dinsdag 23 januari 2024

Homeyers

De dag begon eigenlijk wat ongelukkig. De trein naar Amsterdam had op station Utrecht een oplopende vertraging en er waren berichten over onregelmatigheden in de dienstverlening tussen Amsterdam en Haarlem vanwege een inmiddels verholpen seinstoring dus ik dacht, ik neem het zekere voor het onzekere en ga over Leiden naar Heemskerk. Duurt immers niet langer dan over Amsterdam en Haarlem. Maar ik zat in Leiden amper in de sprinter richting Haarlem, bleek die niet te gaan. Obstakel op het spoor. Heb ik weer! Even later bleek er een aanrijding geweest en zouden tot half één de treinen richting Haarlem niet verder gaan dan Voorhout. Ik had dus drie opties: wachten tot half een wat feitelijk geen optie was, terug naar Utrecht en alsnog reizen via Amsterdam wat bijna op hetzelfde neer zou komen, of de trein nemen naar Voorhout en van daar met de vouwfiets verder. Ik besloot dan maar het laatste en fietste vanaf Voorhout langs onder andere Lisse en Hillegom naar Vogelenzang. Er stond een weliswaar koud maar prettig meewindje, dat hielp. Tot zover mijn persoonlijke sores van vandaag.
Vanaf Vogelenzang naar Boshut ’t Panneland waar ik mijn duinwandeling begon. Het was zo’n drie-en-een-halve kilometer naar de plek van de homeyers klapekster, of taigaklapekster zoals die bij Dutchbirding heet: de soort (nou ja, ondersoort) waar het me vandaag om te doen was. Een zeer zeldzame ondersoort van de klapekster, indien aanvaard (en daar lijken goede redenen voor) het eerste geval voor Nederland, afkomstig uit diep in Rusland. Een mooie wandeling door ruig en glooiend, nog deels besneeuwd duinland en langs verschillende nog gedeeltelijk dichtgevroren infiltratiekanalen bracht me anderhalf, misschien twee uur later dan gepland op de plaats van bestemming. En daar bleek de vogel al anderhalf à twee uur niet meer gezien. Ja, de dag was wat ongelukkig begonnen.

Geteisterd door een bittere poolwind staan we te wachten en te turen over het omringende duinland. Overal waar we kijken zien we vogelaars door het terrein struinen, ongetwijfeld net als wij op zoek maar de kans om daar nu een klapekster van welke ondersoort dan ook aan te treffen, lijkt minimaal. Voorlopig moeten we genoegen nemen met een stuk of tien krooneenden in het infiltratiekanaal achter ons en onder andere pijlstaarten en brilduikers in het kanaal voor ons. En als het wachten me lang genoeg heeft geduurd, ga ik elders zoeken.
Gelukkig zijn er meer mensen die tot dat besluit zijn gekomen want als ik voor de zoveelste keer Waarneming.nl check zie ik ineens, eindelijk, een nieuwe en recente melding. Iemand heeft de vogel twintig minuten geleden anderhalve kilometer verderop teruggevonden! Kan het allemaal toch nog goed komen. Na een haastige wandeling die op zo’n moment altijd langer duurt dan je lief is vinden we, al die vogelaars die ik vanmorgen op zoek naar de klapekster al was tegengekomen, elkaar terug in een nat stukje duinland net buiten het kerngebied waar de vogel de afgelopen dagen meestal gezien werd. En daar vinden we eindelijk ook de klapekster. De vogel werkt voortreffelijk mee, laat zich prachtig zien, hoog in een kaal boompje of in de top van een struikje, en stelt ons in staat om alle benodigde kenmerken vast te stellen. Het vele wit op de vleugels natuurlijk, de witte vleugelvlek is veel uitgebreider dan bij onze klapekster. Goed zichtbaar in zit en als hij een stukje vliegt en onder andere fanatiek (maar vergeefs) achter een klein zangvogeltje aan jaagt, is duidelijk de over de volle lengte brede vleugelbaan zichtbaar. Ook de witte stuit is af en toe door de telescoop goed te zien. Het toefje wit boven het oogmasker en op het voorhoofd dat af en toe met veel moeite zichtbaar is, vind ik zelf minder overtuigend. Ik betwijfel of dat nou het verschil maakt. En of de wat lichtere kleur grijs die we menen te zien reëel is, is natuurlijk maar de vraag. Kan ook verbeelding zijn, geen vergelijkingsmateriaal bij de hand immers. Maar al met al een interessante vogel, en ook een mooie, want een klapekster. Als je een klapekster ziet, moet je tevreden zijn, homeyers of niet.

20 januari 2024






donderdag 11 januari 2024

Terschelling

‘De winters worden warmer en natter’, voorspellen de klimaatmodellen. Tsja, we krijgen wat ons toekomt. En dan hebben we nog niets te klagen, het kan allemaal veel erger. Vraag maar aan de bewoners van dat stadje in noord Canada die destijds huis en haard kwijtraakten door een alles verzwelgende bosbrand. Of aan de Australiërs die een gebied zowat zo groot als heel Nederland door bosbranden verloren zagen gaan. Of aan de Australiërs die nu vechten tegen overstromingen waarbij vergeleken de wateroverlast bij ons niet meer dan een overstroomde botervloot is. Of aan de mensen in Bangladesh die door overstromingen hun oogsten verloren zagen gaan. Enzovoort enzovoort enzovoort. Bij ons is de overlast meestal toch meer een bezienswaardigheid, een toeristische attractie. Al kun je natuurlijk wachten tot er ook bij ons iets rampzaligs gebeurt. Op Terschelling was het nog lang niet zover, maar bezienswaardig was het wel. Duinfietspaden stonden soms over tientallen meters onder water. Voorheen grazige duinvalleien of speelweiden waren duinmeertjes geworden en duinmeertjes binnenzeeën. Het prikkeldraad wandelde als het ware zo het water in, bankjes stonden met de poten in het water en eenzame prullenbakken staken er uit omhoog. Soms zag je het fietspad voor je als een smal lint tussen uitgestrekte waterpartijen door lopen. Soms liepen de bosweggetjes dood op een vloed die niet alleen het weggetje maar het halve omringende bos onder water had gezet. Het was werkelijk spectaculair. Maar de materiële schade was beperkt en slachtoffers zijn voor zover bekend nog niet gevallen.

Het had baggerweer moeten zijn afgelopen week. De weersvoorspellingen voorzagen in regen, elke dag regen en van zon zou geen enkele sprake zijn. Ik had me er al helemaal op voorbereid om iedere dag gewapend met regenpak en regenbroek elk moment dat het maar enigszins toeliet de regen in te gaan. Maar zoals zo vaak, ik heb het de afgelopen maanden zelden anders meegemaakt, zoals zo vaak viel het allemaal weer reuze mee. Oh, het regende wel hoor, soms hard, soms langdurig (maar nooit allebei tegelijk), maar even vaak was het droog, soms langdurig en af en toe betrapten we zelfs een zonnetje dat voorzichtig tussen de wolken door gluurde. Laverend tussen de buien door wisten we er al met al een prima weekje van te maken. Ik ben naar het oosten en naar het westen gefietst. Heb de ondergelopen duinvalleien gezien, de duinbossen badend in het water, de overal drassige weilanden en de Waddenzee, die van nature al nat is natuurlijk. In elk geval grotendeels, in elk geval een deel van de tijd. Ik heb de kwelders gezien zoals die in het hoekje bij Seerijp, en de fascinerende dynamiek van de jonge duinvorming die zich zoals op alle Waddeneilanden overal hoog op de brede stranden ontwikkelt. De machtige opeenvolging van wad, kwelders, slenken en duinrijen van de Noordsvaarder is al een stadium verder. En West toonde ons zijn schilderachtige, bijna stadse aard met zijn gezellige straatjes, met zijn kroegen, restaurants en hotelletjes en zijn trendy winkels waar je je bijna in het centrum van Amsterdam zou wanen en met zijn Brandaris, centraal op het dorpsplein hoog verheven boven het dorp.

Ook nog vogels? Ja zeker, dat viel nog helemaal niet tegen. Al tijdens onze eerste uurtjes op het eiland, tijdens een wandeling vanuit ons vakantieappartement in Baaiduinen, zag ik in diverse groepen rotganzen in het polderland achter de Waddendijk in totaal drie zwarte en twee witbuikrotganzen, en een oudejaarsavond en een nieuwjaarsnacht vol gezelligheid, drank, vuurwerk (niet van onszelf, laat dat duidelijk zijn) en wind en regen verder lukte het me om beide al op de eerste dag van het nieuwe jaar op de nieuwe jaarlijst te plaatsen. Zo vlot gaat dat lang niet altijd, ze zijn immers vrij zeldzaam. Daarmee was het project rotgans succesvol volbracht en kon ik me gaan wijden aan het project roodhalsgans. Daartoe naar het oosten gefietst, helemaal tot voorbij Oosterend, door velden vol ganzen, duizenden rot- en brandganzen maar roodhalsgans zat daar voor zover ik zien kon niet tussen. Het project roodhalsgans moet dan ook als mislukt worden beschouwd. Ook nog even bij Oosterend aan zee geweest, over een nogal lege zee getuurd en door de pioniersduintjes hoog op het strand gestruind. Ideaal voor strandleeuweriken, vond ik, maar ik kon ze niet vinden. Ik sloot nieuwjaarsdag af met een schamele 57 soorten. Dat haal ik meestal rond Utrecht ook wel op 1 januari, maar daar zit er nooit een zwarte of een witbuikrotgans tussen en trouwens ook maar zelden een gewone.
Een cadeautje was de parelduiker de volgende dag vlakbij op het duinmeertje van Hee. Hij dook veel, was daardoor aanvankelijk zelfs moeilijk te vinden maar als-ie boven was, dan was-ie fraai. Terwijl de eenzame boom van Hee uit de hoogte op ons neerkeek.
Bij West aan Zee was het boven zee aanzienlijk drukker dan de dag ervoor bij Oosterend, al zal dat wel niet aan de locatie gelegen hebben. Tientallen roodkeelduikers vlogen er, in amper een uur telde ik er zeker honderd, allemaal naar west (west met een kleine letter w, dit om verwarring te voorkomen). Daarnaast onder andere ook tientallen zwarte zee-eenden. Die vliegen alle kanten op. Eén keer vlogen er twee grote zee-eenden met ze mee, ook een klein cadeautje. Hier ook een stuk over het strand gewandeld, door en langs een mooi en waarlijk ongerept landschap van grillige en schaars begroeide zandduinen en waterplassen in een bed van pioniersvegetatie. Ideaal voor strandleeuweriken, vond ik, maar ik kon ze niet vinden. Ik sloot de dag af in de Noordsvaarder, wandelend langs het laatste duinland en langs de eerste slikken en kwelders. Ideaal voor strandleeuweriken, vond ik, maar ik kon ze niet vinden. Wel klassieke wadvogels als rosse grutto's (tientallen), zilverplevieren (diverse), bonte en drieteenstrandlopers (honderden), kanoeten (een enkele) en kluten (een groepje van een stuk of tien).
In West vond ik in de wateren naast de veerhaven nog een mooie man ijseend. In polder Seeryp een mooie slechtvalk op een paaltje. En de laatste uurtjes voor onze terugkeer naar het dagelijks leven vond ik nog even tijd voor een laatste bezoekje aan wad en slik van de Noordsvaarder. Ideaal voor strandleeuweriken, vond ik, en warempel, dit keer vond ik ze. Een mooie groep van misschien wel 40 stuks foerageerde af en toe vlakbij tussen de plantenresten en zelfs vond ik er nog minimaal twee fraters tussen. Een fijn besluit van ons weekje Terschelling, het moet genoeg zijn om er weer een tijdje tegenaan te kunnen in het nieuwe jaar.

5 januari 2024


Meer wadden? Pinksteren op Ameland














dinsdag 9 januari 2024

Jaaroverzicht

Iedereen een jaaroverzicht, welja, ik ook een jaaroverzicht. Maar waaraan te denken als ik terugkijk op afgelopen jaar (en dan liever niet aan Oekraïne, Hamas, Gaza of Geert Wilders, want daar wordt niemand vrolijk van)? Aan de zielloze stilte op een buiig Vlieland in oktober of aan de zonovergoten Marokkaanse woestijnen met renvogels, groene bijeneters, witbandleeuweriken, egyptische nachtzwaluwen, zandhoenders en nog veel meer? Aan uren wachten op een kille winterochtend op een wolf die niet kwam of aan het uitzicht op tientallen, nee, honderden kuhls pijlstormvogels vanaf het klif bij Sagres, terwijl de zon opkwam boven de Atlantische oceaan?

2023 was een jaar met twee gezichten. Binnenlands was het gewoon een karig jaar. Natuurlijk was er ook van alles te beleven. Naast die zielloze stilte op Vlieland in oktober was er ook het gekkenhuis boven zee, met pijlstormvogels, een geweldige kleinste jager over de branding, noordse stormvogel, vorkstaartmeeuw en meer. En het gekkenhuis op het eiland enkele weken later, een eiland vol vogels met tussen de buien door enkele fijne krenten. En die prachtige grijze strandloper bij Zijpe, de kuhls pijlstormvogel boven zee bij Vlieland, de sensationele noordse pijlstormvogel in het haventje van Yerseke en geelbrauwgors en vale gierzwaluw op Vlieland maakten in de herfst veel goed. Maar na de sensationele siberische waterpieper van februari moest ik vele maanden wachten tot er weer wat echte topsoorten voor me waren weggelegd. Intussen moest ik genoegen nemen met zaken als grijze wouw op Schouwen-Duiveland, ringsnaveleend bij Boxtel, mooie zingende orpheusspotvogel bij Oost Maarland, bijeneters in duinen bij Egmond aan zee, zingende kleine vliegenvanger bij Ede, ruiende kleine topper in de Kennemerduinen, geweldige getijdentrek te Westhoek en meer van dergelijk ‘klein grut’. Ach ja ... Nee, zo'n drama was het natuurlijk ook weer niet maar het ging allemaal zo moeizaam, het was zo zwoegen om toch nog iets van dit jaar te maken. In de winter volgden nog onder andere fraaie meenatortel en humes bladkoning in het hoge noorden dus nee, het was al met al nog helemaal zo slecht niet geweest maar desondanks was het contrast met mijn buitenlandse belevenissen groot. Want 2023 staat voor mij vooral in het teken van mijn droomreis naar Marokko. (https://guuspeterse.blogspot.com/.../maandag-130323...) In de grote stad geweest (Marrakech, Agadir) met alle chaos die daarbij hoort, aan de voet van de besneeuwde toppen van de Atlas gestaan, de steenwoestijnen betreden, de gouden zandduinen van de Sahara gezien die met enige fantasie zulke prikkelende associaties kunnen oproepen, en aan de oceaan gestaan. En onderweg alles voorbij zien komen: lieftallige valleien, grootse rotskloven, verlande rivierbeddingen, lieflijke riviertjes en brede riviermondingen. En overal vogels, prachtige vogels, nieuwe vogels, legendes uit de vogelgids tot werkelijkheid gematerialiseerd. 37 echte lifers + 4 nieuwe ondersoorten! Ik ga ze niet allemaal noemen maar: overal de grauwe buulbuuls en de huisgorzen. Onderweg groene bijeneters. In de bergen van de atlas atlasbergvink en diadeemroodstaart. In de steenwoestijn bij Boumalne temmincks strandleeuwerik, diksnavelleeuwerik, witbandleeuwerik, roodstuittapuit, woestijnoehoe en renvogels. In de echte woestijn bij Merzouga woestijnvink, woestijnmus en woestijngrasmus, kroon- en sahelzandhoen, lannervalk, en egyptische nachtzwaluw. En aan zee bij Agadir heremietibis, audouinsmeeuw, dunbekmeeuw en zwartkruintsjagra. Onder meer, onder veel en veel meer.
En de reis naar Portugal in de zomer was dan wel gewoon maar vakantie maar Lissabon was fijn als altijd, Sintra een attractie met rotszwaluwen als attractie, de kliffen en de binnenlanden van Sagres waren onvergetelijk en met honderden kuhls pijlstormvogels + onder meer vale pijlstormvogels en audouinsmeeuw, vale gierzwaluwen, blauwe eksters, alpenkraaien, bergfluiter en een fijn tochtje over zee met dolfijnen en kuhls pijlstormvogels vlak langs de boot en met ook nog eens stormvogeltjes, was ook Portugal geweldig.