dinsdag 12 augustus 2025

Val Sinestra

Val Sinestra is een voormalig kuuroord, gevestigd in een statig soort van kasteeltje uit het begin van de 20e eeuw, gelegen op de steile helling van het smalle dal van de Brancla, zijriviertje van de Inn, of de Enn zoals de Zwitsers zeggen. Beneden het hotel ruist voortdurend de beek. Meestal is ze een vriendelijk stroompje dat kalm over de rotsen omlaag kabbelt, maar gistermiddag na al die buien was ze aangezwollen tot een bulderende, bruine en alles verslindende vloedgolf.
Het hotel is indrukwekkend om te zien, met zijn torens en zijn vele verdiepingen die als het ware uit de rotswand lijken voort te komen. Als je door de hoofdingang naar binnen loopt, even doorloopt en het balkon opstapt, kijk je ineens in de diepte waar de Brancla stroomt, zie je de rotszwaluwen rondvliegen en zie je onder je ineens nog een aantal verdiepingen die je aan de voorkant niet gezien had. Het zijn de kelders van het hotel, waar onder andere de oude baden te vinden zijn uit de tijd toen het nog geen hotel was maar een kuuroord. Dat verleden zie je op een of andere manier op veel plaatsen terug. Aan de foto’s en de aandenkens aan vroeger natuurlijk, die vooral rond de ingang zijn tentoongesteld. Maar ook als je door de gangen loopt, schemerig, breed en recht met hier en daar een divan langs de muur, bekruipt je het gevoel dat je door dat verleden loopt. Op de begane grond zijn de ruime eetzaal waar je als je naar het raam loopt de rotszwaluwen soms op amper een meter afstand kunt zien langs vliegen, de salon waar onder andere Hans, onze ruim tachtigjarige geoloog, zijn geologiecolleges presenteert, aan de ene kant een serre en aan de andere kant een kleine, bijna intieme bibliotheek die beide prachtig uitzicht bieden op het bergland rondom, en de Stube, het café van het hotel waar we onder andere elke avond bij het avondeten ons glaasje wijn halen want wijn is niet bij de prijs inbegrepen. Statige brede trappen leiden naar de verdiepingen met de hotelkamers.
Nou ja, tot zover de inside information, ik zal het er verder niet meer over hebben. Aan het hotel broeden de rotszwaluwen; als je op het balkon staat, vliegen ze soms op amper een meter langs je heen. In de omringende hellingbossen huizen onder andere notenkrakers. En de kruidenrijke graslandjes, ook die pal naast het hotel, zijn een paradijs van orchideeën en meer, en vooral van vlinders. Talloze kunstige parelmoervlinders vliegen er, van allerlei typen. Ze hebben wel iets van vliegende QR-codes met al hun streepjes en vlekjes, codes die gekraakt moeten worden om ze op naam te brengen. Allerlei blauwtjes ook, meest van een soort die bij ons razend zeldzaam is of erger, en nog veel meer, het dartelt van bloem naar bloem. En alles omgeven door imposante bergtoppen in de hoogte, die af en toe boven de nabije hellingen uittorenen of tussen ze door gluren.

Vanmorgen een beetje lui geweest en me tot het ontbijt niet geroerd, maar dat hebben we na het ontbijt goedgemaakt met een mooie wandeling naar Vna, hoog gelegen aan de overkant van het riviertje. Eerst omlaag langs het Berghuis, over het bruggetje de beek over en omhoog langs de beek, zoals ik gistermiddag ook al gegaan ben. Daarna verder omhoog over een smal bosklimpaadje door steil hellingbos, in de schaduw van hoog oprijzende bomen, een menigte bomen om ons heen en onder en boven ons. Een rotsige klauterpartij langs steile afgrond met kettingen om ons te helpen niet in de diepte te vallen. Erebia's en mooie goudvinken (eindelijk weer eens! Daarvoor moet je dus naar Zwitserland).
Ze benauwen me een beetje, die smalle bergpaden waar je elke stap moet opletten dat je hem niet verkeerd zet want je ligt zo beneden. Er leek geen einde aan te komen, totdat er ineens een einde aan kwam. Het bos opende zich, de zon brak weer door en ik voelde me bevrijd. Eindelijk weer uitzicht op de bergen die zich hemelhoog verhieven uit donkere mantels van bos en voor ons een paradijselijke bergweide vol wilde bloemen en wilde vlinders. Onder andere het prachtige morgenrood vloog er, een vliegend vlammetje en een soort grote vuurvlinder van de bergen, en oranje luzernevlinder en witstreepblauwtje, terwijl geelgors en boompieper zongen en ook paapje zich liet horen, en ook heel mooi liet zien. Door de velden naar Vna, enkele kilometers verderop. Ik vond nog grote muggenorchis. Een opvallende vondst vond ik de rouwspanner, een nachtvlindertje slechts maar mooi, ravenzwart met subtiel wit randje. Rotszwaluwen vlogen ook hier boven het dal. Bijna bij Vna vond ik grauwe klauwier en kramsvogels en zong bergfluiter in de bosrand. In Vna tenslotte vlogen volop zowel huis- als rotszwaluwen en ook gierzwaluwen.
Vna zelf is een grappig dorpje. Geen architectonische of culturele hoogvlieger maar wel heel karakteristiek en heel klein. Een klein kerkje en een klein kroegje met terras, temidden van allemaal van die grootse vergezichten. De waard liet ons zien hoe de hagel van gisteren in verschillende tafelkleden gaten had geslagen. Die kon ie weggooien, vond ie.
Terug als heen: door het veld en door het bos, samen met onze nieuwe natuurvrienden Leo en Paula. Orchideeën waren het thema: naast de vele bosorchissen ook onder andere aangebrande orchis, welriekende nachtorchis en welriekende muggenorchis. Beneden bij de beek boswitje, hier helemaal niet zeldzaam, klaverblauwtje (idem) en nu toch echt rotsvlinder.

Vrijdag 27 juni 2025


Meer Val Sinestra: Sent








Geen opmerkingen:

Een reactie posten