woensdag 16 oktober 2024

Dutchbirding op Texel

Twee gezichten: het is langzamerhand een wat gesleten concept. Maar ook het Dutchbirding weekend op Texel dit jaar had twee gezichten. Vrijdag en zaterdag rustig herfstweer. Weinig wind en geregeld zon. Ongehinderd door onbereikbare droomsoorten elders in het land genoten we van het prachtige eiland, van het fraaie herfstweer, van het aangename gezelschap en van de vele vogels. Vrijdag werkten we rustig het ruime aanbod aan attracties af dat het eiland in de aanbieding had. Na aankomst reden we naar Den Burg om aan te sluiten bij de menigte die de roze spreeuw aldaar op de korrel nam. Een inkoppertje. Zat waar-ie zitten moest en liet zich prachtig zien. Een mooie adulte vogel met bleekroze en contrasterende zwarte veerpartijen.
Amerikaanse goudplevier kostte heel wat meer moeite en tijd. Diverse keren hadden we vergeefs de goudplevieren in het veld afgespeurd. We hadden het min of meer opgegeven en waren al naar de sperwergrasmus gaan zoeken (ook geen gemakkelijke) toen-ie toch weer gemeld werd. En toen was-ie gemakkelijk. In zijn eentje zat-ie in een verspreidde groep van niet meer dan enkele tientallen goudplevieren langs de stuifweg. Hij viel op door zijn net wat kleinere formaat en rankere postuur, het vele zwart op de onderzijde (geen soortkenmerk natuurlijk) en de koudgrijze kleur op de bovendelen. Uit het boekje.
Ook de sperwergrasmus was een hele klus. We hadden al een dik uur vergeefs achter het reddingsboothuisje gestaan toen we werden weggeroepen voor amerikaanse goudplevier. Na ook nog even een handtamme sneeuwgors bij De Cocksdorp te hebben binnengetikt keerden we er terug, maar voor mij werd het een nogal frustrerende ervaring. Terwijl bijna iedereen hem wel een keertje mooi zag, stond ik telkens op de verkeerde plaats of keek de verkeerde kant op. Maar uiteindelijk stond ik één keer toch een beetje op de goede plek toen-ie vlak langs me heen heen en weer vloog voor-ie weer in het struikgewas verdween. Niet in de kijker maar wel goed herkenbaar.
Grote grijze snip tenslotte was een makkie. Zat netjes vooraan op het slik en liet zich prachtig bekijken. Zo mocht het ook wel weer eens een keertje. Waarna we onze tent-villa op de Krim opzochten. Die oogde luxueus, veel luxueuzer dan we hadden verwacht, maar was behoorlijk koud. Een kacheltje probeerde vergeefs de temperatuur enigszins aangenaam te maken en we sliepen onder twee dekbedden om de nachtelijk kou te doorstaan. Zo kwam het nog goed uit dat we een zespersoons appartement hadden gehuurd voor met zijn drieën.

Zaterdag probeerden we vooral zelf iets leuks te vinden, al gingen we eerst nog even langs bij de sperwergrasmus, in de hoop dat die eindelijk eens wat meewerkte. Dat deed-ie. Hij zat al kort na onze aankomst open en bloot in een struikje en liet zich daar geregeld prachtig zien: een forse, heel bleke grasmus, wittig met grijs en met subtiele witte randjes in het verenkleed. Mijn eerste na negen jaar: bijna een droomsoort!
Daarna zelf op zoek. Om te beginnen in en rond de tuintjes wat aanvankelijk niet erg succesvol was, hoewel prachtige kepen, slechtvalk over het strand en boven zee een paar jan van genten dus wat zou ik klagen? toen ik ineens dat roepje boven me hoorde. Klonk als een soort gemankeerde grote pieper en ik dacht, dat lijkt wel mongoolse pieper! Maar eenmalig en geen opname uiteraard dus ik durfde het nog niet aan. In ieder geval eerst straks maar eens alles checken, wat me achteraf wellicht de hoofdprijs van het weekend kostte. Want kort daarna melding van een mongoolse pieper naar zuidwest vlak ten zuiden van ons. Vogel vloog het hele eiland over en werd nog op diverse plaatsen opgepikt. Diverse opnames nageluisterd en ik moet zeggen: het klopte precies.
Verder vandaag vooral van het prachtige eiland genoten, van de herfst die het al wat kleur gaf, van de trekkende koperwieken en graspiepers, van de kanoeten en rosse grutto’s die in de Slufter de getijdendynamiek ondergingen, bladkoninkje in het Krimbos, kluten en zilverplevieren op het wad en de sneeuwgors van De Cocksdorp.

Zondagochtend hing de vlag er heel anders bij: we kregen een stevige depressie over ons heen. Vannacht had onze tent-villa af en toe staan schudden in de krachtigste windvlagen en vanmorgen aan zee stond er een stormachtige noordwester. Af en toe belaagd door een zandstorm en wankelend onder de windstoten probeerden we zo goed en zo kwaad als dat ging iets van de ongetwijfeld spectaculaire zeetrek mee te pikken. Dat ging vooral kwaad, wat mij betreft. Het zand kwam overal terecht, in mijn haar, in mijn oren, in mijn ogen en in mijn verrekijker en telescoop, vrijwel voortdurend was ik bezig de boel een klein beetje schoon en zandvrij te maken, een vrijwel kansloze missie, en vrijwel niets van wat er werd omgeroepen, een grauwe pijl, een verre jager, een keer zelfs een vaaltje, kon ik vinden. Maar ach, met één kleine jager, één middelste jager en één grauwe pijlstormvogel zou ik vroeger zielsgelukkig zijn geweest. Het had natuurlijk niet alleen aan mij gelegen: er vloog gewoon veel minder dan je bij deze wind had mogen hopen.
Na de storm keerde overigens nog dezelfde dag het genoeglijke vogelen weer terug. En het opstrijken van het nog altijd aantrekkelijke aanbod aan vogels op het eiland. Morinelplevier bijvoorbeeld, een mooie adulte vogel langs de Watermolenweg die zich fraai liet bekijken.

Maandag tenslotte gebruikten we om een beetje uit te buiken na deze overvloedige maaltijd. We namen ruim de tijd om het eiland weer te verlaten. Wandelden over de Waddendijk tot aan de Schorren en langs Utopia terug en zagen verre zwermen van goudplevieren en rosse grutto’s als rookpluimen boven het wad, een ‘eigen’ sneeuwgors op de dijk, een late boerenzwaluw over en een stel grote en kleine zilverreigers langs de Schorren. En we wandelden door de Buitenmuy en de Nederlanden naar zee, waar niets vloog. De wind was dan ook zwak en stond zuid dus wat wil je. De melding van een woestijntapuit langs de Pontweg opende de mogelijkheid tot een fantastische bonus, een heerlijke afsluiter van dit toch al zeer geslaagde weekend. We waren zo ter plaatse en hadden de vogel al gauw in beeld. Hij foerageerde weliswaar op afstand maar toch af en toe goed zichtbaar en zat soms fraai 'hoog' in de lage vegetatie. Hij maakte dit weekend definitief tot een topweekend. De beste soorten zaten dit weekend allemaal op Texel.

14 oktober 2024


Meer Dutchbirding op Texel: Dutchbirdingweekend op Texel


Mijn weblogkasteel







Geen opmerkingen:

Een reactie posten