woensdag 29 november 2023

Zoetermeer

Er zijn wellicht mensen die sinds afgelopen woensdag op veertjes door het leven zweven, hoopvol uitziend naar wat de toekomst brengen gaat. Ik wens ze het allerbeste. Maar ik ben niet zo iemand. Ik ben meer iemand die het liefst zou wegkruipen in een heel diep holletje. En met de al vele weken aanhoudende meteorologische treurnis is dat misschien wel het op een na beste wat je doen kunt. Maar een zoveelste dag van wind en buien en de naweeën van een zware verkiezingskater, die vroegen om iets anders, die vroegen om een lekkere snack, om instant bevrediging, om een snelle sensatie om voor even al die dingen te vergeten die je zo graag vergeten zou. Waterspreeuw op de oever van de Zoetermeerse plas, dat leek me in dat kader de perfecte bestemming voor deze zure zaterdag. Paste ook prima tussen de buien door. Niet al te ver met de trein, geen verre fietstocht en daar stond ik, met alweer tientallen toegesnelde vogelaars, op de oever van de Zoetermeerse plas, de aankondiging van de eerste zware bui van de ochtend in de rug. Moest alleen waterspreeuw nog op komen dagen maar die liet het nog even afweten. Paar honderd meter langs de oever gezocht, grote gele kwikstaart, roodborst, geroep van waterral maar uiteindelijk moest ik toch op de plek zijn waar de vogel het laatste gezien was en het vaakst gezien wordt: op het strandje daar stonden de telescopen en de telelenzen gericht op een basaltdammetje verderop in het water. Waterspreeuw. Scharrelend langs de waterkant en prachtig in de telescoop. Steen voor steen bewoog hij zich tot aan het uiteinde van het dammetje, stond nog even te pronken op het laatste stuk basalt dat boven water stak en keerde toen om, om aan de achterkant van het dammetje weer terug te gaan. Voor zover wij wisten.

Het toetje was trouwens ook smakelijk. Verderop was het Prielenbos, een stukje broekbos met spichtige stammetjes en takkenbossen die uit zwarte poelen staken en knuppelpaadjes die ons over de nattigheid voerden. Erg fotogeniek. En best wat vogeltjes af en toe, alleen lukte het me maar zelden er een een beetje herkenbaar in beeld te krijgen. Alleen een winterkoninkje liet zich enige tijd mooi bekijken, wat natuurlijk wel een fijn cadeautje was. Maar toen een prachtige groep van tientallen barmsijzen. Er is een (tot nu toe) bescheiden invasie van grote barmsijzen gaande en het is altijd prettig van zo’n fenomeen iets mee te krijgen. Er zat ook nog minstens één kleine barmsijs tussen, en een vogel met opvallend witte en weinig getekende flanken en op het oog ongetekende witte onderstaartdekveren. Een aardige kandidaat witstuitbarmsijs, een zeldzaamheid, maar ja …
Toen ik genoeg gesnoept had om de wereld weer even aan te kunnen, ben ik maar weer omgekeerd.

25 november 2023





donderdag 16 november 2023

Ameland

De herfst is nog in volle gang. Het goud en oranje druipt van de bosranden, hier en daar schittert daarin een zilvergrijze abeel en bedauwde spinnenwebben glinsteren tussen de vegetatie. Maar wat vogels betreft is de grootste drukte een beetje voorbij en de grote vogelevenementen liggen ook weer achter ons. Geen Deception Tours meer, geen Dutchbirding vogelweekend, een mens kan weer veilig naar een Waddeneiland zonder om de haveklap lastig gevallen te worden door weer een melding van weer een leuke soort en zonder weer te moeten beslissen of je erachteraan gaat of dat je deze keer even overslaat. Er zijn ook geen vogelaars op dit eiland, nou ja, er zijn er wel een paar maar die vinden ook niets dat tot actie verplicht. Een roodhalsgansje hier, een sibtjif daar, ijseend over zee, ach, dat komt allemaal een andere keer wel weer.
We waren op Ameland dit keer, omdat Cathérine, zusje van Harriët, in het kader van de Kunstmaand Ameland haar expositie en haar viltworkshops hield in de brasserie van Roompot Ameland. Denk bij dat vilten overigens niet aan oubollig hobbyisme, dit is vilten 2.0. Wij zaten op Roompot in een vakantiehuisje. Nou ja, vakantiehuisje, zeg maar vakantiecontainer, temidden van nog veel meer van zulke vakantiecontainers, rijen en rijen vakantiecontainers die een geestdodende en deprimerende vakantieomgeving creëerden. Al was er genoeg groen, genoeg bosjes en natte ruigte om het spannend te houden, maar daar is in november op een Waddeneiland niet veel voor nodig. Achter de rijen vakantiecontainers zagen we de vuurtoren verrijzen en verliet je het terrein, dan had je onmiddellijk zicht op de Westermieden, het weiland aan de westkant van het eiland, met rotganzen en kramsvogels, en op de bosrand van het Hollumerbos daarachter. Nee, voor Roompot ga ik geen reclame maken maar met Ameland is niets mis.
Dat is natuurlijk precies wat zo’n Waddeneiland zo leuk maakt: zodra je de deur uitstapt, heb je dat Waddeneiland om je heen. Je hoeft nergens meer heen, want je bent er al.
We zaten dus bij Hollum en ik had zin in een rustig en ontspannen weekendje. Beetje toekijken bij het vilten en een beetje de niet al te verre omgeving doorkruisen. Dus ik had me voorgenomen me tot het westen te beperken en niet voorbij Ballum te gaan, een kilometer of vier naar het oosten. Niet naar Nes, niet naar de Hon en niet naar ’t Oerd want het westen van Ameland heeft genoeg moois in de aanbieding. Wat te denken van de Lange Duinen met zijn vogelkijkhut aan het duinmeer aldaar? Of van het beleefstrand Ballum, de meest lullige naam voor een van de mooiste en spannendste stukjes Ameland? Of aan de wadkant de Vogelpôlle, de strook kwelder langs de Waddendijk? Genoeg te doen dus, tussen het toekijken bij het vilten door. Ik zou het nog druk krijgen en dat was nou net niet de bedoeling.
We boften met het weer, trouwens. ’s Nachts lagen we soms in bed bezorgd te luisteren naar de regen die op ons dak kletterde. Bui na bui kwam over ons heen en al zal het op dat containerdak harder geklonken hebben dan het in werkelijkheid was, het ging er buiten ongetwijfeld ruig aan toe. Maar overdag was het meest droog en geregeld scheen de zon. Zelfs de wind hield zich kalm dit weekend. Het was een oase temidden van de vele nattigheid die ons al weken lang teistert.

Om te beginnen vrijdagmiddag een fietstochtje langs Hollumerbos en duinrand, polder, kwelder en wad. Het begon al wat te schemeren en de zon begon na een regenachtige dag net voor-ie onder zou gaan voorzichtig door te breken, wat mooie avondschemerluchten opleverde die fraai weerspiegelden op wad en Waddenzee. Het bracht ons onder andere de Twee Telescopen: de Waker en de Wachter, de een gericht op de kerktoren van Hollum, de ander opmerkelijk genoeg net naast de vuurtoren die je echter op een of andere manier vaag weerspiegeld zag in het telescoopbeeld. Kunst dus, dat kon niet missen.
Zaterdagochtend fietste ik door de Lange Duinen en zag ik de laatste buienluchten naar het oosten wegtrekken. Uit het westen naderde steeds meer blauw, steeds meer zon. Waterrallen riepen uit verscholen nattigheid tussen de duinruggetjes in en op het duinmeertje dreven onder andere wat tafeleenden. Even later liep ik op het beleefstrand en beleefde daar de dynamiek van de getijden. Dat zal er dan wel de bedoeling zijn. Waar vroeger een breed strand was, zijn nu begroeide kwelders, natte geulen, zandbanken en slikplaten. En vogels. Veel vogels. Fraaie vluchten van honderden bonte strandlopers, zilverplevieren en rosse grutto’s vlogen over me heen de duinen in. Het was blijkbaar opkomend tij. Diverse groepjes dwergmeeuwen vlogen strak naar west. Zwarte zee-eenden op zee, een stel pimpelmezen in de laatste struikjes voor de kwelder begon, wat voor deze soort vast geen broedbiotoop is, en op een schaars begroeid slikveld foerageerden twee sneeuwgorzen, de soort van de dag. Toch nog genoeg vogels dus, op dit ontspannen Waddeneilandenweekendje.
Zondag was de waddenkant aan de beurt. Veel zon, weinig wind en toch nog een buitje tussendoor maar dat mocht geen naam hebben. Langs de Waddendijk ligt daar de Vogelpôlle, in de zomer beschermd vogelbroedgebied en daarbuiten beschermd vogelrustgebied. Altijd wat te beschermen. Op de kwelder kunnen bij hoogwater grote aantallen vogels rusten. Nu was het afgaand tij en zaten de vogels op de eerste strook wad die inmiddels droog was komen te liggen. Wulpen, tureluurs, scholeksters, zilverplevieren, bonte en drieteenstrandlopers, kanoeten, rosse grutto's, smienten, pijlstaarten, het is het bekende palet aan wadvogels die hier hun leefgebied hebben. Bekend, elke keer weer als je in de herfst op een Waddeneiland bent, maar elke keer weer geweldig om mee te maken. De soort van de dag waren de vijf strandleeuweriken die korte tijd verbleven op een schelpenzandje in de kwelder. Terug door polders vol brand- en rotganzen en goudplevieren en weer even naar het viltgebeuren.
Maandag was het weer regenachtig. Nog wat door het Hollumerbos gewandeld en naar huis. De overtocht was grauw en nat. Het mooie weekendweer was weer voorbij.

13 november 2023


Meer wadden? Terschelling













dinsdag 7 november 2023

Plan B

Ik had dringend behoefte aan een plan B. Plan A was Texel, izabel, maar bleek door onvoorziene ‘herstelwerkzaamheden’ op het spoor met openbaar vervoer voorlopig niet bereikbaar: de trein reed niet verder dan Schagen en er was blijkbaar geen vervangend vervoer geregeld. Te kort dag, neem ik aan. Gelukkig was, in tegenstelling tot planeet B, plan B wel beschikbaar: oosterse zwarte roodstaart in Egmond a/d Hoef. Niet eens zo’n slechte deal: zou pas mijn tweede zijn, de izabeltapuit op Texel al mijn derde. Dus gewoon de geplande trein genomen en in Heiloo uitgestapt. Kilometer of zes met het vouwfietsje en daar stond ik, in dat koninklijke woonbuurtje in Egmond a/d Hoef, tussen de ommuurde achtertuintjes, de garages en de parkeerruimtes en hier en daar een soort plantsoentje. Een dertien-in-een-dozijn woonwijkje dus, maar wel met een oosterse zwarte roodstaart in zijn midden, ondersoort van zwarte roodstaart afkomstig uit Turkije of het midden oosten en pas de veertiende voor Nederland. Weinig woonwijken in Nederland die er ook zo eentje tot zijn bewoners mogen rekenen. Zeg maar geen.
Het was nog droog, zelfs nog een beetje zonnig en het woei nog nauwelijks toen ik door het woonwijkje wandelde. Het was even zoeken maar niet al te lang want daar zat-ie al, tussen de dakpannen. Zwarte roodstaart met rode buik: in de pocket. Hij liet zich aardig zien, verdween na een tijdje in een tuin verderop en ik kon verder met mijn leven. Nog een hele dag te gaan.

Toen ik een stukje wandelde langs de binnenduinrand tussen Egmond a/d Hoef en Egmond aan Zee, begon de regen. En toen ik even later over het strand bij Egmond aan Zee wandelde, regende het gestaag door. Grijsheid alom, zowel boven als onder de horizon, maar de zee nog altijd redelijk kalm. De aangekondigde code geel leek nog ver weg. Hier en daar wat meeuwen langs de branding. Zowel grote als kleine mantelmeeuwen ertussen en opeens viel mijn oog op een van hen: leek net wat kleiner, net wat tengerder dan de andere kleine mantels. In elk geval veel zwarter: de kleur meer als bij grote mantelmeeuw, en met een opvallend lang achtereind door de ver uitstekende vleugelpunten. Een klassieke baltische mantelmeeuw, ben je dan geneigd te denken, uit het boekje. Er ontbrak echter één cruciaal element: een ring. Want zonder ring is baltische mantelmeeuw, een zeldzaamheid uit het verst noordoostelijke deel van het verspreidingsgebied van kleine mantelmeeuw, eigenlijk niet met zekerheid vast te stellen, omdat sommige van de ‘gewone’ noordelijke ondersoort intermedius er vrijwel net zo kunnen uitzien. Waarom men die twee dan als verschillende ondersoorten ziet, is een vraag waarop ik het antwoord schuldig moet blijven.

Geschuild in een strandtent en daarna scheen warempel de zon. Het duinland lichtte prachtig op onder de bijna zwarte lucht van de voorbije bui. Even later aan zee woei het al ietsje harder dan zojuist. Aan de ene kant, in het noorden, was de lucht helder en blauw, aan de andere kant hing een lucht, zo duister en dreigend dat je zou denken dat de Apocalyps aanstaande was. Daarna volgde bui op bui en na elke bui leek het wel harder te waaien. Tussendoor was het droog en tuurde ik over een steeds wildere zee. Zwarte zee-eenden naar zuid. Roodkeelduiker naar zuid. Adulte drieteenmeeuw naar zuid. Drie adulte dwergmeeuwen naar zuid. En toen, hé, die was spannend: een meeuwtje met een donkergrijs, bijna bruinachtig dek, daarachter op de vleugels een spierwitte driehoek en zwarte handpennen. Dit was er een hoor: onmiskenbaar vorkstaartmeeuw. Hij vloog niet eens zo heel ver weg ook al naar zuid. Weliswaar mijn tweede deze herfst maar deze was veel beter dan die van Vlieland een paar weken terug.
Na een volgende bui gaf ik het verder op, pakte mijn spulletjes in en vloog met een inmiddels stormachtige wind in de rug terug naar Heiloo.

5 november 2023







donderdag 2 november 2023

De verhalen van DT3

DT3 was diametraal tegenovergesteld aan DT2. Twee weken terug rust op het eiland en een gekkenhuis boven zee. Nu was er boven zee niet veel te beleven maar was het een gekkenhuis op het eiland. Overal lijsters, soms met honderden bijeen. Als je over het verre duinland tuurde, dan zag je overal de zwermen vogels boven de duinen dansen. Overtrekkende koperwieken en kramsvogels, vinken en kepen, leeuweriken, spreeuwen, alles vloog, terwijl in bosjes goudhaantjes en vuurgoudhaantjes piepten en talloze roodborsten tikten.
De enige overeenkomst was het weer: woest en onstuimig, met veel wind en (soms heel) veel buien. Oh ja, en dat Ajax verloor, maar dat doen ze iedere week.
De hoop was dat die drukte ook zou leiden tot enkele krenten. En dat deed die ook. Pallas boszanger, pestvogel, een paar geelgorzen kortstondig in de zeereep. In de jachthaven huisde een kuifaalscholver. Maar dat was allemaal klein bier. De hoofdprijs viel al meteen op vrijdagmiddag. We zaten nog in de trein toen de melding binnenkwam: mogelijke, en al gauw zekere geelbrauwgors nabij het dorp. Geelbrauwgors! Het mirakel van vorig jaar, toen de tweede ooit in Nederland, voor het eerst na een ringvangst veertig jaar eerder. En nu, één jaar later pas, alweer de derde? Ik was daar nog helemaal niet aan toe. Zoveel veel minder zeldzame soorten die ik nog pas één keer heb in Nederland, of zelfs nog helemaal niet. Dus toen-ie een uur of zo later werd afgemeld (hoog naar zuidwest of zo), kon ik daar prima mee leven. Ik koesterde de vogel van vorig jaar.
Uren later. We waren inmiddels op het eiland aangekomen. (Op de boot had een roodborstje ons langdurig bezig gehouden: telkens weer vloog-ie langs de boot, leek te willen neerstrijken op de reling maar vloog steeds toch weer door, keerde weer terug, vloog laag over de boot, zette zich even op een hekje maar vloog al gauw toch weer op en was ineens zoek. Zat-ie eindelijk ergens stilletjes in een hoekje? Of was-ie toch maar doorgevlogen?) We hadden ons huisje op Ankerplaats gevonden. Ik had mijn eerste tochtje gemaakt, naar de Oostervallei zoals altijd de eerste uren na aankomst op Vlieland, spreeuwen en kramsvogels, heel veel kramsvogels en in het dorp een pestvogel. Het was al zes uur en ik stond op het punt naar ons huisje terug te keren toen die melding: geelbrauwgors teruggevonden! Toch nog! En dan kun je vinden dat we nog niet aan een nieuwe geelbrauwgors toe zijn, maar even later stond ik natuurlijk toch, met al gauw tientallen anderen, te kijken naar een geelbrauwgors in de ruige vegetatie aan de rand van een vers ingezaaid aanstaand grasveldje achter de Waddendijk aan de rand van het dorp. Op minder dan tien meter afstand (veel dichterbij dan vorig jaar) liet-ie zich tot in de schemer prachtig zien. Wat een waarneming! En wat een begin van DT3.

De volgende dag. Na een relatief rustige ochtend waarop ik een paar van de beschikbare leuke soorten opraapte en een keer net te laat was voor de gors, de melding van een vale gierzwaluw die rondjes leek te vliegen tussen het Posthuys en de Vliehors. Nog niet zo lang geleden een bijna ondenkbare tropische verrassing maar het is inmiddels een traditie: vale gierzwaluwen in de late herfst in Nederland. Omdat ik er daarvan nog niet zo erg veel gezien heb, maar eens die kant uit gefietst. Op hoop van zegen. Was ik trouwens toch al van plan. En ter hoogte van de Kroon’s polders hing-ie ineens bijna recht boven me. Onmiskenbaar een gierzwaluw spec. Lichtomstandigheden waren zodanig (beetje schemerzonnetje recht tegen, de vogel was een zwart silhouet tegen een wit oplichtende lucht dus geen details zichtbaar) dat zekere determinatie mijnerzijds er niet in zat, maar deze was door anderen al goed gefotografeerd en gedetermineerd en bovendien vliegen er al ruim een week vale gierzwaluwen over Nederland terwijl er in die tijd geen enkele zekere gewone gemeld is. Over de determinatie dus geen discussie: vale gierzwaluw. Het is natuurlijk zoals je een gierzwaluw meestal ziet, maar ik wilde toch graag meer. Dus stond ik met enkele lotgenoten geruime tijd op een duintje over het westelijke duinland uit te kijken. Vergeefs: geen gierzwaluw meer te bekennen. Wel heftige buienluchten die op ons afschoven. Ik was prima op regen gekleed maar heb toch maar even geschuild in de hut in de Kroon's polders. Dat leverde na de regen onder andere nog honderden bonte strandlopers op, tientallen rosse grutto's, kanoeten, zilverplevieren, rotganzen en een kluut, en wie daar niet gelukkig van wordt is geen vogelaar. Intussen werden meerdere vale gierzwaluwen gemeld, vooral op de oostpunt, en daar wilde ik nog wel een trapje extra voor doen. In het oosten aangekomen bleek ik echter net te laat: alle vale giertjes waren ofwel in het niets opgelost of de zee op richting Terschelling gevlogen. Als ‘troost’ nog geruime tijd in de regen naar geelbrauwgors staan kijken die uitvoerig foerageerde in de berm aan de overkant van de straat. Daar nam ik graag genoegen mee.

Op zondagochtend tenslotte onder een komen en gaan van herfstige buien vooral veel vergeefs achter de feiten aan gehobbeld. Eerst achter een vale gierzwaluw aan die al naar Terschelling vertrokken was voor ik de toch niet al te verre reis naar het oosten had volbracht. Had ik maar een e-bike moeten huren, zoals tegenwoordig vrijwel alle vogelaars doen op Vlieland. Daarna naar een gemelde siberische boompieper aan de voet van het Vuurboetsduin die bij aankomst inmiddels al geruime tijd onvindbaar was. Aan geelbrauwgors heb ik, toen-ie zich niet binnen enkele minuten wilde vertonen, voorlopig geen tijd meer besteed. Ik was inmiddels op de ruige plak toen de melding van de dag kwam: alpengierzwaluw boven Stortemelk! Die moet ik nog steeds in Nederland en Stortemelk was vlakbij. Dus op een duintje gaan staan en afwachten maar. De vogel scheen echter precies de verkeerde kant op te vliegen en een felle bui dwong me vervolgens even te schuilen aan de havenweg. Toen de bui over was richting Stortemelk gefietst waarop de vogel juist weer in de buurt van de jachthaven werd gemeld. Dat was helaas het laatste wat van hem vernomen is. Nog enige tijd met enkele vogelaars staan posten op een duintje in de noordoosthoek, maar dat leverde ‘slechts’ een gierzwaluw vrij ver naar oost op. Is ongetwijfeld een vale geweest, wat niet zo lang geleden nog een hoofdprijs was maar nu toch een beetje een schrale troost.
Daarna onder andere nog in het dorp een paar tellen de gors half in beeld gehad, tegen beter weten in een tijdje aan zee gezeten, in de jachthaven kuifaalscholver en dwergmeeuw gezien en een tijdje op een duintje in de noordoosthoek staan kijken naar de massale bewegingen van lijsters tot ver boven de zeereep. Toen eindelijk weer een spannende melding, eentje die deze dag kon maken en breken: siberische boompieper ter plaatse nabij het Vuurboetsduin.
Aanvankelijk leek het breken te worden. Met tientallen stonden en liepen we vruchteloos te speuren. Geen spoor, geen enkel teken van leven in het stukje bos waar de vogel zich zou moeten ophouden. De meesten waren alweer vertrokken toen toch nog een pieperachtige vogel tussen de bomen door vloog. Dat kon hem weleens geweest zijn, was de gedachte, al heb je daar weinig aan. Maar toen éénmalig een schel roepje en de determinatie was rond: siberische boompieper. Waarna de Bui van het Weekend losbarstte, een bui bijna apocalyptisch van aard. Intens tevreden was ik met hoe regenbestendig mijn outfit bleek, maar van sibopie werd uiteraard niets meer vernomen.

Dat waren mijn verhalen van dit weekend. Wat eenzijdig wellicht, allemaal over zeldzame vogeltjes en wat boeit dat u? Maar hé, het was natuurlijk ook een vogelweekend hè en ik kan natuurlijk ook vertellen over het Vlielandmonopoly of over de film van Wes Anderson die we gekeken hebben of over mijn visie op het wereldleed maar dat zal u nog minder interesseren dus u zult het hiermee moeten doen.

30 oktober 2023


Meer Deception tours: Deception tours