zondag 2 januari 2022

1 januari

Vogelaars, in elk geval veel van hen, zijn wel een beetje lijstjesmensen. Van van alles houden we een lijst bij. De moeder aller lijsten is natuurlijk de levenslijst: alle soorten die je ooit gezien hebt. Al dan niet in eigen land, daarover kan nog discussie bestaan. Goede tweede is de jaarlijst. Veel vogelaars houden een jaarlijst bij, al scheelt het fanatisme waarmee die jaarlijst wordt onderhouden sterk. En elk jaar begint die jaarlijst weer opnieuw, moet die weer vanaf 0 worden opgebouwd. Het aardige daarvan is dat dan alle soorten weer tellen, purperkoet of merel, het is allebei +1, dus je bent verplicht ook weer aandacht te besteden aan merel, en aan vink, koolmees, houtduif enzovoort. En omdat 1 januari dus altijd de dag is waarop je elke soort noteert, omdat immers elke soort nieuw is voor de jaarlijst, vormde zich bij mij vanzelf de 1-januarilijst: de lijst van alle soorten die ik ooit op 1 januari gezien heb. Met de jaarlijst komt de traditie om er op 1 januari op uit te trekken om meteen zoveel mogelijk soorten op de jaarlijst te krijgen, en wat mij betreft liefst een paar die nieuw zijn voor mijn 1-januarilijst: soorten die ik nog nooit eerder op 1 januari gezien heb.
Vandaag om het nieuwe jaar te openen een rondje rond Utrecht gedaan. Gagelpolder, Kooidijk, Groenekan, Beukenburg, Hoogekampse plas, park de Berekuil en de Laagravense plas waar hopelijk het pronkstuk van de dag wachtte: de dwergaalscholver die daar al meer dan een half jaar verblijft. Dwergaalscholver zou natuurlijk geweldig staan op mijn 1-januarilijst.

Het is een mooie winterdag. Zonnig en zacht; het KNMI sprak weer eens van een weerrecord, een mijlpaal dus, we maken weer eens iets mee en de onheilspellende implicaties daarvan schuiven we nog maar even voor ons uit. Langs de Kooidijk zat de steenuil prachtig bovenop zijn schuurdak om zich heen te kijken. Ook die is nieuw voor mijn 1-januarilijst, en ook die misstaat daar niet op. Smient, boomklever, glanskop, kievit, slobeend, ik verzamelde mijn 1 januari-soortjes met verve. Op het provinciekantoor zat zoals altijd een slechtvalk. En zo belandde ik via Lunetten bij de Laagravense plas.
Het was nog lastig zoeken bij de Laagravense, maar uiteindelijk kregen we dwergaalscholver in beeld, diep verscholen tussen de takken op het eilandje voor ons, maar door de telescoop best mooi zichtbaar, af en toe, als-ie zich rekte en dat schattige kopprofiel met dat lieve snaveltje aan ons toonde dat hem voor altijd het aangezicht verschaft van een klein kind. Maar hij is volwassen. (Ik schrijf wel ‘hij’, maar we weten niet of het een hij is of een zij. Dat kun je bij dwergaalscholver niet zien.) Talrijke witte vlekjes op kop en hals leken al te wijzen op een alweer aankomend broedkleed. Wellicht zal dat hem herinneren aan zijn bestemming: binnen niet al te lange tijd zal hij wel op zoek gaan naar een partner, die hij hier natuurlijk niet vinden kan, en vertrekken naar orden waar hij meer kans van slagen heeft. Na enige tijd ging-ie een stukje vliegen (nog niet op zoek naar …) waarna hij een tijdje op amper tien meter uit de kant op het water zwom en druk aan het vissen ging. Waarna hij weer opvloog, helemaal aan de overkant op het water ging zitten en tenslotte terugkeerde op zijn schuilplek op het eilandje. Voorlopig nog geen aanstalten om op reis te gaan.
Dat ik daarna ook nog een tweede steenuil had, prachtig bovenop een boomknot naast de nestkast langs de Marsdijk, deed voor de 1-januarilijst niet meer ter zake. Maar leuk was het wel.

1 januari 2022


Meer uit het Utrechtse: Bruine boszanger

Geen opmerkingen:

Een reactie posten