we niet geïnterviewd, niet achtervolgd door camera’s en niet begeleid door politie. We komen niet op TV, worden niet uitgenodigd voor DWDD want daar hebben ze wel weer minstens voor een jaar genoeg vogelaars aan tafel gehad. Nee, we zijn weer lekker onder elkaar en da’s ook wel weer eens prettig, voor een keertje.


30 november 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten