Het
was natuurlijk al een gedenkwaardig najaar voor ons vogelkijkers en nu werd dat
najaar deze week nog even afgesloten met twee mega’s om van te watertanden. Het
houdt maar niet op daarmee. Het begon met die sperweruil in Zwolle waar
inmiddels heel het land weet van heeft. Wat een waanzinnige vogel, wat een
schoonheid, daarbij viel (bijna?) alles wat we afgelopen jaar hebben beleefd in
het niet. Maar ineens gingen de media ermee aan de haal. Ineens kwam het in het
nieuws, op De wereld draait door, in de kranten, in Pownews, noem maar op en zo
werd het een landelijk evenement, een gebeurtenis van nationale allure. Ineens wist
heel Nederland van die sperweruil, vroeg een vriendinnetje van mijn dochter of
haar vader soms ook naar die gekke uil was geweest, en werd de vogel massaal
bezocht. Niet alleen de fanatieke vogelaars, niet alleen diegenen die voor elke
rariteit die zich binnen onze grenzen waagt in de auto stappen, ook
dagjesmensen, mensen die feitelijk nergens van weten, wilden die gekke uil
bezoeken. En dat is natuurlijk hun goed recht, maar op die manier wordt je die
uil wel een beetje uit handen genomen. Hij is niet meer van ‘ons’, niet meer
van de echte vogelaars, niet meer van de mensen die weten wat dat betekent, een
sperweruil in Nederland. Dag in dag uit massale belangstelling was het gevolg. Opstoppingen
op de weg naast ‘ons’. Auto’s die op elkaar botsten omdat automobilisten naar ons
keken in plaats van op de weg. En nieuw voer voor nieuwe media-aandacht.
En
toen was daar die swinhoes boszanger. Net zo zeldzaam, maar veel minder
fotogeniek. En veel minder mediageniek. Kranten, radio en TV, allemaal laten ze
deze links liggen en gelijk hebben ze natuurlijk want er zijn heus wel
belangrijker dingen gaande in de wereld dan een swinhoes boszanger, of een
sperweruil. Bovendien is-ie lastig: hij zit niet voor je klaar, nee je moet ‘m
zoeken en dat kan uren duren, en de kans is aanzienlijk dat je na die uren
zoeken genoegen moet nemen met niet meer dan enkele korte blikken op een
vogeltje dat best een swinhoes boszanger geweest zou kunnen zijn. Of minder. Nee,
dat is niks voor het grote publiek, en dat is ook niks voor journalisten en
cameraploegen. En ik moet toegeven dat ik deze ook een stuk minder
spectaculair, een stuk minder mooi vind dan die uil. Maar voor de ware liefhebber
is hij evengoed de moeite waard.
De
taferelen lijken veel op die bij de uil. Daar stonden we weer met z’n allen, ze
moesten wel denken dat we gek zijn. Weer hollen we als gekken achter elkaar
aan, weer haasten we ons naar elk gerucht. We staren het bos in waar ook
anderen het bos in staren zonder te weten wat we daar nou eigenlijk zouden
moeten zien en waar precies. Op die manier kreeg ik wel nog een mooie
vuurgoudhaan in de kijker, veel mooier eigenlijk dan die boszanger. Dezelfde
gekte dus, dezelfde opwinding als bij die uil, dezelfde drukte en dezelfde
hectiek. Alleen niet midden in een wereldstad maar in een op andere dagen stil
bos in het landelijke Flevoland. Hier worden we niet geïnterviewd, niet
achtervolgd door camera’s en niet begeleid door politie. We komen niet op TV, worden
niet uitgenodigd voor DWDD want daar hebben ze wel weer minstens voor een jaar
genoeg vogelaars aan tafel gehad. Nee, we zijn weer lekker onder elkaar en da’s
ook wel weer eens prettig, voor een keertje.
30
november 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten