donderdag 13 augustus 2020

Groot leed en klein leed

Gisteravond een snelle twitchactie: naar polder De Eendracht bij Zevenhuizen voor graszanger en waterrietzanger. Geen van beide halszaak maar allebei leuk. Bij aankomst van beide al minstens een uur taal noch teken maar graszanger hadden we daarna toch al gauw binnen. Met tientallen stonden we in de warme zomeravond naar de rietvelden te turen toen-ie luid dzipend uit diezelfde rietvelden opsteeg en over ons heen vloog. Iets dat zich de verdere avond diverse keren herhaalde. Een mooi mediterraan beeld, passend bij de mediterrane omstandigheden. Graszanger dus naar volle tevredenheid binnen. Waterriet liet veel langer op zich wachten. Met tientallen stonden we in de warme zomeravond naar de rietvelden te turen maar meestal was het riet roerloos. Soms bewoog er iets maar elke keer als dat iets zich (in elk geval aan mij) bloot gaf, was het een gewone rietzanger. Een paapje op een paaltje, een boomvalk achter het riet langs, af en toe roepjes van baardman, een paar watersnippen over, snor, maar van waterrietzanger taal noch teken. Maar dan, we zijn al bijna onderweg naar de uitgang, achter ons een kreet: ‘waterrietzanger!’ We draaien ons om en zien hem, nemen we aan, nog net in de rietrand verdwijnen. Daar blijkt-ie toch nog aardig zichtbaar. Vliegt weer een stukje, zit weer een tijdje stil in de rietrand en vliegt dan vrij dicht langs ons heen het rietveld voor ons in. Foto’s tonen naderhand overtuigend aan dat het inderdaad de waterrietzanger is geweest. Al geeft het wel een beetje te denken dat daar die foto’s voor nodig waren.
Tot zover waterrietzanger: geen topwaarneming maar acceptabel. Intussen is boven de Zevenhuizerplas achter ons een helikopter verschenen. Blijft daar maar rondvliegen, irritant ding denken we nog, het is gedaan met de rust. Sirenes ook nog, en een tweede helikopter, zo’n gele traumahelikopter. Wolken opspattend water, een van de helikopters lijkt op de plas geland en nog steeds sirenes. Hier is iets mis, realiseren we ons. Maar we denken er verder niet al te veel over na want wat voor zin heeft dat? En denkend aan waterrietzanger gaan we tevreden naar huis.

Waar we al bang voor waren lezen we vanmorgen op teletekst: ‘In de Zevenhuizerplas bij Rotterdam zijn gisteren twee personen verdronken. Een 26-jarige man werd door duikers nog uit het water gehaald, maar dat mocht niet meer baten. …’
‘Triest, als je beseft dat er enkele honderden meters verderop iemand bezig is te verdrinken terwijl wij naar vogels staan te kijken’, appt Toon in onze vogel-appgroep. Waar, natuurlijk. Maar relativeren is mijn ding: als we daar niet naar vogels hadden staan kijken, was het dan minder triest geweest? Of als we heel ergens naar vogels hadden staan kijken? De triestheid is niet gerelateerd aan ons vogelen, als ik er iets aan had kunnen doen had ik het graag gedaan, maar ja …
Dit zijn natuurlijk geen opzienbarende gedachten, iedereen zal dit kunnen beamen. Het zijn maar doodgewone gedachten die op zo’n moment komen aankloppen. Intussen zit ik op een slootkant in de Gagelpolder te kijken naar een juffertje, een lantaarntje, dat verstrikt is geraakt in een spinnenwebje en niet meer los kan komen. Al gauw komt er een spinnetje aangeklauterd die het beestje stukje bij beetje begint te omwindselen. Eerst fladderen af en toe nog de vleugels, maar na een tijdje niet meer. Of dat is omdat-ie inmiddels dood is of omdat de vleugels inmiddels te strak zitten ingesnoerd, is niet goed vast te stellen maar dat de dood van het lantaarntje aanstaande is, is op zijn minst duidelijk. Klein leed, van een heel andere orde natuurlijk dan dat van gisteravond. Leed dat we maar moeten laten passeren, het is natuur immers, al is het wel zielig voor het juffertje.

11 augustus 2020

dinsdag 4 augustus 2020

Sleedoornpage

Het was een mooie zonovergoten zomerdag en er stonden geen speciale verplichtingen op het programma: tijd om eindelijk eens de sleedoornpages van de stenen brug te Langbroek te gaan doen. Goeie soort, mooie beestjes als ik de vele foto’s moet geloven, zeldzaam en bovenal nieuw voor me. Zitten er al jaren, al jaren denk ik ik moet daar eens naartoe maar al jaren komt het er niet van omdat het zo’n lastige plek is voor een OV-er als ik. Maar vandaag de trein genomen naar Maarn en van daar via Doorn richting Langbroek gefietst. De ontdekking dat de stenen brug helemaal geen brug is maar een gehuchtje nog onooglijker dan Langbroek zelf, zij het met een huis als een nepkasteel, kwam best als een schok. Die schok eenmaal te boven het gebiedje gevonden waar ik wezen moest. Met een aantal belangstellenden heen en weer gelopen over een smal paadje tussen weelderig struikgewas en bloemrijke bermen, af en toe een paar stappen het naastliggende gebiedje in gedaan en minutieus de vegetatie afgespeurd. Op zo’n moment zie je dat de herfst alweer begonnen is: overal bruin en oranje gekleurde blaadjes tussen het groen en zie daar dan maar die oranjekleurige pages uit te pikken. Hoe kleurrijk ze ook zijn, je ziet ze maar al te gemakkelijk over het hoofd. En kleurrijk zijn ze. Als snippertjes gebakken zonlicht. En er zijn maar betrekkelijk weinig plekken in Nederland waar je ze vinden kunt.
Als verderop geroepen wordt: ‘ik heb er een gevonden!’, haasten allen zich naar de plek waar de kreet vandaan kwam en daar zien we: sleedoornpage. En hij ziet er precies uit zoals in de boeken en op de foto’s op internet. Dat is toch een van de charmes van dat twitchen van ons: te kunnen vaststellen dat de werkelijkheid precies overeenkomt met de abstractie van de geëigende determinatieliteratuur. Hij was net zo prachtig, net zo kleurrijk, net zo subtiel getekend als op de talloze foto's. Waarom dan toch al die moeite? Die vraag zal wel nooit beantwoorden worden.
Een van de charmes van het twitchen is ook dat je af en toe terechtkomt op nieuwe, onbekende plekjes. Ik ben wel vaker in de buurt van Langbroek wezen fietsen maar dit bosje had ik tot nu toe altijd over het hoofd gezien. Dat zo’n plek ook nog mooi is, is dan eigenlijk maar bijzaak. Maar het was er mooi. Een mengelmoes van struikgewas, een bosrand en lagere vegetatie, bloemrijk, af en toe oerwoudachtig, ach als je het zo opschrijft zou het op zo onnoemelijk veel plekken van toepassing kunnen zijn maar mooi was het er. En er vloog ook nog een kruisbek over.

3 augustus 2020



Stenen brug