woensdag 2 november 2022

Hoe overleef ik een half DT3?

Ik zal het familieomstandigheden noemen en ik zal er niet in detail op ingaan, maar het gevolg was dat we pas zondagochtend met de eerste boot, dat wel, naar Vlieland afreisden. Op Vlieland meteen fietsen gehuurd, even bij ons hotelletje langs om wat bagage te droppen en daarna meteen op de fiets naar het westen. We hebben geprobeerd het maximale te halen uit de anderhalve dag die ons nog restte en dat is gelukt want maandagmiddag, toen we de laatste boot weer terug naar Harlingen namen, hadden we het gevoel dat die heenreis niet gisterochtend was geweest maar dagen geleden, en die familieomstandigheden een eeuwigheid terug. Maar ik maakte al met al van DT3 dus slechts de helft mee. De helft van het weekend, de helft van de soorten.
Wat ik vooral gemist had, waren de vale gierzwaluwen. Er had de afgelopen week langs de kust een ware tsunami aan vale gierzwaluwen plaatsgevonden, vrijdagmiddag hadden er maar liefst zeven boven de noordoosthoek van Vlieland gevlogen, dat was me uiteraard niet ontgaan, maar toen we zondagochtend tegen elven het eiland betraden, hadden de laatste giertjes het alweer verlaten. Die tsunami is dus helaas helemaal aan me voorbij gegaan.
Wel kon ik in de duinen nog voorbij de Kroon’s polders op zoek naar wat inmiddels officieel tot de soort van het weekend is benoemd: de turkestaanse klauwier in het laatste duinland voor de Vliehors. Notabene turkestaanse klauwier: zou mijn tweede dit jaar zijn. Ik had natuurlijk liever een daurische gehad, maar die keuze heb je niet en het zou wel verreweg de zeldzaamste soort zijn die ik ooit twee keer in één jaar gezien heb en dat is ook iets natuurlijk. Dus Westerse veld, Lange Paal, de Oude Kooi, Bomenland en de Kroon’s polders liet ik allemaal links, of rechts liggen en aan het begin van de Vliehors begonnen we onze wandeling. Dat werd een beetje een overlevingstocht door de binnenlanden van Vlieland, over het strand, langs de duinrand en langs jonge pioniersduintjes, maar klauterend over de laatste duinhellinkjes vonden we uiteindelijk de plek en twee uur na onze aankomst op Vlieland stonden we naar een prachtige adulte vrouw turkestaanse klauwier te kijken. Een mooi, karakteristiek beest: relatief contrastrijk, met duidelijke wenkbrauwstreep en scherp begrensd oogmasker, en eerder grijsachtig dan beige van kleur. De CDNA moet er natuurlijk nog over beslissen, maar ik heb er wel vertrouwen in. De vogel zat geregeld fraai in de top van een struikje, dook af en toe weg maar verscheen telkens weer in de top van een volgend struikje. Zoals het een klauwier betaamt. Terwijl intussen een nabije cetti’s zanger af en toe uitbundig zat te zingen en geregeld groepen vinken over ons heen naar het westen trokken. Het uitzicht over het westelijke deel van Vlieland was intussen ook niet te versmaden: woeste duinen, natte kwelders en een zich snel verbredende strandvlakte als opmaat naar de Vliehors. Het was genieten. Er werd ook nog een giertje gemeld over de Kroon’s polders naar west, maar ondanks verwoede pogingen konden we die niet terugvinden.

’s Middags heb ik me vooral nog bezig gehouden met zoeken naar zeldzame zangertjes aan de oostkant van het eiland. Eerst op Stortemelk, waar ik op de aangegeven plek een paar keer kort siberische tjiftjaf zag. Het was overtuigend genoeg maar niet erg bevredigend. Pallas boszanger liet even verderop al helemaal niet van zich horen of zien, al hoorde ik die aan de rand van de Oostervallei wel heel even roepen. Heb je ook weinig aan.
Met sibtjif had ik de volgende ochtend nog minder geluk: taal noch teken, maar met pallas meer. Het was even zoeken maar uiteindelijk werd-ie teruggevonden en kon ik aanschuiven. Paar keer leuk gezien: ook alweer mijn tweede dit jaar.
Dat was nog voor het ontbijt. Na het ontbijt de oostkant van het eiland verkend. In de bossen rond de torenvijver op zoek geweest naar paddenstoelen. Alleen al vanwege de namen de moeite waard: duivelsbroodrussula, narcisamaniet, gewoon vuurzwammetje en dooiergele mestzwam. Daarna over en langs de Oostervallei naar zee gelopen, tijdje over zee zitten kijken, wat gedwaald door de duinen van de noordoosthoek en over het strand gewandeld van het einde naar het begin van de Fortweg. Ja, zo kwamen we de laatste uurtjes op het eiland wel door. Fietsen ingeleverd, nog wat in en rond het dorp rondgehangen en in toenemende schemer de boot terug naar het vasteland.

31 oktober 2022


Meer Deception tours: DT 2
En wat betreft die vale gierzwaluwen, ach: Vogelen in tijden van corona






Geen opmerkingen:

Een reactie posten