maandag 23 maart 2020

Vogelen in tijden van Corona

Wat mijn eigen sterfelijkheid betreft zien de cijfers er nog niet al te verontrustend uit. In de leeftijdscategorie 50 tot 60 jaar waar ik, zij het nog net, toe behoor, stierf in Italië tot nu toe 1,1% van de vastgestelde besmette gevallen. Nou is 1,1% al niet zo angstwekkend veel en daar komt nog bij dat dit is gebaseerd op alleen maar de vastgestelde besmettingen. Tel je de onbekende maar vermoedelijk grote hoeveelheid niet vastgestelde besmettingen mee, dan zal het percentage naar alle waarschijnlijkheid nog veel kleiner zijn. Bovendien is het percentage gebaseerd op alle mensen tussen de 50 en de 60 jaar terwijl de sterfte onder mensen met allerlei chronische aandoeningen veel hoger is. Dus onder mensen zonder die aandoeningen, zoals ik, is die logischerwijs nog weer lager.
En voorlopig ben ik natuurlijk nog niet besmet.
Maar ook al sterf je er niet aan, je kunt het virus natuurlijk wel doorgeven. En je zal maar wel lijden aan een chronische aandoening, zoals een collega van me, of 80 jaar of ouder zijn, zoals mijn schoonvader. En daarbij, ook al zien de sterftecijfers er misschien nog best geruststellend uit, 1% van een miljoen is nog altijd heel veel. En 1% van 10 miljoen, dat is nog eens tien keer zoveel. Dus toch maar liever niet besmet raken, is het devies.

Desondanks kan ik me maar moeilijk voorstellen dat ik enig gevaar loop of enig gevaar vorm als ik voorzichtig de deur uit ga, al dan niet op de fiets stap en me even in bos of veld begeef. ‘Birding is the perfect activity while practicing social distancing’, aldus Audubon.org. Ik houd me ruimschoots aan de voorgeschreven minimale onderlinge afstand. Anderhalve meter? Het is zelden minder dan 150 meter. Dus lopen we de Gagelpolder in en genieten van de alom zingende tjiftjaffen, van het alom ontluikende lentegroen, van de geel bloeiende dotterbloemen en de rood bloeiende gagelstruikjes. En lopen met een wijde boog om de spaarzame tegenliggers heen. Het lijkt me allemaal wel oké zo, er kan ons niets gebeuren.
Maar dan zie je beelden van mensen in het Amsterdamse bos, of mensen op het strand en dan kun je denken: wat oliedom. Maar hebben die mensen eigenlijk niet gewoon hetzelfde gedacht als ik: konden zij zich niet ook maar moeilijk voorstellen dat ze enig gevaar zouden lopen of enig gevaar zouden vormen als ze voorzichtig de deur uit zouden gaan, zich even in bos of veld, of op het strand zouden begeven en zich daarbij ruimschoots aan de minimale afstand van anderhalve meter zouden houden? Maar als teveel mensen die op zich heel rationele gedachtegang hanteren, zijn er blijkbaar toch ineens zoveel mensen bij elkaar in het bos of op het strand, dat het nauwelijks mogelijk blijkt die minimale afstand van anderhalve meter aan te houden.
Vogelen in tijden van Corona: het voelt als een militaire expeditie. Overal moet je op berekend zijn. Overal loert het gevaar. Misschien toch maar wat meer genieten van de vogeltjes in de eigen tuin? Vanmorgen twee koolmeesjes. Kijk je anders meestal niet naar om. Het is best leuk dat weer eens wel te doen.


22 maart 2020


Meer lezen: Vogelen in tijden van corona

Geen opmerkingen:

Een reactie posten