maandag 26 augustus 2024

Juist

Wat vooraf ging:
Maandag, terwijl de anderen naar het luxe zwemparadijs waren, in mijn eentje een mooie tocht gemaakt naar en door de bossen bij Hagen: mooi ander aspect van de omgeving met ook een ander genre aan vogelsoorten. Boomkruiper, zwarte mees, roek, dat soort. Fraaie waterloop dwars door het bos, met weelderige oevers. En terug langs het kasteeltje van Lütetsburg, wat ook best mooi was.
En 's middags eindelijk opkomend tij meegemaakt. Ik was aan de andere kant van de haven. Spectaculaire getijdentrek. Geen verrassende soorten, wel verrassende aantallen. De enkele regenwulpen waren er tientallen geworden, de rosse grutto's misschien wel honderden. Ook tientallen groenpootruiters, onder meer.

Dinsdag met zijn drieën naar Greetsiel gefietst. Mooi maar erg toeristisch stadje. Oogde heel erg Hollands, met een echte Hollandse molen, een grachtje en een haventje met vissersboten en klassieke Hollandse gevels erlangs. Daarna het achterliggende natuurgebied bezocht. De Hauener Putten en Leyhorn: rietvelden met plassen en aan de andere kant van de dijk kwelders en wad. Weer een scala aan nieuwe vakantiesoorten maar iets noemenswaardigs zat er niet tussen. Het geel met rode vuurtorentje van Pilsen was wel noemenswaardig.

Ondertussen is op het terrein hier langs het wad de rust weergekeerd. Maar niet voor lang want morgen arriveren de Vikingen.

Dit alles natuurlijk als inleiding op onze dagtocht naar Juist vandaag. Was een fijne tocht. Juist (spreek uit juust) is ook weer een bijzonder eiland. 17 kilometer lang, werd ons verteld, maar soms amper 500 meter breed. Al werd daarbij vermoedelijk de brede kwelder langs de Waddenkant niet meegerekend want die is in z’n eentje soms al zowat 500 meter breed. Maar toch, het eiland ligt als een smalle naald tussen Noordzee en Waddenzee. Als je vanaf het strand de zeereep beklimt, zie je meestal aan de andere kant meteen de Waddenzee alweer voor je.
Het eiland is bijna volmaakt autoloos. Alleen politie, brandweer en de dokter hebben een auto. Mens en dier worden er vervoerd per paard en wagen. Verder heeft het, ook binnen de bebouwing, veel meer het eenvoudige, landelijke karakter dat we van onze Waddeneilanden kennen, al is er in Juist dorp langs zee ook een smalle strook met de allure van de sjieke grootstad die de Duitse eilanden zo kenmerkt, met barokke gevels, statige hoogbouw en een monumentaal en wit bepleisterd koepelhotel.
Langs zee gewandeld, langs de kwelder, door de duinen en door het dichte moerasbos langs de Hammersee, restant van de dijkfoorbraak die in 1651 het eiland tijdelijk in tweeën brak. Ook het hoogste duin van de Oostfriese Waddeneilanden ligt op Juist, aldus Wikipedia. Maar lag dat niet ook al op Norderney? En op welk eiland dan nog meer? Zien we hier de uiting van een prestigestrijd tussen de eilanden?
Al met al een mooie impressie gekregen van het eiland. Dat is net als Norderney uiteindelijk gewoon een mooi en natuurrijk Waddeneiland. Maar noemenswaardige soorten leverde het opnieuw niet op.

Woensdag 31 juli 2024


Verder met Norddeich 2024: Helgoland











Geen opmerkingen:

Een reactie posten