maandag 25 juni 2012

354: Koffiekransje

Er komt een dag dat je een alpenheggenmus wilt zien. Meestal is dat een dag dat er ook eentje gevonden is, dat komt mooi uit. Zo ook vandaag, dus vandaag maar eens naar het oosten getogen. Lievelde, Groenlo en van daar richting Eibergen.
Altijd op zo’n dag vertrek je met de angst dat je deze keer je doelsoort gaat dippen. Die dag komt een keer, die is even onvermijdelijk als de vogelgrieppandemie waar al jaren voor wordt gewaarschuwd. De vraag is niet of, nee, de vraag is wanneer. Maar niet vandaag. Aangekomen te Zwillbroekseweg 5 kon ik zo aanschuiven. Daar zat-ie, dat vogeltje van de hoogste alpen, rondhippend op een berg kuilgras van hooguit anderhalve meter hoog in Hollands laagland. Op slechts enkele meters afstand: schitterend! We genoten met volle teugen, ondergingen de triomf van een nieuwe soort (nou ja, de meesten hadden hem waarschijnlijk vorig jaar op Vlieland al, maar ik niet) en we hadden daartoe alle tijd. Want het beestje werkte voorbeeldig mee. Zodat na enige tijd de aandacht wat verslapte en altijd gaan dan de verhalen rond. Er zijn zoveel verhalen van en over vogelaars, ze moesten eens gebundeld worden, opperde iemand.
Toen we eindelijk een beetje uitgekeken waren op het beestje, was er koffie van de bewoners van de naastgelegen boerderij. En zo werd het uiteindelijk een gezellig koffiekransje voor vogelaars onder elkaar, onder het genot van een alpenheggenmus. Koffie met alpenheggenmus: groter plezier kun je een vogelaar niet doen.
Na afloop nog even in mijn eentje door het Achterhoekse land gefietst. Ik ontmoette een militair uit de nabijgelegen kazerne, die zich afvroeg wat voor vogeltje daar nou toch zat waar al die mensen naar kwamen kijken. ‘Hij heeft in elk geval een mooie omgeving uitgezocht’, zei-ie nadat ik het hem had uitgelegd. Wat ik natuurlijk beaamde. Zelf had ik wel een kleine bedenking. Inderdaad, een mooi coulisselandschap. Maar tussen de coulissen stonk het me net iets teveel naar mest. Verscholen tussen de coulissen waren er net iets teveel nu nog kale aanstaande maïsakkers en waren de graslanden net iets te groen en net iets te egaal. Het zag er allemaal eigenlijk net iets te netjes en te verzorgd, net iets te schoon gewassen uit. Maar ja, wel met 
alpenheggenmus natuurlijk, dus wat zal ik klagen?

27 april 2009


Meer: Tijd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten