dinsdag 24 november 2015

Bosvilla te koop

Ik mag graag af en toe stad en land afreizen op zoek naar een of andere zeldzame vogel. En eerlijk gezegd is dat nog een fors understatement. Maar begin en einde van alles is wat mij betreft toch, gewoon de deur uitstappen, gewoon naar buiten gaan, op bezoek in je eigen achtertuin als het ware en je laten verrassen. Zonder enige verwachting vooraf, afwachten wat je overkomt. Eigenlijk is dat het mooiste. Jammer is alleen dat je dan maar zo zelden een zeldzame vogel ziet. In elk geval in mijn achtertuin.
Dat is wat ik gisteren deed: effe tussen de buien door de Gagelpolder in gefietst en het wandelrondje gedaan langs het oude broekbos, langs de stille wateren tussen het krioelend kreupelhout. Wat flarden riet, en zwermen sijsjes, honderden sijsjes. En even verderop weer winterse stilte. Het is een gebiedje dat ik inmiddels ken als mijn broekzak maar dat me juist daarom zo dierbaar is. Op weg naar huis nat geregend maar tussendoor wel maar liefst roerdomp, twee vuurgoudhaantjes, vrouw blauwe kiekendief en smelleken. Nee, je hoeft er niet altijd ver voor te reizen.
Omdat het gisterochtend stevig regende, was de zaterdagse trektelling uitgesteld tot vanmorgen. Het was de laatste telling van het seizoen en die wilde ik eigenlijk niet missen. Trektellen is ook zoiets: gewoon ergens gaan staan op een plek die inmiddels aanvoelt als je huiskamer, compleet met driezitsbank in ons geval, en afwachten wat er komen gaat. Onvoorspelbaar, afgezien van de vaste ijsvogel die zich altijd wel een keertje laat zien gedurende de twee-en-een-half uur die op het programma staat. Maar verder is het elke keer anders. Vandaag behoorlijk wat ganzen, een appelvink, twee grote gele kwikstaarten, een baltsende havik en daarnaast nog aardig wat trekkende kramsvogels, koperwieken en houtduiven, onder meer. Nog behoorlijk druk, voor zo diep in november.
Om daarna ook van mijn zondagmiddag nog wat moois te maken, de trein naar Zutphen genomen en daar de achterlanden in gefietst. Eerst voor toch maar weer een heuse twitch: waterspreeuw bij een stuw in de Berkel. Die gedroeg zich voorbeeldig want was bij aankomst meteen aanwezig, afwisselend in de stuw en foeragerend rond de dammetjes in de beek. Meestal dichtbij en soms zeer dichtbij: zo wil je ze altijd wel. Mijn laatste waterspreeuw was alweer meer dan vier jaar geleden dus het was een hele fijne.
Na de waterspreeuw weer terug naar het begin: lekker een middagje rondgefietst en stukjes gewandeld in de Achterhoekse achterlanden van Zutphen. Zonder verwachtingen: afwachten wat me zou overkomen. Velden en bossen. Bosranden, boomlanen, boomgroepjes midden in het veld, alles getooid in dat inmiddels wat versleten maar nog steeds mooie herfstkleed. Ruimte om je heen. Ook letterlijk: weinig mensen, weinig auto’s behalve als ik per ongeluk verzeild raakte langs de N346 naar Lochem, en meestal ook de bossen op enige afstand. Hoewel ik ook van bos hou, vind ik ze vooral fijn om van op afstand naar te kijken. Zeker op dit soort herfstige dagen.
In tegenstelling tot gisteren dus nu ergens waar ik het nog niet kende. Ook leuk. En dan zie je weer de eigenaardigheden die je in je eigen omgeving inmiddels over het hoofd ziet omdat je er zo aan gewend bent. Zo zag ik in de bosrand een bord staan: ‘te koop: bosvilla’, met op de achtergrond een vervallen boerenschuur. Weet niet of het zo bedoeld was, maar ik zag er de humor wel van in.

22 november 2015


Geen opmerkingen:

Een reactie posten