woensdag 12 januari 2022

Sliedrecht Baanhoek

Om even een paar leuke zeldzaamheden op te strijken, en omdat het beloofde een mooie winterdag te worden, en omdat ik toch niks beters te doen had, een ommetje van Sliedrecht Baanhoek naar Sliedrecht Baanhoek gedaan, via Alblasserdam en Dordrecht. Er vielen een paar buitjes meer dan voorspeld, maar dat was natuurlijk bijzaak. Hoofdzaak was de purperkoet, het Grote Blauwe Monster dat al enkele weken bij Alblasserdam verblijft. Die had ik een paar weken eerder ook al gezien maar het is pas de eerste voor Nederland (inmiddels hebben we er twee, zo snel kan het gaan) dus hoe vaak krijg je nog de kans? En was het niet nog geen vier jaar geleden tijdens mijn vogelreisje naar de Extremadura dat een van mijn grootste wensen het zien van mijn eerste purperkoet ooit was? Dus om te beginnen naar Alblasserdam gefietst, naar de Nieuwe Waterschap. Bij aankomst zat de vogel als het ware voor me klaar, op amper een paar meter afstand in de oever, waarna hij pal voor me langs naar de overkant zwom, zo dichtbij dat ik er zelfs met mijn telefoon een enigszins herkenbare foto van kon maken. Aan de overkant verdween-ie uiteindelijk in het riet, waar ik hem vervolgens niet vinden kon.
Purperkoet lijkt een nieuw verschijnsel in Noordwest Europa. Lijkt, ik houd nog even een slag om de arm want de optie ontsnapte kooivogel is nog niet voor iedereen helemaal van de baan, de CDNA moet ze ook nog erkennen, maar feit is dat de soort vanuit Zuid Europa met een opmars naar het noorden bezig is, dat zijn broedarealen minder ver weg liggen dan vroeger en dat de eerste purperkoeten voor Noordwest Europa al een tijdje werden voorspeld. Met ook recente gevallen in België en Duitsland lijkt het er dus op dat het zover is. Als er tenminste geen invasie van ontsnapte kooivogels plaatsvindt. De bijbehorende kooien zijn tot nu toe nog niet gevonden.

Na de purperkoet was het tijd voor de bruine boszanger anderhalve kilometer verderop, ook zeldzaam, zij het afkomstig uit heel andere windstreken, en typisch zo’n gevalletje van een zeldzaamheid die gevonden wordt op een plek waar iedereen naar een zeldzaamheid gaat kijken. Deze riep veel, een kort ‘tsjak’ of zoiets dat toch weer heel anders klinkt dan al die andere korte tsjakroepjes van andere kleine bruine vogeltjes, het is ongelooflijk hoeveel verschillende en allemaal herkenbare roepjes je kunt maken in een tiende van een seconde, en daardoor wist je steeds waar je zoeken moest. Af en toe liet hij zich kort mooi zien. Terug bij de purperkoet was ook die af en toe mooi in beeld, dichtbij, weliswaar diep in het riet maar af en toe bijna helemaal vrij. Waarna het tijd was om een uurtje te gaan fietsen.
Even buiten Dordrecht in de Louisapolder, nieuwe natuur van bosjes en struwelen in een bedding van oude, verruigde weilandpercelen, verblijft sinds enkele dagen een pestvogel. Pestvogels zijn populair en ook deze kreeg buitensporig veel aandacht. De rij auto’s geparkeerd langs het weggetje deed een spectaculaire zeldzaamheid vermoeden, op zijn minst een renvogel of vale spotvogel, maar de dicht opeengepakte menigte richtte de lenzen op ‘slechts’ een pestvogel. Een fotograaf naast me: ‘gisteren had ik er 70’. Wat-ie daar vandaag dan nog deed, dat wist hij zelf ook niet. Nou ja, ik was er zelf ook dus ik kan er niets van zeggen. De pestvogel was mooi, dat spreekt vanzelf, maar ik ben er gauw weer vertrokken.
Op weg naar de Kop van ’t Land tenslotte twee koereigers, mooi dichtbij op de akker en in het veld, allebei aan een andere kant van het weggetje. Daarmee was het weer volbracht. Missie geslaagd. Op weg naar Dordrecht alleen nog even een ommetje door de Sliedrechtse Biesbosch en daarna naar huis. Ik kom daar niet vaak, in de Sliedrechtse Biesbosch, heb daar meestal na mijn tochten door de Brabantse Biesbosch geen tijd voor en eigenlijk is dat jammer. Het is er mooi, vind ik, met die griendbossen langs overschaduwde slenken, de besloten weilanden, rietwildernissen en half afgestorven bosruïnes met tot ver weg een mêlee van dode bomen. Geen vogels van betekenis, zelf vind ik immers nooit iets, maar wel de Bui van de Dag die leidde tot een monumentale (dubbele) regenboog die zich fonkelend losmaakte uit een asgrauwe lucht. Die was een nat pak wel waard.
Van daar toch maar teruggefietst naar Sliedrecht Baanhoek, nauwelijks verder dan Stadspolders. Het werd dus geen ommetje door de Sliedrechtse Biesbosch maar het rondje Baanhoek was daarmee voltooid.

9 januari 2022


Zie ook: Koet






Geen opmerkingen:

Een reactie posten