Onderweg hoopten we alvast wat leuke Zeeuwse soorten binnen te tikken. Om te beginnen langs de Brouwersdam. Dat viel dit keer niet mee. Geen spoor van de ijsduiker, gisteren nog door in elk geval één persoon gemeld. Geen ijseend te vinden ook en zwarte zeekoet wordt alweer enkele jaren op deze locatie niet meer aangetroffen. We moesten het doen met de wat minder exclusieve Brouwersdam-soorten en zelfs die wilden niet erg meewerken. Slechts één kuifduiker en slechts één verre roodkeelduiker vielen ons ten deel. Dat is weleens anders geweest. Gelukkig waren de middelste zaagbekken als vanouds fraai en waren er op zee ook wel eiders en zwarte zee-eenden te vinden, op het basalt onder ons onder andere tientallen paarse strandlopers en enkele al volop baltsende bontbekplevieren en aan de binnenzijde een parelduiker. Dus ach, dan heb je eigenlijk ook niks te klagen.
Na de Brouwersdam konden we rechtsaf naar Renesse of linksaf richting Prunje. We besloten nog even het eerste bericht af te wachten en om te beginnen linksaf te gaan, maar we hadden nog amper de eerste kleine zilverreigers en zwartkopmeeuwen binnen of daar was dat eerste bericht al: grijze wouw bij Renesse. Een vrouwtje blauwe kiekendief, een slechtvalk jagend op een samengebalde zwerm spreeuwen en een roodhalsgans langs de Tellersweg later keerden we naar het westen.
De plek van de wouw bleek ongeveer midden op een camping/huisjespark waar we niet welkom waren, het was hier natuurlijk geen Waddeneiland, geen Krim of Stortemelk, maar vanaf de omringende wegen hadden we aardig zicht op de terreinen waar de vogel zich zoal ophoudt. De vogel zelf bleef helaas hardnekkig uit beeld. Even dachten we dat we beet hadden, toen we langs de weg een groep vogelaars zagen staan kijken, maar zij bleken hetzelfde te doen als wij: zoeken en hopen. Van grijze wouw geen spoor.
Om niet de hele middag aan het vergeefs zoeken naar een grijze wouw te verspillen, zijn we daarna toch maar weer het eiland op gereden. Dat leverde veel leuks op. Een mooie groep toendrarietganzen in Prunje zuid. Een geweldige groep zilverplevieren in de Flaauwersinlaag, met ertussen ook wat rosse grutto’s en kanoeten. Zwarte ruiter, een groepje kluten, en een prachtige groep wilde zwanen vlak langs de weg helemaal bij Zonnemaire inmiddels. Als dagafsluitingen hadden we een zwarte rotgans bij Burg Haamstede in gedachten en dwergganzen bij Goedereede, maar toen gebeurde waarop we eigenlijk stiekem al gehoopt hadden: grijze wouw werd weer gemeld. De afgelopen dagen werd die immers steeds halverwege de middag gezien en was daarna vaak redelijk twitchbaar. Het werd dus eerst weer Renesse.
Het vinden van de vogel, of zelfs maar het in beeld krijgen van de juiste plek, was echter net zo problematisch als eerder vanmiddag. Overal stonden boomrijen en bosranden, huisjesparken of bedrijfsgebouwen in de weg. We probeerden het langs de Korte Moermondsweg, waar een dichtbij langs vliegend vrouwtje blauwe kiekendief één tel lang ons bloed deed stollen. We probeerden het langs de Rampweg waar we niet verder kwamen dan wat fazanten in het duinland, en belandden tenslotte op de toegangslaan naar Slot Moermond. Alsmaar niks. We wilden al bijna weer omkeren toen één van ons nog net op tijd die wittige gestalte ontdekte in een verre boomrij die precies zichtbaar was in een gat in de nabije bosrand. Snel uitgestapt, telescopen gericht en grijze wouw was binnen! Ja, zo snel kan het dan ineens gaan. Hij zat dan wel ver en bovendien vanuit elk mogelijk standpunt half achter wat kale takken, maar door de scoop waren toch zijn karakteristieke trekken, de rode ogen, de zwarte oogschaduw, de zwarte schouderveren, prima te onderscheiden. Op de foto niet meer dan een vlekje maar in het echt: prachtig! Na een minuut of tien vloog-ie op en door de telescoop kon ik hem nog een tijdje volgen in zijn vlucht boven de bosrand.
We sloten af met de dwerggansjes bij Goedereede. Die waren nog vrij vlot gevonden. Ze zaten vooraan in de groep en waren mooi te zien. Het interessante van deze drie was, dat ze tussen rotganzen zaten en niet, zoals de bekende vogels in Strijen, bij brandganzen. De vogels van Strijen en ook die van Camperduin zijn afkomstig uit een Zweeds herintroductieproject, waar de vogels actief aan brandganzen worden gekoppeld. Die worden niet door iedereen even serieus genomen, al zijn het net zo goed mooie gansjes. In de oorspronkelijke broedgebieden broeden dwergganzen juist bij rotganzen in de buurt en het is dus niet ondenkbaar dat deze drie met de rotganzen daarvandaan zijn meegevlogen. Dat zou ze net iets wilder maken dan de vogels van Strijen en Camperduin.
17 februari 2023
Geen opmerkingen:
Een reactie posten