maandag 16 januari 2017

Saaie bruine vogels

Wie wel eens een natuurdocumentaire kijkt, ik doe dat overigens maar zelden, raakt onveranderlijk in vervoering van de kleurenrijkdom en de vormenrijkdom van de natuur om ons heen. Meestal die in verre landen. Wij, wij moeten nogal eens met heel wat minder genoegen nemen. In Nederland hebben we bijvoorbeeld vooral veel saaie bruine vogels. Zelfs als we eens iets uit verre landen op bezoek krijgen, is dat vaak een saaie bruine vogel. Gisteren bijvoorbeeld, op het strand van Katwijk aan Zee. Honderden jonge meeuwen daar op het strand, voor de meeste mensen zo´n beetje het toppunt van saaie bruine vogels. En tussen die jonge meeuwen eentje die net even anders was. Dat is natuurlijk de clou. Je kunt wel laatdunkend doen over al die saaie bruine vogels van ons, mussen, leeuweriken, piepers, jonge meeuwen, noem maar op, maar het gaat er natuurlijk om, te zien op welke manier ze, in al hun saaiheid, toch anders zijn dan andere saaie bruine vogels. Deze, op het strand van Katwijk aan Zee, had bijvoorbeeld een lichte beige-bruine kleur, een hele fijne tekening en vleugelpunten die bijna wit waren. En daar bovenop een stoere zeeroverhoofdmannenkop met een zware snavel. Dat heet grote burgemeester en is afkomstig uit polaire streken. Daarvan zijn er overigens heel wat momenteel langs de Nederlandse Noordzeekust.
Als je maar ziet hoe zo’n vogel anders is dan degene die we hier meestal hebben, wordt zo’n beest alleen daarom al mooi. Nou is dat bij zo’n burgemeester niet zo moeilijk: die is sowieso mooi (maar ja, waarom dan eigenlijk, als het niet is omdat-ie zo anders is?) en valt wel op tussen zijn kameraden op het strand. Lastiger was het bij de mongoolse pieper die ik vandaag ging opzoeken in de Noordwaard in de Brabantse Biesbosch. Het vinden van de vogel, dat was het punt niet. Genoeg vogelaars die hem al voor me gevonden hadden, foeragerend in de berm langs het weggetje. Tot op een meter of twintig afstand konden we hem naderen, dichtbij genoeg, zou je denken, om te kunnen vaststellen hoe deze anders is dan een doorsnee pieper in Nederland. Maar dat is bij deze eerlijk gezegd een stuk lastiger dan bij die meeuw van gisteren. Als je niet heel goed kijkt, blijft het een doorsnee saai bruin vogeltje. Je hebt kennis nodig, om het te zien. Je moet in detail weten hoe de doorsnee piepers in Nederland er uitzien, en zelfs hoe een veel minder doorsnee pieper er precies uitziet, om te kunnen zien waarom dit er geen was. Hoe meer je weet, hoe meer je ziet. Zo is het natuurlijk met alles. Maar dan nog. Dat het geen graspieper was, geen boompieper en ook geen water- of oeverpieper, dat was met de benodigde kennis van zaken duidelijk genoeg. Maar waarom was het geen grote pieper? Overigens ook knap zeldzaam in januari natuurlijk. Zo goed als we hem ook te zien kregen, af en toe met goed licht fraai in de telescoop, ik blijf het verschil lastig vinden. Natuurlijk, oogt wat ieler, beknopter, minder kop en staart zeg maar, en ook wat minder uitgesproken getekend dan gemiddelde grote, maar of dat die uitsluit? Gelukkig riep ie op het eind nog een paar keer. Daar kon ik verder mee: het is niet dat ik aan de determinatie twijfelde, ik zou niet durven, vogelaars veel deskundiger dan ik hebben die al vastgesteld, maar ik wil altijd graag zelf vaststellen waarom het nou net die zeldzame soort is waar ik naar sta te kijken en niet zijn minder zeldzame neefje. En dat roepje, dat deed het ‘m. Dat maakte het wat mij betreft helemaal af.

15 januari 2017






Geen opmerkingen:

Een reactie posten