woensdag 11 juli 2012

374: Canon

Sommige herinneringen maken deel uit van het collectieve geheugen van de Nederlandse vogelaars, of van de twitchers in elk geval. Ze vormen als het ware de Canon van twitchend Nederland. Leuk spelletje voor een winteravond als er toch niet meer te vogelen valt: welke gevallen maken deel uit van de Canon van twitchend Nederland?
Als ik als eerste een voorstel mag doen: wat mij betreft horen de gebeurtenissen op 27 en 28 april 2011 daar zeker bij.
Het was, als ik eerlijk ben, afgezien van wat nablijvers van het voorgaande jaar tot die dag een nogal tam jaar geweest, wat zeldzame vogels betreft. Al maandenlang was er weinig van betekenis voorgevallen en al maanden wachtte ik op mijn eerste lifer van het jaar. Ik weet het, er is erger leed in de wereld en we vermaakten ons intussen prima met velduilen, oehoe, fraters, draaihals en meer leuks. Maar er mocht zich wel weer eens iets van meer betekenis voordoen in ons kikkerlandje, zeiden we tegen elkaar.
En toen viel de bom.
Ik weet nog goed hoe ik me, van achter de computer op het zolderkamertje aan de Oude Gracht, zat te verbijten om een oogverblindende adult zomerkleed kaspische plevier op Texel, de tweede ooit in Nederland maar die middag echt niet meer haalbaar, toen daar die melding binnenkwam van een woestijnplevier te Hoek van Holland. ‘Ja, het zal wel’, denk je dan, ‘hebben we net een kasp, nu zeker ook een woestijnplevier?’ Kanniewaarzijn. Maar je opent de foto en Wham! Woestijnplevier!
Hoek van Holland, da’s lang geen Texel, en in tegenstelling tot kasp was woestijnplevier nog nieuw voor me, dus toen het bericht dat de vogel alweer gevlogen was, werd herroepen, was ik vertrokken.

Zo stond ik aan het eind van de middag van 27 april 2011 met een klein groepje vogelaars in een bitterkoude noordenwind te klappertanden op het strand van Hoek van Holland. Want het zomerse weer de afgelopen dagen had ook mij verleid tot een veel te zomerse outfit. Maar intussen wel zicht op een schitterende woestijnplevier met al een vaal oranje borst van een aankomend zomerkleed. Dan vergeet je de kou wel. Op af en toe nauwelijks twintig meter afstand dribbelde de vogel over het strand, stond even stil, pikte eens wat op uit het zand en holde weer een stukje verder. Typerend plevierengedrag zoals-ie dat in andere tijden waarschijnlijk ten uitvoer bracht op de steppen of in de woestijnen van oost Turkije of nog verder weg. Even werd-ie door een hondenuitlater verjaagd naar de pier (ons geroep verwaaide in de wind en van ons gezwaai zal de man wel niets begrepen hebben) en het was met die noordenwind bepaald geen pretje om ‘m daarheen te volgen, maar even later was-ie terug op het strand.

Nou is woestijnplevier alleen niet voldoende voor een plaatsje in de Canon. Het zat ‘m vooral in die gelijktijdigheid. Dus de volgende dag naar Texel voor de kasp.
Bij de boot ontmoette ik Ton Lakeman, die me een lift over het eiland aanbood. Dat sloeg ik niet af: bespaarde me een fietstochtje tegen de stevige en koude noordenwind in en bovendien: vogelaars onder elkaar, altijd gezellig.
Enigszins gespannen liepen we ter hoogte van De Muy de duinen in maar enkele vogelaars die ons tegemoet kwamen, stelden ons gerust: ja hoor, hij zat er nog. Voor kleine plevieren en zingende braamsluipers en zwartkoppen hadden we even geen aandacht. In de verte zagen we al een groepje mensen bijeen en dichterbij bleken het inderdaad vogelaars. En nogmaals inderdaad: hij zat er nog. En ook al zat-ie aanvankelijk wat ver weg, hij kwam binnen als een mokerslag: een heuse adult zomerkleed kaspische plevier! Zeker toen-ie zich naar ons toe draaide en zijn oranje borstband ons toelachte: wat een gruwelijk mooie vogel! Dan wel alweer de tweede voor Nederland, maar dit kleed hadden we hier te lande nog niet eerder te zien gekregen.
En het werd alleen nog maar mooier. Hij vloog een stukje en streek wat dichterbij weer neer. Verdween even uit beeld achter de bosjes van wat men in een dolle bui ooit ‘Het Oorlogsschip’ heeft genoemd, maar kwam even later nog dichterbij weer te voorschijn. Inderdaad: wat een gruwelijk mooie vogel! Opnieuw een plevier. Opnieuw dat kenmerkende hollen en stilstaan. Maar deze getooid met dat waanzinnig mooie adulte zomerkleed van kaspische plevier, met de feestelijke borstband. Ja, deze zouden we ons allemaal nog heel lang heugen. Degenen die erbij waren, en ook degenen die hem helaas gemist hebben. Want een dag later was de vogel alweer gevlogen.



Meer: Scheepsrecht

Geen opmerkingen:

Een reactie posten