Toen we op de Grote Praambult de auto uitstapten en de telescopen richtten, konden we meteen de zeearenden tellen. Eentje ver weg op een bult, eentje ver weg in een kale boom en kijk, daar kwamen er twee ver weg aanvliegen. Allemaal ver weg, maar evengoed indrukwekkend. Zeearend wordt er op afstand niet minder indrukwekkend op. Misschien wel in tegendeel. Even later zagen we er twee bij elkaar in een verre kale boom. Twee andere? Of de twee die we zojuist hadden zien vliegen? Ik houd het voor de zekerheid maar op vier stuks. Een vrouwtje blauwe kiekendief hing ook in de buurt rond. We ontdekten de ruigpootbuizerd die hier de afgelopen dagen was gesignaleerd. Geruime tijd zagen we hem bidden boven het verre veld en enige tijd nam hij plaats op een paal aldaar. Ja, het uitzicht is hier zo weids, zo ver, dat verreweg het meeste wat je ziet ver weg is. Ook de smelleken, afwisselend rustend in boom of struik of rondvliegend in wilde jachtvlucht, was vrij ver, maar desondanks erg mooi te zien. Met zijn tengere gestalte schoot hij steil omhoog en dook weer steil omlaag en enige tijd had hij het aan de stok met mevrouw kiekendief. Het was al met al best een spectaculair begin van de excursie. Veel beter kon het niet worden.
Bij de Kleine Praambult werden we vergast op een schitterende waterral, op slechts enkele meters afstand in de slootkant. Verder opnieuw enkele vrij verre zeearenden, en een vos op het ijs. Aan de andere kant van de Praamweg gingen we op zoek naar baardmannetjes. Die vonden we, maar meer dan een korte flits en het bekende getinkel kregen we niet van ze mee.
Beetje herhaling van zetten in kijkhut de Zeearend: een paar zeearenden en een paar blauwe kiekendieven. Van die laatste vloog onder andere een vrouwtje mooi dichtbij langs terwijl we ver weg ook een mannetje zagen. Je kreeg al met al het idee dat we de excursie ook met een uurtje op de Grote Praambult hadden kunnen afdoen. Al hadden we dan wel de mooie klapekster gemist in de woestenij op weg naar de hut, en de langs vliegende houtsnip.
We sloten af aan het Nijkerkernauw, waar we op zoek gingen naar de ijsduiker aldaar. Die was er niet meer. Gevlucht voor het ijs? Wel dichtbij een mooie ijsvogel, liefst twee waterrallen die zich mooi blootgaven, een vrouwtje pijlstaart op het ijs en een paar dodaarzen. En ver weg in een paar wakken enkele grote zaagbekken en wat brilduikers.
18 december 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten