Voor de langdurige regenval van dit weekend uit, die volgens optimistische voorspellingen ergens rond het middaguur zou beginnen, eindelijk eens naar het inmiddels vermaarde Marickenland bij Wilnis geweest. Wat in ieder geval een leuk tochtje opleverde door het polderland tussen pakweg Breukelen en Mijdrecht. Klassieke Hollandse veenweiden, met nog geregeld baltsende grutto’s dus daar moest iets goed aan zijn. De uitgestrektheid van kerktorentjes op verre horizons af en toe onderbroken door boomkades en geriefhoutbosjes. Af en toe een stukje hooiland of blauwgrasland dat ons over twee maanden klokjesgentiaan en spaanse ruiter belooft: nog eens terugkomen dus. Twee regenwulpen over en langs de Korenmolenweg (hoeveel zullen er daarvan bestaan in Nederland?) twee luid zingende cetti’s zangers, aan beide kanten een.
Marickenland heeft al ruim een jaar enige faam in de provincie, maar er was tot nu toe wat mij betreft net niet genoeg aanleiding om de reis (geen wereldreis hoor maar goed: een kleine drie kwartier fietsen vanaf Breukelen) te ondernemen. Nu er echter net als vorig jaar een stelkluut was gemeld, soort die dit jaar verder nog ontbreekt in de omgeving van Utrecht, was die aanleiding er wel. Een voor mij nieuwe plek, onder de rook van Wilnis: klassieke, altijd spannende plasdras met door netten omspannen kooien voor de lisdoddenteelt. Steltkluut was gauw gevonden. Als altijd tastte die de grenzen van het begrip elegantie af en overschreed die bijna (bijna?), wat hem een beetje tot een stripfiguur maakte. Poten net iets te lang en te rood, misschien net ietsje te slank maar wat zou het? Hoe dan ook een bezienswaardig beest en nog altijd betrekkelijk zeldzaam hoewel veel minder dan pakweg twintig jaar geleden. Hij waadde bedrijvig door het gebiedje, dook dan weer hier op en dan weer ergens anders en liet zich aldus mooi bekijken.
Missie geslaagd, dus. En met ook nog onder andere een paartje zomertalingen, een zestal kemphanen, twee mannen pijlstaart en kleine plevier een welbestede ochtend. Grutto’s zaten er trouwens ook. De meesten zaten verderop in het naastliggende weiland maar af en toe kwam er een groepje buurten en dook dan pal voor ons op, en daar zaten dan telkens de schitterendste ijslanders tussen. IJslandse grutto: ondersoort van IJsland; die hebben dus nog een flinke reis voor de boeg. Ze zijn net wat feller gekleurd, net wat contrastrijker dan onze grutto's en onderscheiden zich ook door de wat rondere kop, het steilere voorhoofd en de iets dunnere en kortere snavel.
De planning was vandaag als door een ringetje te halen: op de terugweg naar Breukelen nog geen druppel. Op de fiets van station Utrecht Zuilen naar huis mocht ik nog net de eerste in ontvangst nemen.
10 april 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten