Grijs,
kil, winderig en nat: het zijn de donkere dagen voor kerst. Het blijft tot laat
schemerig en op dagen als deze wordt het eigenlijk de hele dag nauwelijks licht.
‘Vandaag moesten we de gezelligheid binnen zoeken’ vertelde de weerman op het
NOS-journaal. ‘Buiten was het vaak grauw, grijs en nat.’ Waarvan akte.
Maar
dan kennen ze ons nog niet. Vogelaars laten zich door niets weerhouden: buiten
moeten we zijn! Terwijl de meerderheid van ons volk binnen druk was met de
gezelligheid te zoeken, waar hadden we die toch gelaten, vorige winter? ploeterden
wij op onze fietsjes tegen de wind in vanuit Kampen naar het Vossemeer,
randmeer tussen oostelijk Flevoland en west Overijssel. We passeerden de
Roggebotsluis, staken het water over en draaiden de Vossemeerdijk op. We
bevonden ons inmiddels in Flevoland. Op het water rechts enkele fraaie mannen
grote zaagbek, vogels waarvan je zelfs in het slechtste licht altijd nog de
romige tinten in de witte onderzijde ziet doorschemeren. Ook wat nonnetjes: het
wit veel witter, en op hun manier ook prachtig. Verderop stonden we tegenover de
zandplaten in het Vossemeer en installeerden we ons op de dijk.
Een
paar honderd kieviten. Een toenemend aantal van steeds opnieuw invallende goudplevieren en daartussen tientallen bonte
strandlopers. Daartussen moesten we zoeken. Aanvankelijk kon niemand van de
aanwezigen iets afwijkends vinden, maar toen riep iemand: ‘Ik geloof dat ik ‘m
heb, helemaal links in de groep’. Even zoeken en toen zagen we hem allemaal:
een ‘ander’ strandlopertje. Ietsje kleiner, met wat langgerekter lijf en lange
vleugelpunten, en met korter snaveltje dan de bontjes. Donker, maar met
duidelijke donker-en-lichttekening op de bovendelen. En soms, bij goede
lichtval (voor zover mogelijk vandaag) was ook iets van tekening langs de
flanken zichtbaar. Bona was binnen! Eindelijk mijn tweede bonapartes
strandloper: de vogel die al een week hier vertoeft en zo vriendelijk was om in
elk geval tot vandaag te blijven. Een uurtje of zo aan de vogel besteed, toen
het nog vrijwel droog was. Hij zat natuurlijk zo ver als-ie zat, maar ik was er
gelukkig mee. Je kunt die zeldzaamheden nou eenmaal niet altijd op 10 meter
hebben en het kan juist een uitdaging zijn om ook onder deze omstandigheden de
karakteristieken van zo’n vogel tot je te nemen. En dat is gelukt. Het was een
mooie afsluiter van het jaar.
In
Zwolle, omdat we er toch waren, nog even langs geweest bij de sperweruil. Hij
zat er weer mooi bij, op amper tien meter (nou ja, twintig misschien, in elk
geval veel dichterbij dan bona zojuist), bovenop een staander van het schakelstation
langs de Marsweg. We groeten hem in gedachten, tot volgend jaar, en gaan naar
huis.
21
december 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten