dinsdag 3 september 2019

Duiven

Mull, An t-Eilean Muileach in het Scottish Gaelic, is het op een na grootste eiland van de Binnen-Hebriden. De hoofdplaats is Tobermory, maar dat hebben we nooit gezien. Het eiland heeft ongeveer eenzelfde oppervlakte als Zeeuws Vlaanderen. Het had in 2001 2.667 inwoners. Het zullen er inmiddels een paar meer zijn, maar leeg blijft het, zoals we hier dagelijks ervaren.
Het is inmiddels maandag. De eerste verkenningen hebben we achter de rug. Langzaam eigenen we ons ons stukje van het eiland toe. Vooral het vermoedelijk dagelijkse tochtje naar het nabije Bunessan: omlaag, langs de baai met zicht op nabije en verre eilanden, op een handvol vissersboten, op de kwelder die bij hoogwater geheel onder water staat en op Bunessan; in Bunessan de Spar en binnendoor omhoog en terug. Of andersom natuurlijk. Zelf daarnaast een wandeltochtje naar de zuidkust gemaakt, door de wildernis, de rotsige glooiingen, het karige kreupelwoud, de lage graslanden en uiteindelijk naar een plek aan zee met strand en rondom fraaie rotsformaties. Dichtbij op zee een paar roodkeelduikers in zomerkleed, op de rotsen kuifaalscholvers en ver boven zee jan van genten. En terug wandelend een mooie man blauwe kiekendief over.
Soort van de dag waren de duiven, want een flinke groep duiven op de akker die tegen het strand aan ingeklemd lag tussen de rotshellingen, zag er vrijwel uniform als zuivere rotsduiven uit. Geen vlekje, geen smetje, zo te zien zuiver van bloed. Ja ik weet dat dat in een andere context nogal dubieus klinkt maar ik kon echt geen enkel afwijkend beestje vinden, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de duiven rond de kathedraal in Oban, die een mengelmoesje waren van allerlei bonte beesten, ook al zaten er ook daar wel een paar goed ogende rotsduif look-a-likes tussen. Verder zie ik nauwelijks duiven hier op Mull. In Bunessan bijvoorbeeld helemaal geen en er woont hier verder sowieso vrijwel niemand die duiven houden zou. De klifkusten van West-Europa behoren tot de oorspronkelijke natuurlijke habitat van de rotsduif dus ik zou niet weten waarom ik dit geen wilde rotsduiven zou noemen.
’s Avonds, als het uitzicht op ‘onze’ berg langzaam vervaagd en oplost in het donker en als buiten de totale stilte invalt, dan spelen we binnen het Lord of the Rings-spel. Sauron is ons vooralsnog de baas.


12 augustus 2019


13 augustus 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten