Gisteravond een snelle twitchactie: naar polder De Eendracht bij Zevenhuizen voor graszanger en waterrietzanger. Geen van beide halszaak maar allebei leuk. Bij aankomst van beide al minstens een uur taal noch teken maar graszanger hadden we daarna toch al gauw binnen. Met tientallen stonden we in de warme zomeravond naar de rietvelden te turen toen-ie luid dzipend uit diezelfde rietvelden opsteeg en over ons heen vloog. Iets dat zich de verdere avond diverse keren herhaalde. Een mooi mediterraan beeld, passend bij de mediterrane omstandigheden. Graszanger dus naar volle tevredenheid binnen. Waterriet liet veel langer op zich wachten. Met tientallen stonden we in de warme zomeravond naar de rietvelden te turen maar meestal was het riet roerloos. Soms bewoog er iets maar elke keer als dat iets zich (in elk geval aan mij) bloot gaf, was het een gewone rietzanger. Een paapje op een paaltje, een boomvalk achter het riet langs, af en toe roepjes van baardman, een paar watersnippen over, snor, maar van waterrietzanger taal noch teken. Maar dan, we zijn al bijna onderweg naar de uitgang, achter ons een kreet: ‘waterrietzanger!’ We draaien ons om en zien hem, nemen we aan, nog net in de rietrand verdwijnen. Daar blijkt-ie toch nog aardig zichtbaar. Vliegt weer een stukje, zit weer een tijdje stil in de rietrand en vliegt dan vrij dicht langs ons heen het rietveld voor ons in. Foto’s tonen naderhand overtuigend aan dat het inderdaad de waterrietzanger is geweest. Al geeft het wel een beetje te denken dat daar die foto’s voor nodig waren.
Tot zover waterrietzanger: geen topwaarneming maar acceptabel. Intussen is boven de Zevenhuizerplas achter ons een helikopter verschenen. Blijft daar maar rondvliegen, irritant ding denken we nog, het is gedaan met de rust. Sirenes ook nog, en een tweede helikopter, zo’n gele traumahelikopter. Wolken opspattend water, een van de helikopters lijkt op de plas geland en nog steeds sirenes. Hier is iets mis, realiseren we ons. Maar we denken er verder niet al te veel over na want wat voor zin heeft dat? En denkend aan waterrietzanger gaan we tevreden naar huis.
Waar we al bang voor waren lezen we vanmorgen op teletekst: ‘In de Zevenhuizerplas bij Rotterdam zijn gisteren twee personen verdronken. Een 26-jarige man werd door duikers nog uit het water gehaald, maar dat mocht niet meer baten. …’
‘Triest, als je beseft dat er enkele honderden meters verderop iemand bezig is te verdrinken terwijl wij naar vogels staan te kijken’, appt Toon in onze vogel-appgroep. Waar, natuurlijk. Maar relativeren is mijn ding: als we daar niet naar vogels hadden staan kijken, was het dan minder triest geweest? Of als we heel ergens naar vogels hadden staan kijken? De triestheid is niet gerelateerd aan ons vogelen, als ik er iets aan had kunnen doen had ik het graag gedaan, maar ja …
Dit zijn natuurlijk geen opzienbarende gedachten, iedereen zal dit kunnen beamen. Het zijn maar doodgewone gedachten die op zo’n moment komen aankloppen. Intussen zit ik op een slootkant in de Gagelpolder te kijken naar een juffertje, een lantaarntje, dat verstrikt is geraakt in een spinnenwebje en niet meer los kan komen. Al gauw komt er een spinnetje aangeklauterd die het beestje stukje bij beetje begint te omwindselen. Eerst fladderen af en toe nog de vleugels, maar na een tijdje niet meer. Of dat is omdat-ie inmiddels dood is of omdat de vleugels inmiddels te strak zitten ingesnoerd, is niet goed vast te stellen maar dat de dood van het lantaarntje aanstaande is, is op zijn minst duidelijk. Klein leed, van een heel andere orde natuurlijk dan dat van gisteravond. Leed dat we maar moeten laten passeren, het is natuur immers, al is het wel zielig voor het juffertje.
11 augustus 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten