Te beginnen met het prestigieuze Praça do Commercio, met imposante beeltenissen van generaals op paarden, pompeuze prestigearchitectuur en schaduwrijke arcade langs dure winkels en hooggeplaatste instituten. We hebben Porto gezien, en we hebben Lissabon gezien, en nergens zie je het verschil tussen beide zo duidelijk als op het Praça do Commercio. Porto is compact. Het is prachtig, indrukwekkend, een machtige oude stad, maar nergens heeft het de grandeur die je ervaart als je vanuit het metrostation Terreiro do Paço het Praça do Commercio betreedt. Lissabon is grootser, weidser dan Porto en dat verschil wordt volmaakt belichaamd door dit eindeloos grote plein. De zon doet er pijn aan je ogen en aan drie kanten zie je in de verte de statige en kleurrijke gevelwanden die in volmaakte symmetrie het plein omarmen. Waarachter de stad verrijst, onder andere tot aan de oude burcht die van hoog neerziet. In de vierde richting is het plein open. Daar stroomt de Taag, en ook die karakteriseert het verschil met Porto: waar in Porto de Douro in zijn nauwe bedding tussen steile hellingen door stroomt, is de Taag in Lissabon een brede zeearm. De overkant is er slechts een verre horizon.
Achter de oostelijke zijde van het plein zetelt boven de huizen de stoere kathedraal: robuust van buiten, sober van binnen. Het belichaamt nog een ander opvallend verschil tussen Porto (of moeten we zeggen: noord Portugal?) en Lissabon: in Porto waren de kerken voor zover we ze van binnen gezien hebben uitbundig en rijk geornamenteerd. Het bladgoud blonk je er van alle kanten tegemoet en een overvloed aan vaak buitenissig aangeklede beelden verbeeldde alle denkbare episodes uit het nieuwe testament. In Lissabon waren de kerken die we van binnen gezien hebben sober en duister en vrij van iedere buitenissigheid.
Een geweldige attractie van Lissabon zijn de trammetjes die heuvelop en heuvelaf door nauwe straatjes door de jungle van Lissabon bewegen. Hier is de stad niet groots en weids maar compact. Hier is Lissabon eigenlijk niet veel anders dan de kleinere stadjes die je in het binnenland ziet. Net als zo vaak in de provincie waanden we ons af en toe nog in het Portugal van vroeger eeuwen. Er zijn fraaie herenhuizen, rijkelijk betegeld met azuurblauwe azulejos langs de hele flank, en dure lanen met trendy souvenirwinkels en chique restaurants. Maar elders aan stillere straatjes zijn hoge huizenblokken met afbladderende verf en verveloze balkons en de was die te drogen hangt, de eeuwige was die eeuwig te drogen hangt. Ineens kan die jungle zich openen en ruimte bieden aan bijvoorbeeld de prachtige Basilicu da Estrela, een rijkelijk versierde witmarmeren kolos met torens en een koepel, van binnen overigens net zo sober als de kathedraal. Na weer wat smalle en steile straatjes vonden we het parlementsgebouw, waar Lissabon zich weer van zijn grootstedelijke kant liet zien. Zo enorm, zo overweldigend, dat kan alleen maar bedoeld zijn om het gewone volk tot diepe nederigheid te brengen.
Die avond wandelden we vanuit Bart-Jans flat een stukje de naastgelegen wijk in. Dat was ook weer een bijzondere ervaring. Bevind je je bij Bart-Jan nog in een betrekkelijk moderne grote stad, amper tien minuten lopen daar vandaan waan je je op het Portugese platteland. Eerst waren er een paar straatjes met stoepen en lantaarnpalen maar zonder huizen, kronkelend door braakliggend terrein waar de al jaren geplande huizen nog altijd gebouwd moeten worden. Daarna ging het over landweggetjes en klinkerstraatjes langs oude, glasbeslagen muren waarachter een ontoegankelijk landgoed dat al die jaren uit de greep van de oprukkende stad is gebleven en alles wat die stad met zich meebrengt succesvol buiten de poort heeft weten te houden. Stille dorpsstraatjes en een ijsje op een idyllisch dorpspleintje: ook dat is Lissabon.
12 augustus 2013
Porto
Geen opmerkingen:
Een reactie posten