zondag 22 januari 2023

Mist

Ik tel tegenwoordig de jaren. Dwerggors: twee jaar. Humes bladkoning: twee jaar. Kleine alk vorig jaar nog. Kuifaalscholver: twee jaar. Zelfs grijze wouw een hele modale twee jaar. En grote zee-eend: vier jaar. De laatste keer dat ik een grote zee-eend zag, was nog in het vorige decennium! Dat maakte grote zee-eend voor mij tot de meest begerenswaardige van alle soorten die momenteel in de aanbieding zijn. Hoog tijd dus om eens naar Nijkerk te gaan, want al enige tijd verblijven er zes op het Nijkerkernauw.
Er was natuurlijk een spelbreker: mist. Het zicht varieerde van enkele tientallen tot enkele honderden meters, hooguit een kilometer, erg helder was het nooit. In Arkemheen leek de polder ‘drawn to life’, om mijn dochter te citeren, er was soms nauwelijks meer dan een leeg, wit vlak te zien waar je zelf de sloten en de hekjes kon intekenen. Wanneer de mist het toestond waren er naast de sloten en de hekjes ook groene weiden met kolganzen, tientallen kemphanen en een grote groep wulpen.
Vanaf de zeedijk, wanneer de mist het toestond, duizenden smienten, tientallen brilduikers en een mooie man grote zaagbek. Soms was de overkant van het Nijkerkernauw te zien, maar meestal niet. Een paar kilometer verderop: grote zee-eenden. Zes telden we er, vage schimmen in de mist maar wanneer de mist het toestond waren ze toch nog aardig en in elk geval onmiskenbaar zichtbaar. Plus één voor de decenniumlijst. En: grote zee-eend nu nul jaar. Die kunnen voorlopig weer genegeerd worden.
Op de terugweg in de polder langs het Nekkeveld had ik ook nog, naast nog veel en veel meer smienten, een zeearend. Eerst bijna als een slechtvalk jagend tussen de smienten, daarna in de verte rustend op een hekje. Heel veel was er niet van te zien, slechts een vage schim maar toch, een zeearend.
De mist, kun je concluderen, had nog het een en ander toegestaan vandaag. Ze was me genadig geweest. Waarvoor dank.

21 januari 2023






Geen opmerkingen:

Een reactie posten